De tactiek in een unieke Ronde zonder toeschouwers

De winnaar van onder meer de Strade Bianche en Milaan Sanremo verwacht niet dat wat zich in Gent - Wevelgem afspeelde zich zal herhalen in de Vlaamse Ardennen.

“Er is minder kans dat het nog eens gebeurt. De Ronde is ook lastiger. Als je de Kemmel af komt, is het nog dertig kilometer naar Wevelgem. Op vlakke wegen. Wie op de Kemmel wat meters tekortkwam, kon nog terugkeren. In de Ronde wordt dat sneller afgestraft. Dan krijg je nog de Kruisberg, de Hotond, de Oude Kwaremont en de Paterberg. Normaal gezien is de slijtageslag ook al zwaarder vooraleer je de laatste dertig kilometer ingaat. De logica is dat we met een kleinere groep naar Oudenaarde zullen rijden. Zelfs als je in de heuvelzone het verschil gemaakt zou hebben, dan nog heb je op de top van de Paterberg geen gewonnen spel. Niemand. Er resten nog veertien kilometer. Dat zorgt altijd voor extra spanning.”

Van Aert houdt voor zondag wel rekening met Julian Alaphilippe, de man die hem in Imola van de wereldtitel hield. Zelfs al heeft de Fransman geen terreinervaring en is hij een springveer in vergelijking met de robuuste flandrien. Samen met Van der

Poel bestempelt Van Aert de Rondedebutant als zijn grootste concurrent.

“Alaphilippe kan overal uit de voeten. Dat liet hij al voldoende zien. Luik - Bastenaken - Luik sluit beter aan bij zijn profiel. De Fransman is vooral sterk als hij rechtstaand op de pedalen kan demarreren. Dat heb je in de Ronde van Vlaanderen natuurlijk minder. Qua parcourskennis twijfel ik niet aan hem. Bij Deceuninck – Quick.Step heeft hij heel veel ervaring om zich heen. Op Tim Declercq na zijn het allemaal renners die koers willen maken. Ik denk dat ze er vroeg aan zullen beginnen.”

In de Ronde van Frankrijk zag je bergop dagelijks de trein van Jumbo - Visma met Roglic als sluitstuk. Volgens Van Aert is dat een dodelijke tactiek voor de Ronde van Vlaanderen.

“Het zou fantastisch zijn indien ze Mike Teunissen en mij afzetten aan de voet van de laatste keer Oude Kwaremont en Paterberg en

zeggen: Vecht het uit met Alaphilippe, Pedersen en Van der

Poel. Maar als je zo koerst, kom je in je eigen ploeg renners tekort. Als je de eerste keer op de Oude Kwaremont afstormt, moet je al twee à drie man opsouperen om je eigen positie te vrijwaren en de rest af te houden. De kunst is om zelf voorin te blijven en enkele ploegmaats te hebben die hun plan kunnen trekken, hun eigen ding doen en die je dan in de latere fase van de koers van pas komen. Het is vooral belangrijk dat je na de Paterberg weet wat je gaat doen. Dan is het heel handig dat je veelzijdiger bent dan een Lampaert, die op die ene, juiste aanval is aangewezen. Of Kristoff, die ervoor moet zorgen dat hij voor de eerste plaats sprint en niet voor de vijfde.”

Lastiger zonder volk?

Op vraag van organisator Flanders Classics sprak de nieuwe internationale ster ook een boodschap voor de fans in.

“Beste mensen, blijf thuis en zorg dat we ook volgend voorjaar de Ronde kunnen rijden”, zei Van Aert vlotjes.

Om dan vast te stellen dat het vooral heel raar zal zijn, zondag op de Oude Kwaremont. “Dit is mijn derde Ronde. De allereerste keer (2018, red.) was ik verbaasd hoeveel lawaai er daar werd gemaakt en hoeveel volk er stond. Dit zal een heel ander gevoel geven. In de Ronde heb je overal volk, maar de Kwaremont is toch het centrale punt waar we drie keer voorbijkomen. Misschien is het zoals op de Kemmel. Ik kan niet zeggen dat het zonder volk lastiger is, want je bent gefocust op dat parcours zelf. Ik had ook niet verwacht dat we in oktober nog zoveel windstille dagen zouden hebben. Voor zondag is er amper wind aangekondigd en misschien een bui. Soit, zonder wind en zelfs bij twintig graden is de Ronde altijd een van de zwaarste klassiekers. Dan wordt er gewoon harder gereden.”

“Er is minder kans dat wat zich in Gent Wevelgem afspeelde zich zal herhalen in de Ronde. Omdat de Ronde zwaarder is.” Wout van Aert