Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Vijf graden warmer, hevigere neerslag en meer hittegolven
Nieuw KMI-rapport voorspelt grote gevolgen van klimaatopwarming voor ons land
Het nieuwe klimaatrapport van het KMI is een stuk pessimistischer dan het vorige van vijf jaar geleden. Wat staat ons land te wachten?
In het Klimaatrapport 2020 bundelt het KMI de resultaten van de recentste klimatologische waarnemingen en onderzoeken. Daaruit blijkt dat de gevolgen van de wereldwijde klimaatverandering ook in ons land steeds meer voelbaar zijn.
Tegen 2100 zou de gemiddelde temperatuur in ons land kunnen stijgen met vijf graden Celsius als de wereldwijde broeikasgasuitstoot niet wordt gereduceerd. Al is dat het meest pessimistische scenario. “Maar mogelijk ook het meest realistische”, zegt Rozemien De Troch, coördinator van het nieuwe Klimaatrapport. “Het probleem is dat gassen zoals CO2 zeer lang in de atmosfeer blijven hangen. Dat zorgt ervoor dat het effect van een verminderde uitstoot pas binnen enkele decennia zichtbaar wordt. We moeten dus nú actie ondernemen om tegen 2100 een positief effect te zien.”
En wie al op voorhand begint te zweten bij de zoveelste aankondiging van een hittegolf, kan zich de komende jaren beter een airco aanschaffen. De kans is groot dat we er nog meer krijgen. Sinds 2015 telt elk jaar er al minstens één, terwijl er tussen 1910 en 1990 gemiddeld om de vier jaar één plaatsvond.
Naast de hoeveelheid is ook de duur en de intensiteit van die hittegolven opvallend: ze duren langer (twee dagen meer per decennium) en zijn intenser. Ook is het jaarlijkse aantal dagen met hoge nachttemperaturen (minstens 15 graden) toegenomen. Vooral in stedelijk gebied. “Dat is het stedelijk hitte-eiland effect”, zegt De Troch. “Een hittegolf is voelbaarder in steden met hoge, betonnen gebouwen dan in open landelijk gebied.”
Drogere lente
Sinds 1981 worden de lentes ook droger, stelt het KMI. Zeker sinds de jaren negentig is er opvallend minder neerslag. Opvallend is dat het tijdens de winteren zomermaanden wél natter is. “Het aantal zomerdagen met hevige neerslag, dat is minstens twintig millimeter per dag, stijgt. Al zijn er wel regionale verschillen. Zo is de toename in neerslag significant duidelijker in de kustregio of de polderstreek.”