Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Vier manieren om de F1 te redden
Fans haken massaal af wegens te voorspelbaar en saai
De kans is groot dat Lewis Hamilton zich dit weekend in Turkije voor de zevende keer tot wereldkampioen F1 kroont. Het is gissen naar het aantal kijkers die de festiviteiten zullen gadeslaan, maar het zullen er minder zijn dan de F1-bobo’s verwachten. Want de F1 is na ettelijke seizoenen met een identiek scenario een groot deel van zijn fanbasis kwijt. Vier manieren om dat euvel te herstellen.
1. GEEF VERSTAPPEN EEN COMPETITIEVE BOLIDE
Dat Lewis Hamilton een van de beste rijders van zijn generatie is, is ondertussen genoeg bewezen. Maar geen enkele rijder is onklopbaar, op voorwaarde dat de concurrentie over evenwaardige wapens beschikt. En daar knijpt het schoentje, nu al zeven jaar lang. Geen enkel team blijkt in staat om Mercedes het vuur aan de schenen te leggen. En omdat Lewis Hamilton nooit over een evenwaardige teammaat beschikt – neen, ook Nico Rosberg was dat niet – heeft hij het rijk voor zich alleen. Max Verstappen beschikt
wel over het talent en de vastberadenheid om daar iets aan te veranderen, maar niet over de juiste wagen. Na de Vetteldominantie tussen 2010 en 2013 slaat men bij Red Bull Racing keer na keer de bal mis. Hoog tijd dat iemand Verstappen een degelijke machine onder de kont duwt. Of dat Verstappen bij Mercedes teammaat wordt van Lewis Hamilton.
2. ZESTIEN RACES
IS GENOEG
Eerder deze week werd de F1kalender voor 2021 bekendgemaakt. Alsof er geen wereldwijde coronacrisis heerst, is men bij F1-promotor Liberty Media vast van plan om op 21 maart in Australië aan een seizoen van 23 races te beginnen. Eén plaatsje moet wel nog worden ingevuld, want in Viëtnam heeft de organisator nu laten weten dat er geen grand prix komt. Wie dat ook wordt, het wordt een overbodige race. Net zoals een F1-seizoen het makkelijk met vijf of zes races minder kan stellen. De beste manier om toeschouwers of tv-kijkers naar een grand prix te lokken, is door er voor te zorgen dat het evenement over enige exclusiviteit beschikt. En zo kunnen circuits als Barcelona, Le Castellet of Abu Dhabi – die keer op keer een draak van een race opleveren – meteen definitief worden afgeserveerd.
3. ZORG VOOR ONVOORSPELBAARHEID
Als er één ding is wat het coronaseizoen van de F1 heeft bewezen, is het dat de koninginnenklasse van de autosport afwisseling nodig heeft. Door nieuwe circuits te bezoeken bijvoorbeeld. Het Italiaanse Mugello en het Portugese Portimao leverden onderhoudende kijkstukken op, enkel en alleen omdat de teams die circuits niet door en door kenden en die tracés dus ook niet op voorhand stuk konden analyseren. Een beetje onvoorspelbaarheid levert meteen heel wat spektakel op. Net zoals het schrappen van enkele vrijdagse oefensessies een vergelijkbaar resultaat produceerde. Nu hoeft niet de hele kalender voor elk seizoen worden overhoop gegooid, maar een beetje variatie zou geen kwaad kunnen.
4. LEG EEN ÉCHTE BUDGETBEPERKING OP
Vanaf 2021 wordt de teams een steeds strengere budgetbeperking opgelegd. In 2023 moet dat resulteren in een maximaal jaarbudget van 115 miljoen euro. Ter vergelijking: wereldkampioen
Mercedes spendeerde in 2019 nog een dikke 370 miljoen euro aan zijn F1-team. Die budgetbeperking zou de scheve geldsituatie tussen de grote en de kleine renstallen enigszins moeten rechttrekken, en die middenmoters een kans moeten geven om zich met de toppers te meten. Maar het kan nog beter, want er zijn een paar uitgavenposten die voorlopig niet onder die restricties vallen. Rijdersalarissen bijvoorbeeld, en het loon van de drie best betaalde personeelsleden. Gelukkig lijkt de kans groot dat ook daar verandering in komt. Er ligt een voorstel op tafel om die rijders (twee per team) per seizoen niet meer dan 25 miljoen euro te betalen. Nu alleen nog een sluitende manier vinden om die budget cap te controleren.