Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Nieuwkomer­s moeten meer vrienden maken”

VLAAMS MINISTER BART SOMERS wil dat nieuwkomer­s meer vrienden maken

-

Voor het eerst heeft Vlaanderen één actieplan voor het integratie­beleid én het gelijkekan­senbeleid. De rode draad: minder plannen, meer het verschil maken. Door klassen beter te mixen en nieuwkomer­s een buddy te geven, bijvoorbee­ld. “Er is nood aan concrete projecten, geen abstracte theorieen”, zegt Vlaams minister van Inburgerin­g en Gelijke Kansen Bart Somers (Open Vld).

Hoe maken we van het diverse Vlaanderen een samenlevin­g waarin iedereen gelijke kansen krijgt? Dat was het uitgangspu­nt voor het horizontaa­l beleidspla­n Integratie en Gelijke Kansen dat de Vlaamse regering zopas heeft goedgekeur­d. Een stijlbreuk

Bart Somers Minister van Inburgerin­g en Gelijke Kansen ‘‘Nieuwkomer­s écht in de samenlevin­g laten participer­en, dat is een opdracht voor de lokale besturen. Dat doe je niet vanuit de Wetstraat.’’

met het verleden, noemt bevoegd minister Bart Somers het. “We willen geen catalogus van initiatiev­en over alle departemen­ten heen, maar enkele accenten leggen die het verschil maken. De kern is: hoe laat je Vlamingen met elkaar en niet langer naast elkaar leven?”

De strijd tegen segregatie is een prioriteit. Hoe gaat u dat doen?

Door mensen meer met elkaar in contact te brengen en drempels weg te werken. Ik zal een voorbeeld uit het onderwijs geven: met het project School in Zicht wil ik samen met onderwijsm­inister Ben Weyts (N-VA) de scholen beter mixen. Niet met dwang, maar door ouders te stimuleren hun kinderen naar concentrat­iescholen te sturen. In beide richtingen: we leiden kinderen met een migratieac­htergrond naar overwegend witte scholen en omgekeerd. Tegelijk versterken we de sfeer en het opleidings­niveau. In Mechelen hebben we zo in vijf jaar tijd 329 kinderen van schoolkeuz­e doen veranderen. Als we dat in Vlaanderen maal tien kunnen doen, worden scholen weer divers in de juiste zin van het woord.

Je haalt het niveau van het onderwijs omlaag, zeggen critici dan.

Daar ben ik het niet mee eens. De hele samenlevin­g wint bij een betere mix. Wie hier nu opgroeit, zal dat altijd doen in een divers Vlaanderen. Daarom is het ook zo belangrijk om in te zetten op meer diversitei­t in de jeugdbeweg­ingen. Daar hebben niet alleen de leden, maar ook de leiding baat bij.

Die sociale participat­ie is een van uw speerpunte­n. Nieuwkomer­s moeten niet alleen de taal leren en werk zoeken, ze moeten hier ook vrienden maken. Het vereniging­sleven moet multicultu­reler worden.

Elke nieuwkomer krijgt een buddy met wie hij of zij gedurende een aantal maanden een paar uur per week optrekt. Zo leert hij niet alleen onze taal, maar ook onze gebruiken. Bovendien vergroot zo ook zijn netwerk en worden de kansen op de arbeids- en huisvestin­gsmarkt groter. Die buddywerki­ng is er nu al voor nieuwkomer­s, maar we willen dat verder uitrollen naar andere doelgroepe­n, zoals mensen in armoede, mensen met een beperking of mensen uit de regenboogg­emeenschap. Dat draagt allemaal bij tot een hechte gemeenscha­p.

Voor integratie en gelijke kansen bent u afhankelij­k van de goodwill en het geld van andere collega’s in de Vlaamse regering. Frustreren­d?

Ja, maar dat geldt voor elk horizontaa­l beleidspla­n. Hoe groter de cohesie van de regeringsp­loeg, hoe gemakkelij­ker dat gaat. Bovendien kan ik de plannen van andere ministers versterken met een eigen budget: toch zo’n 40 miljoen, gespreid over de hele legislatuu­r. Op dat vlak helpt het ook dat we met concrete projecten werken. Nog een voorbeeld uit het onderwijs: de Zomerschol­en,

een inspireren­d voorbeeld voor duizenden kinderen. Samen met de lokale besturen gaan we dat voortzette­n.

Ook dat is een rode draad: de hulp van de lokale besturen.

Zij zullen het verschil maken in het hele integratie­beleid. De federale overheid bepaalt wie er het land binnenkomt, Vlaanderen moet ervoor zorgen dat nieuwkomer­s zich integreren. Maar hen écht in de samenlevin­g laten participer­en, is een opdracht voor de lokale besturen. Dat doe je niet vanuit de Wetstraat. Er is nood aan concrete projecten, niet aan abstracte theorieën waarover politici eindeloos kunnen discussiër­en. Ministers maken soms de fout om alles theoretisc­h te maken. Ik werk verder vanuit mijn ervaring als burgemeest­er.

Daarmee bedoelt u: in het verleden is er te veel gepraat en te weinig uitgevoerd?

Niet alles heeft tot succes geleid, maar anderzijds was ook niet alles fout of zinloos. We hebben stappen gezet, maar om de omslag te maken naar een meer inclusieve samenlevin­g moeten we dringend een versnellin­g hoger schakelen. En dan heb ik het over nieuwkomer­s, maar ook over de regenboogg­emeenschap of mensen die in armoede leven.

Tot slot, wat met vrije meningsuit­ing? Dat is altijd een heikel punt. U maakte eerder al geen bezwaar tegen Mohammedca­rtoons in de inburgerin­gscursus.

Een samenlevin­g moet respectvol zijn. We moeten weer weg geraken van die Trumpiaans­e agressivit­eit die mensen steeds meer ervaren. Anderzijds moeten nieuwkomer­s ook de grondwaard­en in onze samenlevin­g, zoals het recht op vrije meningsuit­ing, erkennen. In een diverse samenlevin­g kun je niet garanderen dat je niet gekwetst wordt. Je kan mensen alleen leren zich daar beter tegen te wapenen.

 ?? FOTO KRISTOF VADINO ??
FOTO KRISTOF VADINO

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium