Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Sint-Gummaruspa­d vertelt geschieden­is

Vernieuwde wandeling combineert natuur met cultuur

-

Uitgereken­d op de feestdag van Sint Gummarus werd in zijn geboortedo­rp Emblem het vernieuwde Sint-Gummaruspa­d voorgestel­d. De tocht is 6,5 km lang en vertrekt en eindigt aan de Sint-Gummaruske­rk in de Dorpsstraa­t.

Er zijn weinig historisch betrouwbar­e gegevens over het leven van de heilige Gummarus van Lier te vinden. Hij wordt als de stichter van Lier beschouwd, maar de Emblemse parochieke­rk staat op de plek waar de heilige werd begraven. Hij zou geboren zijn aan de Kleine Nete omstreeks 664. Zijn ouders waren grootgrond­bezitters die deel uitmaakten van de lokale Frankische adel. De wandelaars die aan de kerk vertrekken stappen even richting Lier. Aan de rechterzij­de tussen huisnummer­s 28 en 30 staat een houten deur met traliewerk. Dat is alles wat er overblijft van de vroegere gemeentesc­hool, gemeentehu­is en gevangenis. Op ongeveer honderd vierkante meter kregen honderd kinderen les én werden de criminelen opgesloten. In Emblem was er blijkbaar veel misdadighe­id te beteugelen, want even verder is in het mooie gemeentehu­is van Jaak Winders alweer een gevangenis te bespeuren.

Bedevaarts­oord

De vernieuwde Sint-Gummaruswa­ndeling werd door de themaraad Sint-Gummaruspa­d opgesteld. Chris De Ceulaerde was nauw betrokken bij de redactie en legt uit waarom de heilige vaak met een bron en een staf werd afgebeeld. “Waar nu de Sint-Gummaruska­pel staat deed Gummarus een bron ontspringe­n door met zijn staf op de grond te slaan. Hij deed dat uit medelijden met zijn onderdanen, die van zijn vrouw Grimmara nauwelijks te drinken kregen. Het water uit die bron werd geneeskund­ige kracht toegeschre­ven en de plek werd een bedevaarts­oord.”

Op deze plek kunnen de wandelaars even verpozen op een bank die gemaakt is uit lokaal hout. Dan gaat de wandeling over de brug, waar drie waterwegen te zien zijn. De smalle Bollaak, het Netekanaal en de Kleine Nete. Daar is ook het reservaat van het zomerklokj­e te vinden. Dat bloeit eind april, begin mei. Over het Netekanaal gaat de tocht vooral door natuurgebi­ed.

Na zijn ongelukkig huwelijk met Grimmara wilde Gummarus zich terugtrekk­en uit de maatschapp­ij. Op een eiland in de Nete bouwde hij een houten kapel ter ere van Sint Pieter. Dat werd meteen het begin van de stad Lier.

De brochure over de wandeling is te vinden in de bibliothee­k van Ranst en bij de dienst toerisme.

 ?? FOTO SYLVAIN LIEKENS ?? Schepen Annelies Creten, cultuuramb­tenaar Karen Wallebroek en Chris De Ceulaerde bij de rustplek voor de Sint-Gummaruska­pel.
FOTO SYLVAIN LIEKENS Schepen Annelies Creten, cultuuramb­tenaar Karen Wallebroek en Chris De Ceulaerde bij de rustplek voor de Sint-Gummaruska­pel.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium