Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Wandelend naar de leiding
Club Brugge staat opnieuw (mee) aan de leiding in de Jupiler Pro League na een wedstrijd waarin het pas na een rode kaart voor Oostende het verschil kon maken. Op de mentaliteit viel deze keer weinig aan te merken, maar qua spelkwaliteit en -intensiteit zagen we opnieuw niet het beste Club. De interlandbreak moet helpen om de batterijen op te laden.
Zou het gebrek aan supporters er toch iets mee te maken hebben? Club Brugge vond zijn draai in deze competitie vanaf september, toen de overheid het licht op groen zette voor fans in het stadion. In de competitie won het vijf keer op een rij en op Standard speelde het gelijk. Ook in de Champions League wist Club zijn enige wedstrijd met publiek te winnen. 17.000 Russen zagen met eigen ogen hoe een uitgekookt blauw-zwart met 1-2 zegevierde in Sint-Petersburg.
Na die klinkende zege speelde Club opnieuw in lege stadions. Vier wedstrijden op rij - in Leuven, tegen Lazio, tegen KV Mechelen en tegen Dortmund won het niet. En ook gisteren was het lang wachten voor de landskampioen het verschil kon maken in Oostende. De stadion-dj van het Albertpark probeerde de sfeer erin te krijgen met supportersgeluiden door de speakers. Maar pas na de tweede gele kaart voor Jelle Bataille slaagde Club erin zijn overwicht in balbezit om te zetten in winst. Tot dan hadden we te veel wandelvoetbal gezien. Te weinig beweging zonder bal en opnieuw weinig doortastend verdedigen van Simon Deli op de tegengoal van Makhtar Gueye. De eerste twee goals van Club kwamen er na een stilstaande fase.
“Toch is dit een verdiende zege”, reageerde Philippe Clement. “We hadden ook tegen elf man het tweede doelpunt kunnen maken. En die rode kaart dwingen we af omdat onze spelers Oostende in de problemen brengen.”
70 procent balbezit
Het was de invalbeurt van Charles De Ketelaere die de wedstrijd hielp kantelen. Jelle Bataille pakte zijn tweede geel door zijn ploegmaat bij de Belgische U21 neer te halen. Met tien tegen elf kon Oostende het niet meer belopen tegen Club Brugge.
“Ik ben tevreden over mijn ploeg”, zei Clement. “Met de pressing die Oostende voert, is het niet makkelijk om de ruimtes te vinden. Dat hebben mijn spelers goed gedaan. We hadden tussen de 65 en 70 procent balbezit. Was alles perfect? Nee, zeker niet. Maar mijn ploeg heeft wel mentaliteit getoond en heeft meer kansen gecreëerd dan de tegenstander. Wij hadden na vorig seizoen de beste fysieke data in de Jupiler Pro League. Dit jaar zijn onze gegevens beter. Maar toch staan we pas op de tweede plaats. Oostende doet het beter qua sprints en lopen aan hoge intensiteit. Dat geeft aan dat er hier heel goed gewerkt is.”
Clement had voor dezelfde elf als in de 0-3-nederlaag tegen Dortmund gekozen. “Niet als statement, wel omdat we tegen Oostende veel diepgang nodig hadden. De drie jongens vooraan
(Diatta,
kunnen
Lang
en
agressief
Dennis,
red.)
pressen. Soms
hebben ze dat goed gedaan, soms minder.”
Dennis is geen spits
Emmanuel Dennis verklaarde drie weken geleden al dat hij een flankspeler is en geen spits. “Zet dat maar in grote letters boven je artikel”, voegde hij eraan toe. Gisteren leek hij zijn gelijk te willen bewijzen met een hemeltergende prestatie. De Nigeriaan maakte keer op keer de foute keuze. Legde niet af als het moest en deed dat wel als het niet moest.
“Dennis heeft al zo veel gezegd”, reageerde Clement. “Ik vond hem vandaag niet overtuigend. Ik ga geen individuele analyse van hem maken. Dat zal ik wel met hem doen om voort te bouwen aan de toekomst. Ik had meer van hem verwacht.”
De interlandbreak is het uitgelezen moment om een balans op te maken en de tweede reeks van drie wedstrijden in de Champions League voor te bereiden. Dat Club opnieuw op kop staat, helpt om de sereniteit te laten terugkeren. “Met het klassement ben ik niet echt bezig”, zei Clement. “Maar dat alles zo dicht bij elkaar staat, geeft alleen maar aan dat er geen enkele ploeg bovenuit steekt. Het geeft ook aan dat wat we vorig jaar hebben gedaan, bijzonder was.”
“Dat er nu een interlandbreak komt, maakt me niet blij. Geen enkele clubcoach is daar blij om”, besloot Clement. “Je wil bepaalde zaken onder controle houden en als spelers uitzwermen naar de nationale ploegen, lukt dat niet. We proberen corona buiten te houden, maar onze spelers zullen nu weer in verschillende bubbels actief zijn. Als coach kan je de situatie alleen maar ondergaan.”