Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Gezondheid van onze leden gaat altijd voor”
Sportclubs leggen zich neer bij verstrenging
Wat betekent het verbod op zaalsporten waarbij contact komt kijken voor de recreatieve clubs in onze provincie? We legden ons oor te luisteren bij een basket-, een judo- en een turnclub.
BASKETBALCLUB
De competitiewedstrijden van de 27 ploegen van basketbalclub Titans uit Bonheiden waren nog maar begin oktober begonnen en voor het merendeel van de teams zit het er (voorlopig) alweer op. “Een jammere zaak”, zegt voorzitter Bjorn Peeters. “Maar goed, we doen alles wat we kunnen om de cijfers opnieuw te laten zakken.”
Het bestuur had voor de competitie een paar nachten besteed om zeer strikte protocollen op te stellen. Elke bezoekende ploeg kreeg op voorhand een handleiding. “Een speeldag duurt bij ons van 9u ’s ochtends tot 21u ’s avonds”, vertelt de voorzitter.
“Kleedkamers en douches zijn sowieso verboden terrein. Elk team mag maximaal twaalf supporters meebrengen, zowel onze eigen ploegen als die van de bezoekers. De ouders moeten onder elkaar uitmaken wie dat zijn. We werken met een systeem van gekleurde bandjes en twee coronacoördinatoren per wedstrijd, iedereen wordt geregistreerd en blijft op afstand van elkaar. Na elke wedstrijd worden al het materiaal, ballen en stoelen ontsmet. En dat de hele dag door. Dat systeem zullen we behouden voor onze jongste teams, een vijftal ploegen van min-10- en min-12-jarigen. Onze speeldagen zullen minder intensief zijn. Helaas, want we hadden het al onze andere spelers ook gegund om te blijven spelen en trainen. We zullen nog vergaderen om te bekijken wat we nog mogen doen. We verwachten nog richtlijnen van de basketbalbond.”
Toen de Titans in mei, na de eerste competitiestop weer mochten trainen, hebben ze een tijd buiten getraind. “Maar dat is nu zo goed als onmogelijk”, aldus Peeters. “Het weer is veel slechter en het is veel vroeger donker. We kunnen wel af en toe contactloze shottrainingen organiseren. Maar dat kun je ook geen maanden volhouden.”
JUDOCLUB
Judoclub Arendonk hadden ze de kantine na lang palaveren pas begin deze maand opnieuw geopend. “We gebruikten die ruimte lang als een soort triageruimte om de verschillende groepen uit elkaar te houden”, zegt voorzitter Geert Roeymans.
Al jaren schommelt het ledenaantal van de club tussen 100 en 120, al zijn er na de lockdown een aantal leden ‘van sport veranderd’. “Ouders willen dat hun kinderen sporten”, zegt Roeymans. “Omdat dat bij ons langer niet mogelijk was dan bij clubs die buiten kunnen spelen en trainen, hebben we zo wel wat leden verloren. Nu mogen kinderen tot 12 jaar weliswaar nog blijven trainen, maar we gaan daar toch goed over moeten nadenken. We moeten ook rekening houden met onze trainers. Een van hen is 55, ik kan hem niet verplichten om op de mat te komen, hè.”
Het bestuur van JC Arendonk had een nieuwe verstrenging wel voelen aankomen. “Als een van de weinige sportclubs in de gemeente hebben we ons lidgeld daarom gehalveerd. We hebben nog het geluk dat we ons eigen lokaal hebben en geen huur moeten betalen, want wedstrijden en onze jaarlijkse quiz om de kas te spijzen kunnen we niet meer organiseren.”
TURNCLUB
Turnen is een individuele sport en in theorie dus contactvrij. Maar in de praktijk is dat zelden zo. “Het is eigenlijk simpel”, zegt Ellen Pairon, bestuurslid van de Mortselse club Movimento, die ongeveer 550 leden telt.
“Als een trainer ziet dat een kind uit evenwicht geraakt of gaat vallen, kan hij of zij er niet zomaar voor kiezen om niet in te grijpen omdat hij het niet mag aanraken. De gezondheid van onze leden gaat altijd voor. Veel kinderen durven ook niet zomaar een sprong te wagen als ze niet zeker zijn dat er iemand staat om hen te helpen of op te vangen. Aanvankelijk dachten we dat we dan geen les meer konden geven, zelfs niet aan onze jongste turners. Maar gelukkig hebben we wel een uitzondering gekregen op de regel. We geven les met mondmaskers, iedereen houdt afstand, maar als een lid dreigt te vallen, mogen we wel ingrijpen. Gelukkig maar.”