Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Deze koers staat al lang als hoofddoel aangestipt”
Wommelgemnaar Alfdan De Decker hoopt zich te kunnen mengen in de massaspurt
Dat ook de 108ste editie van de Scheldeprijs woensdag op een massasprint zal eindigen, staat nagenoeg vast. Tien plaatselijke ronden van elk 17,4 kilometer staan daarvoor garant. Alfdan De Decker ziet het als een buitenkans om na te gaan wat hij waard is tegen de snelste pedalen van het profpeloton.
“Van de ploegleiding mag ik woensdag alvast mijn eigen kans gaan”, zegt de 24-jarige Wommelgemnaar. “Dat is leuk, want al van bij de heropstart van het wielerseizoen in juli had ik voor mezelf van de Scheldeprijs mijn hoofddoel van het najaar gemaakt. Ik hoop woensdag van pech gespaard te blijven, zodat ik me eindelijk eens kan meten met alle topsprinters die er aan de start zullen komen.”
De renner van Circus-Wanty Gobert weet waarover hij praat, want de laatste maanden liep het niet zoals hij het graag had gehad. “Ik was heel goed aan het seizoen begonnen met een toptienplaats in Wanzele en een derde plaats in de GP Jean-Pierre Monseré in Roeselare. Ik hoopte op dat elan te kunnen doorgaan, maar toen kwam de lockdown. Toen we in juli mochten herbeginnen, had ik er alle vertrouwen in dat ik nog enkele mooie resultaten zou boeken. Helaas zat het me vaak niet mee en kreeg ik enkele keren op heel ongelukkige momenten af te rekenen met pech.”
Het beste voorbeeld van die pech: de Gooikse Pijl, die twee dagen voor het BK werd gereden. “In de eindspurt val ik op driehonderd meter van de streep plat op een moment dat ik in het wiel zat van ploegmaat Danny van Poppel, die uiteindelijk ook zou winnen. Heb ik dat niet voor, dan sta ik mee op het podium. Twee dagen later maakte ik op het BK deel uit van de ruime kopgroep. Op twee ronden van het einde werd er volop gedemarreerd, net nadat ik een moeilijk moment moest doorbijten, waardoor ik voeling verloor met de spits. Gebeurt dat niet, dan eindig ik wellicht bij de eerste tien. En ook zondag in Parijs-Tours voelde ik me echt goed in mijn vel, maar op de derde strook onverharde wegen reed ik lek achteraan. De ploegwagen was opgehouden, zodat ik lange tijd moest wachten vooraleer ik kon geholpen worden. Terugkeren in het peloton was daarna uitgesloten. Zo is het de laatste maanden altijd iets geweest. Echt jammer dat ik daardoor niet heb kunnen tonen dat er met mijn conditie niets mis is.”
Dat hoopt De Decker morgen eindelijk te kunnen in de Scheldeprijs. “Voor mij is het meegenomen dat wat we door het schrappen van de Nederlandse inbreng niet geconfronteerd worden met het spel van de wind op de dijken in Zeeland. Wie weet is dat zelfs een gunstig voorteken op een hopelijk mooi resultaat.”