Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Deme baggert 100 meter diep
Nieuw schip Bonny River zuigt zand van zeebodems en laat water proper achter
Het baggerbedrijf Deme uit Zwijndrecht heeft twee nieuwe schepen gedoopt. Een van de nieuwe schepen, de Bonny River, kan tot meer dan honderd meter diep zand en slib van de zeebodem zuigen.
Deme heeft twee nieuwe sleephopperzuigers gedoopt: de Meuse River (8.300 kubieke meter groot) en de Bonny River (15.000 kubieke meter groot). Het zijn schepen die sterke motoren en pompen hebben, waarmee ze onder meer zand, klei en slib van de waterbodem kunnen zuigen. Tijdens de doop werd een fles met champagne tegen de romp van de schepen stukgeslagen. Dat ritueel zou geluk moeten brengen.
Op de Meuse River is plaats voor vijftien bemanningsleden. Op de Bonny River kunnen dertig mensen aan boord. Vooral de Bonny is speciaal. “We kunnen er in een zeer harde bodem mee baggeren en tot meer dan honderd meter diep gaan”, zegt Jan Gabriel, hoofd van de dienst nieuwbouw bij Deme. “We hebben daarvoor een al eerder gebruikte installatie aan dit nieuwe schip vastgemaakt. Deze constructie is zeer uitzonderlijk. Slechts een handvol schepen ter wereld kan op een diepte van meer dan honderd meter baggeren.”
De meeste schepen van Deme, waaronder ook de nieuwe Meuse River, baggeren doorgaans 35 tot 40 meter diep. Waarom is het nuttig om tot honderd meter diep te kunnen baggeren? “Een van de voordelen is dat we dan de zeedieren minder storen omdat er heel diep in de zeebodem geen zonlicht en dus weinig leven is”, zegt Jan Gabriel.
Putten maken voor de olie-industrie
Ultradiepe baggerwerken zijn bijvoorbeeld nuttig voor de olieindustrie. “In het verleden hebben we de installatie die we nu aan de Bonny River hebben bevestigd, op een ander schip gebruikt om de infrastructuur voor oliewinning in de Canadese Oostkust te beschermen”, zegt Jan Gabriel. “Daar komen soms ijsbergen voorbij die meer dan honderd meter diep zijn. Ze maken krassen in de apparatuur die wordt gebruikt om olie uit de zeebodem te halen. Wij hebben met onze installatie putten gemaakt op zo’n honderd meter diepte. In die putten kan de olieinfrastructuur zich voor de ijsbergen verschuilen.”
Ook de Italiaanse overheid is dol op de diepe baggerschepen van Deme. “We hebben onze installatie al gebruikt om het zand op de Italiaanse stranden bij te vullen”, zegt Jan Gabriel. “De Italiaanse overheid wil niet dat we vlak voor het strand baggeren omdat onze schepen het uitzicht voor de toeristen zouden kunnen verstoren. Daarom halen we ver van de kust zand uit de zeer diepe zeebodem.”
Toch zal de Bonny River niet alleen voor opdrachten op een zeer grote diepte worden gebruikt. Vandaag dient het schip gewoon om te baggeren in de Duitse rivier Elbe, om ervoor te zorgen dat grote containerschepen de haven van Hamburg kunnen binnenvaren. Voor die opdracht zal trouwens ook Meuse River, dat andere nieuwe schip, worden ingezet.
Water is minder troebel
Naast de zeldzame diepgang heeft de Bonny nog een ander voordeel: hij laat het water na het baggeren minder troebel achter. Dat komt door een gesloten recirculatiesysteem. Dat zorgt ervoor dat het water dat met de zanddeeltjes mee naar boven wordt gehaald, maar waar Deme niets mee kan doen, via een sleepkop heel geconcentreerd terug in zee wordt gestort. Daardoor wordt de goudgele kleur die dat water heeft, omdat het zich met de zanddeeltjes heeft vermengd, niet wijd verspreid.