Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik neem aan dat we na dit seizoen wel eens aan tafel zullen zitten”
Nikola Storm wil zondag in het Regenboogstadion zijn herwonnen basisplaats extra glans geven
Nikola Storm (26) staat er weer. Door een grijze seizoensstart verdween de Oost-Vlaming naar de bank, iets wat hem in vier jaar niet meer was overkomen. Maar kijk, na nauwelijks vijf matchen kwam de winger opnieuw aan de oppervlakte, nota bene op veld van Club Brugge, waar hij een groot deel van zijn jeugd doorbracht. “Na al die pandoeringen tegen Club deed het deugd om éíndelijk eens iets terug te doen.”
Wanneer we hem kort na de middag videobellen, krijgen we Storm in Mechels trainingsplunje te zien. “Ik moet me dadelijk nog wassen”, geeft hij aan. Douchen op de club kan niet meer. Ontbijten en lunchen evenmin. Het is gelukkig een zonnige herfstdag, in tegenstelling tot andere trainingsdagen. “Ik zat al eens helemaal onder de modder, ja. Meestal voorzie ik extra kledij en een handdoek om niet helemaal besmeurd naar huis te moeten rijden. Maar toegegeven: mijn auto is vuiler dan anders.” (lacht)
Het voornaamste is dat je, in tegenstelling tot veel ploegmaats,
gespaard bleef van corona.
“Nochtans was ik een tijdje ziek. Bij elke coronatest zat ik
te bidden: ‘Please, laat mij niet
positief zijn.’” Het was uiteindelijk een verkoudheid die de kleine (zijn zoontje Arthur,
red.) had meegebracht van de crèche.”
Volgende week viert Arthur zijn eerste verjaardag. Wat gaat het snel.
“Klopt, de 26ste is hij jarig. Een droomkindje. Nooit lastig, hij slaapt de klok rond. Wel een energiek ventje, hoor. Dat heeft hij blijkbaar van geen vreemden. Mijn ma zegt dat ik als kind voortdurend stond te springen in mijn park.”
Gelukkig kan je jouw energie opnieuw kwijt op het veld, na vijf duels bankzitten.
“Ik werd terug gekatapulteerd naar mijn Brugse periode. (knipoogt) Het was wel aanpassen, moet ik zeggen. Na vier jaar bijna alles te hebben gespeeld. Al besefte ik ook wel dat ik niet het niveau haalde van de seizoenen voordien.”
Je bent iemand die zijn teleurstelling makkelijk laat zien. Was dat nu ook zo?
“Toch wel. Toen de coach me zei dat hij iets anders wilde proberen, reageerde ik: ‘Maar allez, waarom?’ Achteraf moet je die beslissing een plaats kunnen geven, en voortwerken om weer in die ploeg te geraken. Ik zal, zoals bij een vervanging bijvoorbeeld, mijn ontgoocheling ventileren, maar dat even snel laten passeren.”
Praat je daar dan met iemand over?
“Mijn vriendin (Paulien Scheire,
red.) en mijn ouders zijn mijn uitlaatkleppen. Tegen hen kan ik mijn zegje doen en ook negatievere dingen vertellen dan elders. Zij helpen mij alles te relativeren en pompen me moed in.”
Omgaan met een bankzittersstatuut is vaak ook een mentale kwestie.
“Da’s altijd een minder punt geweest bij mij. Vooral in Brugge speelde de mentale sterkte me parten. Ik kwam net van de schoolbanken. Het profwereldje was compleet nieuw voor mij. Ondertussen ben ik 26 en leer ik op een volwassen manier met tegenslagen om te gaan.”
Da’s inderdaad aardig gelukt. Tegen Club kwam je weer in de ploeg mét een assist voor de gelijkmaker van Schoofs.
“Het deed deugd om, zéker op Jan Breydel, beslissend te zijn.”
Bespeur ik daar een grijns?
(Lacht) “Neen, hoor. Maar zowel met KV Mechelen als met Zulte Waregem werd het in het verleden altijd een pandoering tegen Club. Na zo vaak op je ‘bakkes’ te krijgen, deed het deugd om éíndelijk iets terug te doen. Zeker omdat we eerst 2-0 achter kwamen.”
Hoe vaak heb je al teruggedacht aan de verplaatsing van vorig seizoen naar het Regenboogstadion?
“Toch al een paar keer. Direct een goal en een assist in onze eerste match in 1A. Niemand verwachtte dat we daar meteen zouden winnen. We gingen door op de flow van het promotiejaar. Het was ook een statement: ‘We
gaan ons hier niet laten doen’.”
Het was het begin van een mooi seizoen, terwijl het nu allemaal wat tegenzit.
“Klopt. De vele kansen vertaalden zich onvoldoende in goals en punten. Maar het is aan het keren, hé. Twee gemaakte goals in Brugge, drie tegen Charleroi…”
Ook jouw statistieken zijn nog niet zoals we van jou gewoon zijn. Één doelpunt en één assist in elf duels.
“Ik besef dat het beter moet. In de jeugd haalde ik elk seizoen behoorlijk wat rendement, maar een pure afwerker zal ik nooit worden. (lacht) Neem nu die uitstekende mogelijkheid tegen Charleroi voor de rust. Die stap moet ik nog zetten: koelbloedigheid tonen en die kans wél afmaken.”
In dat geval lonkt de stap naar een Belgische topclub.
“Misschien wel. Het draait allemaal om rendement, hé. De seizoensstart was minder, ook voor mij persoonlijk. Maar dat kunnen we nog rechttrekken.”
Wie weet krik je zo ook je marktwaarde weer op. Die ligt nu op 1,4 miljoen euro, terwijl dat een jaar geleden nog 2,5 miljoen was.
(Schrikt op) “In mijn hoofd klinkt 2,5 miljoen als ‘veel geld’. Da’s in mijn ogen te veel. Als ik zelf een prijs op mijn hoofd zou moeten plakken, denk ik eerder aan anderhalf miljoen.”
Een koopje, voor een Belgische winger met snelheid en doelgerichtheid.
“Da’s waar, want de Belgen zijn gegeerd tegenwoordig. Doe toch maar 2,5 miljoen wanneer een Belgische topclub komt aankloppen.” (knipoogt)
Kreeg je afgelopen zomer aanbiedingen?
“Er waren wat geruchten, maar niets concreets. In deze coronatijden speelde ik niet met het idee om te vertrekken. En ik kan me voorstellen dat de aanbiedingen die tegenwoordig gedaan worden lager liggen dan een jaar geleden. Mijn contract bij Mechelen loopt nog tot 2022. Ik neem aan dat we na dit seizoen wel eens aan tafel zullen zitten om de toekomst te bespreken.”