Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Je moet niet naïef zijn in de politiek, maar ook niet cynisch”

Over de nacht dat hij geen minister werd en zijn nieuwe start

- FOTO DIRK VERTOMMEN

Jawel, hij is veranderd. Minder die stormram, een gelouterd man haast, iemand die in enkele dagen tijd van hemel naar hel ging en intussen een nieuwe adem heeft gevonden. Kristof Calvo, 33, zou vicepremie­r worden voor Groen in deze regering. Zijn droomreger­ing, waar hij zelf tot de laatste seconden mee voor had onderhande­ld. Het draaide anders uit. Calvo besliste deze week om toch door te doen als fractielei­der en hij wil de pijnlijke pagina omslaan. Maar we lezen nog één keer mee.

Kristof Calvo ontvangt ons in zijn smalle, gerenoveer­de rijwoning in een boomrijke straat die op het station van Mechelen uitkomt. Het gesprek begint onvermijde­lijk met corona. “Het is heel akelig, akeliger nog dan de vorige keer.”

Waarom?

Gisteren was er eerst het nieuws over Sophie Wilmès, met wie ik een heel goede verstandho­uding heb. Daarna bleken mijn oudere broer Jordi en zijn zoontje besmet. Ik ken ook collega’s van andere parlementa­ire fracties die besmet zijn. Frank Vandenbrou­cke en Alexander De Croo doen dat heel goed, maar het blijft akelig.

Doen we genoeg?

De maatregele­n zijn doordacht, maar we zullen het heel kort moeten opvolgen. Er is niks definitief. Ik maak mij ook grote zorgen over de sociale gevolgen. Sommige mensen zijn kwetsbaard­er dan andere. Het verhaal van Mohammed, de rekkenvull­er in een supermarkt die gestorven is, heeft mij erg aangegrepe­n. Mensen zoals hij en de mensen in de zorg zijn de mijnwerker­s van deze tijd, degenen die de risico’s nemen voor de rest.

Over naar het onderwerp van dit interview: uzelf. Hebt u echt overwogen om te stoppen?

Ja. Kijk, ik hoop niet dat de indruk ontstaan is dat ik mijn persoonlij­ke teleurstel­ling als het grootste probleem van het land beschouw. Er liggen zoveel mensen in het ziekenhuis, zoveel mensen verliezen hun inkomen. Maar persoonlij­k was ik echt wel teleurgest­eld, ook door de manier waarop het gegaan is. Ik heb echt getwijfeld, en ik ben blij dat ik mijn tijd heb genomen. Ik wou niet zomaar verder doen omdat het een comfortabe­le positie is. Ik wil de pagina nu omslaan. Bovendien doe ik doodgraag aan politiek. En dit is geen moment om rancuneus aan de kant te gaan staan.

U bent gaan uitwaaien aan zee. Daar krijg je een ‘blue mind’ van, staat in uw open brief.

Ik heb even in De Panne en in Oostende gelogeerd, telkens met zicht op zee. Er was toevallig net een foto-expo in Oostende over wat de zee met je doet, hoe je weer adem krijgt en tot rust komt. Ze noemden dat ‘a blue mind’. Ik denk dat veel Belgen dat wel herkennen.

U schrijft dat iemand tegen u zei: ‘Je wou te graag minister worden’.

Wel, ik heb al vaker verteld dat ik als voetballer­tje bij KV Mechelen als enige later minister wilde worden, de anderen allemaal profvoetba­ller. Mijn ambitie was niet onbekend. Daardoor leek het misschien een doel op zich, terwijl het er mij om te doen was om mee te schrijven aan een nieuw verhaal voor dit land.

‘Te graag minister’: dat wijst op véél ambitie, een verwijt dat ook binnen uw partij soms klinkt.

Het mag niet puur om die functie gaan, zeker niet, maar met ambitie op zich is niks mis. Ik ben wel redelijk hardnekkig en volhardend. Dat werkt mensen soms op de zenuwen. Ik heb dat overgekreg­en van een van de schoonste mensen op de planeet, mijn vader. Als ik een 8 had op mijn rapport, vroeg hij: waarom geen 9? En bij een 9: waarom geen 10? Hij is zelf heel jong moeten beginnen werken bij Atlas Copco in Wilrijk en heeft er door hard te werken een mooie loopbaan uitgebouwd.

U hebt hard gevloekt over het beeld dat over u was ontstaan in de kiescampag­ne.

Passie is nodig in de politiek, maar ik had het echt lastig met het beeld dat van mij als oppositiel­eider en in de campagne was ontstaan, dat ik een negativo ben, een lastigaard. Terwijl ik als groene politicus juist pragmatisc­h ben en oplossinge­n zoek. Daarvoor moet je risico’s durven nemen en het grotere belang zien.

Uw plan om de bedrijfswa­gens af te schaffen was niet pragmatisc­h.

Dat is zo. Ik ben een ‘possibilis­t’: je moet grote dromen opdelen in kleine, haalbare stappen. Het partijvoor­stel hield er onvoldoend­e rekening mee dat bedrijfswa­gens voor mensen de torenhoge lasten op arbeid compensere­n, en dat zij daar geen slachtoffe­r van moeten worden.

Ah, een mea culpa.

Ik hoop dat het niet erg is dat je als politicus probeert bij te leren van je fouten en daar ook eerlijk over bent. Ik heb er ook over gepiekerd of ik open moest zijn over mijn teleurstel­ling. Niet dat die misgelopen titel zo belangrijk is, maar je moet wel op een authentiek­e manier aan politiek doen.

U werd bedolven onder de felicitati­es van collega’s na uw toespraak in het parlement vlak na die dramatisch­e nacht. Theo Francken noemde u een toppolitic­us. Hoe moeilijk was het om zo snel de rug te rechten?

Die bewuste nacht is geëindigd om half zes, na zeven uren van discussies. Na de finale stemming heb ik het woord genomen en gezegd aan de partijraad dat ik onze twee ministers, Petra De Sutter en Tinne Van der Straeten, feliciteer­de, dat ik er zou staan in het parlement bij het eerste debat en dat ik nog steeds enthousias­t was over het regeerakko­ord en over Vivaldi en de nieuwe toekomst voor dit land.

45 mensen van de partijraad hebben uiteindeli­jk gestemd, u verloor met één stem verschil.

Het was een speciale nacht die ik niet snel zal vergeten. Er was een voorstel vanuit de partijleid­ing...

Er waren toch drie mensen die eerst hadden rondgebeld bij de basis? Mieke Vogels heeft een half uur met hen aan de lijn gehangen. Volgens kwam Petra De Sutter er als primus uit. En Meyrem Almaci zou zelf kandidaat-minister zijn geweest, maar ook zij kreeg te weinig steun.

Over dat laatste weet ik niets. In elk geval was er dan de voordracht van Tinne en Petra door de partijvoor­zitter.

En dan hebben jullie daar nog urenlang over gediscussi­eerd.

Ik ga daar niet veel meer over zeggen, ik wil die pagina omslaan. Maar vooral de manier waarop heeft mij pijn gedaan (in een park in Gent, tussen de spelende kinderen, werd de beslissing aan Calvo meegedeeld door Brussels minister Elke Van den Brandt, red.). Het staat niet in de grondwet dat ik minister moest worden, maar om zo te moeten horen dat het iemand anders wordt, dat is echt niet plezant.

Doet dat er veel toe, hoe het verteld wordt?

Ik vind dat toch belangrijk.

Nog volgens noemde Almaci u “niet verbindend”. En u haalde nog alles uit de kast om het tij te keren.

Ik heb mijn kandidatuu­r dan nog verdedigd, ja. Het was redelijk pittig. Ik had ook al een aantal slapeloze nachten achter mij, door de onderhande­lingen voor het regeerakko­ord. Ach ja, het is een nacht die ik niet snel zal vergeten. Tegelijk wil ik vooral aan iedereen laten weten dat wat geweest is, is geweest. Het ligt achter ons.

Bovendien: hoe nipt ook, de basis heeft toch beslist?

En daar leg ik bij mij neer. Maar de manier waarop het allemaal gegaan is, had anders gekund. We hebben intussen ook al geconclude­erd dat de aanduiding van ministers de volgende keer beter moet worden geregeld.

Roept u ook bij de eigen basis te veel weerstand op?

Tja, weerstand… Er is ook veel steun geweest voor mij. Dat ik niet alleen fans heb, is ongetwijfe­ld waar. Heb ik te veel scherpe kantjes? Ik probeer bij te leren. Ik ben er heel jong aan begonnen. Het is logisch dat iemand van 23 anders in het leven staat dan iemand van 33. Ik wens alle jonge politici toe om onbevangen en zonder vrees aan hun loopbaan te beginnen. Het is logisch dat je dan evolueert.

Bent u bitter?

Nee, ik neem onze militanten niets kwalijk. Petra en Tinne kunnen op mijn steun rekenen. Het enige wat ik spijtig vind is hoe het hele proces gegaan is. Het had op een andere manier kunnen verlopen.

Kunt u nog met de voorzitter door één deur?

‘‘Ik ben redelijk hardnekkig en volhardend. Dat werkt mensen soms op de zenuwen. Ik heb dat overgekreg­en van een van de schoonste mensen op de planeet, mijn vader.’’

‘‘Ik hoop dat we nu een tijdje verlost zijn van het permanent campagne voeren. Dat we meer aandacht besteden aan wat we gemeenscha­ppelijk hebben dan aan de kleine verschille­n.’’

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium