Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Voorbereiding op nieuw seizoen was niet ideaal”
De Superprestigeveldrit zaterdag in Ruddervoorde valt voor Tom Meeusen nog iets te vroeg om een opvallende rol te kunnen opeisen. De renner uit Essen bewaart nochtans goeie herinneringen aan deze cross.
“Als ik het goed voorheb, is het de laatste grote klassementscross die ik kon winnen”, graaft de 31-jarige renner van Hens-Maes Containers in zijn langetermijngeheugen. “In 2014 was dat. Zover zal het dit jaar zeker niet komen. Winnen in om het even welke cross wordt voor mij met al dat jonge geweld sowieso heel moeilijk. Ik keek er onlangs de uitslag van een wedstrijd nog eens op na. Ik was verdorie veruit de oudste. Wellicht daardoor kom ik nu ook trager op gang. Meestal raak ik pas half november op toerental. Bovendien wordt het dit jaar door corona nog eens zo moeilijk gemaakt. Als renner van een kleinere ploeg was het extra moeilijk om wedstrijdritme op te doen. Voor de grotere wedstrijden kwamen we niet in aanmerking en de wedstrijden waaraan we op papier wel konden deelnemen, werden stelselmatig geannuleerd. Uiteindelijk had ik bij het begin van het veldritseizoen maar drie wegwedstrijden in de benen. Uiteraard is dat veel te weinig en is dat een serieuze handicap. De vorige jaren reed ik in het begin van het seizoen twee wedstrijden per weekend, precies om zo snel mogelijk het juiste ritme te vinden. Dat was dit jaar nog meer nodig dan voorheen, maar net nu staat er telkens maar één wedstrijd per weekend op de kalender. Gelukkig heeft de ploegleiding daar alle begrip voor, zodat ik me daar niet te nerveus over moet maken. Zij weten dat ik er alles aan doe om mijn beste conditie te halen.” Meeusen hoopt vanaf de cross van Niel op 11 november betere resultaten te kunnen neerzetten. “Vanaf dan zou ik in staat moeten zijn om te strijden voor de top tien. Dat kan misschien weinig ambitieus klinken, maar vergis je niet. Het niveau in de cross is met de komst van een pak jongeren enorm gestegen. Ik spreek dan nog niet over Wout van Aert en Mathieu van der Poel, want dat zijn twee renners buiten categorie. Die rijden er zelfs op de weg iedereen af. Maar ook Toon Aerts, Eli Iserbyt en Laurens Sweeck zijn renners die een hoog niveau halen. Echt, je moet in heel goeie doen zijn om top tien te rijden.”
“Voorlopig sta ik nog als achtste Belg in de UCI-rangschikkking, wat me startrecht geeft in de wereldbekerwedstrijden, want dat komt de eerste acht toe. Daar mag de bondscoach er nog vier aan toevoegen. Als ik tot dat kransje van acht wil blijven behoren, moet ik blijven rijden om UCIpunten te verzamelen. Daar ga ik voor. Wel jammer dat het nu allemaal zonder publiek moet. Ik duik al eens gemakkelijk als eerste het veld in. Meestal hoor je dan geroep en geschreeuw. Heerlijk is dat en het brandt me ook vooruit. Nu is het de grote stilte. Eerlijk, dat weegt toch wat op mij.”