“Mijn dochter vertrouwt niemand meer”

Vriendengroep pleegt home invasion in Hoevenen bij gemeenschappelijk vriendin

Vier jonge kerels riskeren celstraffen tot vier jaar voor hun rol in een home invasion bij een gezin in Hoevenen (Stabroek). “Mijn dochter vertrouwt niemand meer”, zei de moeder van het slachtoffer.

In de vriendengroep van een minderjarig meisje uit Hoevenen (Stabroek) deed in de lente van 2019 al een tijd het gerucht de ronde dat bij haar ouders in de Lombaardstraat een grote som geld zou liggen. Enkele van de ‘vrienden’ van het meisje vatten het plan om dat geld te gaan stelen. Er werd een voorverkenning gedaan en op 9 mei 2019 sloeg de bende toe.

Een minderjarige verdachte wierp zich als ‘beschermengel’ op. Hij zou het meisje thuis beschermen tegen de bende die in de straat rondhing. Niets bleek minder waar. Toen even later een andere verdachte aanbelde veranderde de ‘beschermengel’ mee in een overvaller. Iemand sloot het meisje op in een kamer terwijl twee anderen, een minderjarige en beklaagde Steve R. de woning doorzochten. Ze gingen aan de haal met geld en horloges.

“De beklaagden gingen voor eenvoudig geldgewin en hebben een jong meisje zo de stuipen op het lijf gejaagd”, zei de aanklaagster. De drie minderjarigen die betrokken waren werden voor de jeugdrechter geleid, wie op het moment van de feiten al meerderjarig was stond maandag voor de strafrechter. Van hen ging enkele Steve R. (19) de woning binnen. Steven J. (20), Tarek S. (19) en Jade B. (20) speelden een rol in de voorbereiding, de verkenning of het vervoer naar de home invasion. Het parket vorderde voor drie mannen een straf van vier jaar cel, Jade B. riskeert een jaar cel omdat hij enkel een voorverkenning meedeed.

Alle vier erkennen ze hun aandeel in de feiten. Een voor een boden ze hun excuses aan bij de moeder van het slachtoffer. “Ik hoop dat ze hun mooie beloftes kunnen waarmaken”, zei zij. “Met mijn dochter gaat het nog steeds slecht, ze vertrouwt niemand meer. In plaats van op straat rond te hangen zouden de beklaagden moeten werken voor hun geld, zoals wij.”

De vier vroegen allemaal een werkstraf aan de rechtbank, ze vertelden ondertussen hun leven gebeterd te hebben en naar school te gaan of te werken. Vonnis op 10 november.