Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Elk anoniem graf zal onderzocht worden”
Cel Vermiste Personen verzamelt DNA-stalen van onbekende overledenen
Op onze kerkhoven liggen 180 lichamen of lichaamsdelen begraven van personen van wie de identiteit niet gekend is. En dat zint de Cel Vermiste Personen allerminst. Want hoeveel van die onbekende personen zijn eigenlijk vermiste personen? De cel van Alain Remue wil van elk van hen een DNA-staal hebben om later mee te kunnen vergelijken. Een titanenwerk, onder de naam
Operatie Kerkhof.
Corrie van der Valk. De zaak rond de telg van de gelijknamige Nederlandse hoteldynastie illustreert als geen ander de opzet van Operatie
Kerkhof. In januari 2001 verdween de vrouw plots. In 2018 ontdekte de Cel Vermiste Personen tijdens een herlezing van cold cases dat haar lichaam al die tijd begraven lag op het kerkhof van het Waalse Profondeville. Onder “X”, een onbekende vrouw die bij een aanrijding door een trein onherkenbaar was verminkt.
Hoeveel van die oplossingen liggen nog op onze kerkhoven begraven? “Onze cel is sinds 2001 ook belast met het identificeren van lichamen en lichaamsdelen”, zegt Alain Remue, diensthoofd Cel Vermiste Personen. “Voorlopig zijn er dat 180 op onze kerkhoven, waarvan de oudste tot 1985 teruggaan. Maar zeker van dat aantal zijn we niet. We zijn ook overtuigd dat niet alle begravingen onder X tot bij ons zijn doorgesijpeld. Wij zullen daarom alle gemeenten van het land systematisch aanspreken om ons alle inlichtingen over onbekenden op hun begraafplaatsen door te spelen.”
Een onbekende wordt in de gemeente begraven, waar hij of zij gevonden wordt. “Maar wij weten ook niet hoeveel begraafplaatsen elke gemeente telt”, zegt Remue. “Daar kan het al mislopen. Wij willen de gemeenten vooral verzoeken om geen graven van onbekende personen op te ruimen zonder ons op te hoogte te brengen, zodat wij alsnog een DNA-staal van de overledene kunnen nemen.”
Puzzelwerk
Want daar draait het uiteindelijk om: een zo groot mogelijk aantal DNA-stalen van niet-geïdentificeerde overledenen vergaren, om er later zo veel mogelijk vermissingen in binnen- en buitenland mee op te lossen. “DNA is daarvoor het meest accurate middel”, zegt Remue. “De juiste leeftijd van een bot inschatten kan slechts bij benadering. Het verband leggen tussen de plaats waar dat bot ligt en een vermiste persoon is vaak nog minder evident.”
DNA is voor elke identificatie van een lichaam(sdeel) van doorslaggevend belang geworden. Op voorwaarde dat er een ‘hit’ is: een overeenkomst met een ander staal, maar ook met een dossiernummer. En dat is niet vanzelfsprekend. “Niet elke verdwijning werd of wordt aangegeven”, zegt Remue. “Er zal dus ongetwijfeld heel wat puzzelwerk bij komen kijken, opzoekingen bij forensische laboratoria, bij speurders van destijds en in registers allerhande alvorens wij naar een familie zullen kunnen stappen met de melding dat wij weten wat hun geliefde is overkomen. En dan nog moeten we beseffen dat we sommige cases helaas nooit zullen kunnen oplossen.”