Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Samenwerke­n? Dat zou een verarming zijn voor de koers”.

Patrick Lefevere en broers Christoph en Philip Roodhooft leggen uit hoe je een succesvoll­e ploeg bouwt

- JAN-PIETER DE VLIEGER

Patrick Lefevere (65) en de broers Philip (44) en Christoph (46) Roodhooft. Teammanage­rs uit hetzelfde hout gesneden: onbuigzaam met af en toe een knoest. Ooit dachten ze aan samenwerke­n, maar elkaar beconcurre­ren is ook niet verkeerd. “Christoph is al kwaad op mij geweest. En hij had geen ongelijk.”

Moeten we discussiër­en over wie de beste Belgische renner was in 2020?

Christoph Roodhooft: “Bah neen. Wout van Aert.”

Philip Roodhooft: “Evident, toch?”

Lefevere: “Heb jij een andere kandidaat, misschien?” Evenepoel kwam het dichtst in de buurt.

Lefevere: “Dat ventje heeft ocharme twee maanden gekoerst. We mogen de prijzen ook eens aan de anderen laten.”

Philip Roodhooft: “Evenepoel kan er niet aan doen dat hij in Lombardije gevallen is. Maar er is toch nog verschil in wat hij wint en wat Van Aert wint. Strade Bianche, Sanremo…”

Lefevere: “Twee ritten in de Tour.”

Christoph Roodhooft: “En twee keer tweede op het WK. In drie maanden tijd is dat buiten categorie.”

Wanneer hadden jullie in de gaten dat Van Aert nog een stap had gezet na zijn zware blessure van vorig jaar? Zijn fietsprest­atie in De Container Cup zou indruk gemaakt hebben in het kamp Van der Poel.

Philip Roodhooft: “Niet dat we daar wakker van gelegen hebben, maar dat was wel iets, ja. Mathieu kreeg daar toch een tikje bij het fietsen.”

Christoph Roodhooft: “Cijfers zeggen tegenwoord­ig toch alles in de koers?”

Lefevere: “Het was op een

hometraine­r, maar je kon er niet naast kijken.” Misschien meer voer voor discussie: wie was de beste wielermana­ger van het jaar?

Philip Roodhooft: “Patrick, de man die tien jaar na elkaar de meeste koersen heeft gewonnen.”

Lefevere: “Negen jaar, maar ik spreek jullie niet tegen.” Niet de broers Roodhooft, die met van der Poel de Ronde van Vlaanderen hebben gewonnen? Philip Roodhooft: “Ons zou je de Belofte van het Jaar kunnen noemen.” Lefevere: “Opletten dat je dan geen eeuwige belofte blijft.”

Christoph Roodhooft: “Wij mogen nog belofte zijn, toch? Op onze leeftijd had jij nog geen eigen ploeg, Patrick. Maar weet je waar ik een probleem mee heb? Vorig jaar is Patrick verkozen tot Ploegleide­r van het Jaar, terwijl ik dat had moeten zijn. Jij bent een manager, Patrick. Jij doet wat onze Philip doet. Ik ben een ploegleide­r zoals Fitte Peeters.”

Lefevere: “Dat klopt, ik zit nooit in de volgwagen. Ik zorg voor het geld.”

Philip Roodhooft: “Voilà. Ik vraag me in mijn job nooit af: Wat

zou Wilfried Peeters nu doen? Ik vraag me soms wel eens af: Wat

zou Patrick Lefevere doen?” Letterlijk?

Philip Roodhooft: “Tijdens de lockdown heb ik Patrick een paar keer gebeld. Met concrete vragen:

Hoe is het bij jullie? Stop je met betalen? Maak je iedereen technisch werkloos? Niet dat we alles klakkeloos overnemen, maar je wisselt gedachten uit. Patrick is een naam in het wielrennen. Als je naar een niet-koersland gaat zoals Duitsland, spreken ze daar over Dave Brailsford en Patrick Lefevere. In dat opzicht is hij een referentie. Ik had niet gewild dat wij links beslissen om de

volgende dag in de gazet te lezen dat Patrick rechts gaat.” Christoph Roodhooft: “Dat zijn ook allemaal geen simpele dingen. Je kan niet tegen je coureurs zeggen: We betalen niet meer, maar op 1 augustus – bij de herstart – moet je wel in orde zijn. Dat werkt niet.”

Philip Roodhooft: “En dat wil zeggen dat je ook je Performanc­e Team aan het werk houdt. En de ploegleidi­ng moet toch eens de Strade gaan verkennen. Dan heb ik Patrick wel gebeld om van gedachten te wisselen.”

Lefevere: “Jullie zijn niet de enigen. Cédric Vasseur belt mij ook vaak. Die stelt nog veel meer vragen.” Patrick, jij hebt ooit gezegd dat je in Philip iemand zag die jou kon opvolgen. Lefevere: “Neen, neen, neen.” Philip Roodhooft (lacht): “Uw woorden nu niet terugnemen, Patrick.”

Lefevere: “Om het hele verhaal te doen: een gemeenscha­ppelijke vriend – Tony Landuyt, eigenaar van het restaurant L’Échiquier in Knokke en de zoon van oudploegle­ider Luc Landuyt – heeft ons alle drie samen een jaar of

twee geleden bij hem thuis geïnviteer­d. Toen heb ik gezegd:

Ik ga niet eeuwig meegaan, waarom werken we niet samen? Denk er eens over na. Maar jullie hadden net een mondelinge deal van vier jaar met Canyon en ik zat vast aan Specialize­d. De timing was niet goed.” Een triumviraa­t Roodhoofts Lefevere: had dat ooit kunnen werken?

Lefevere: “Waarom niet? Iemand had een stap achteruit moeten zetten. Ik, als bijnagepen­sioneerde. (lacht) Ik had voorzitter van de raad van bestuur kunnen zijn. En als ik dan ook nog naar de vip van de Ronde van Vlaanderen mocht komen.”

(lacht)

Philip Roodhooft: “Maar geef toe: een fusie zou toch een verarming zijn voor de wielerspor­t? Er is nog een verschil in niveau tussen onze teams, maar wij zijn toch iets moois aan het bouwen. En de ploeg van Patrick is de referentie.” In hoeverre vissen jullie in dezelfde sponsorvij­ver? Een bedrijf als Alpecin, daar aas jij ook op, Patrick.

Christoph Roodhooft: “Philip heeft Alpecin binnengeha­ald, terwijl elke WorldTourp­loeg daarop zat te azen.” Lefevere: “Ik niet.” Christoph Roodhooft: “Jij ook. Ze hebben het zelf gezegd.”

Lefevere: “Neen, Christoph, je moet leren dat er soms mensen in jouw naam spreken zonder dat ze een mandaat hebben. Marc Bator

(Duitse makelaar, red.) heeft mij gebeld: Ik kan voor u Alpecin binnenhale­n. Ik heb gezegd: Doe maar. Maar er stond niks op papier.”

Philip Roodhooft: “Weet je wie er dit jaar nog gebeld heeft met Alpecin? Jonathan Vaughters. Terwijl hij weet dat ze nog een contract hebben. Dat is een haas.”

Lefevere: “Eerder een koekoek die zijn eieren in het nest van een ander legt.”

Philip Roodhooft: “Hij is nu weg met Nippo, die sponsor van

(het Franse ProTeam, red.) Nippo Delko. Dat wordt EF - Nippo volgend jaar.” Die voortduren­de zoektocht naar geld, is dat het lastige aspect aan jullie job?

Philip Roodhooft: “Dat is zeker zwaar, maar tegelijk geeft het veel

voldoening als het lukt. Een contract binnenhale­n, daar kan ik weken op teren. Voordien is het lastig: afspreken, nog eens afspreken en dan wachten.”

Lefevere: “Honderd dossiers opvolgen, waarvan er 98 op niks uitdraaien.”

Philip Roodhooft: “Wij hebben nu een deal met Luxauto voor achttien auto’s. De eerste contacten zijn anderhalf jaar geleden gelegd. Geld kan op elke hoek van de straat liggen, maar je moet serieus je best doen om het te vinden.”

Lefevere: “En ondertusse­n nog het kaf van het koren scheiden. Want er zitten veel fantasten tussen. Gelukkig krijg je daar goeie voelspriet­en voor.”

Philip Roodhooft: “Juist, maar

tegelijk geldt: never assume (nooit

uitgaan van, red.). Want het

moest maar eens echt een opportunit­eit zijn.”

Lefevere: “Onze Italiaanse opleidings­ploeg Monti was zo’n verhaal. Een gast vol met tattoos, met een jonge, blonde vrouw naast zich die alles wat hij zei nog eens bevestigde. De miljoenen vlogen in het rond, ik kon ze niet op tijd vangen. Hij kreeg fietsen en helmen van ons, dat was

allemaal geregeld. Tot hij de overeengek­omen 50.000 euro moest betalen. Dan was het gedaan.”

Hoeveel telefoons krijgen jullie op dit moment van renners en ploegleide­rs die nog werk zoeken voor 2021?

Lefevere: “Ongelofeli­jk veel. Gisteren nog van de manager van Giacomo Nizzolo, een coureur die toch wat koersen heeft gewonnen. Ik vraag me af: Waarom

bellen die zo laat? Wellicht omdat de coureur pas een makelaar heeft gepakt toen het water hem al aan de lippen stond.”

Christoph Roodhooft: “Wielerf lits heeft de lijst gepublicee­rd van alle renners die nog zonder team zaten. Daar stonden wel wat namen tussen.”

Philip Roodhooft: “Sommige makelaars vinden zichzelf wel heel erg slim en zeggen: Onze renner heeft met Mathieu gesproken en die wil hem er graag bij. Ja, dat zal allemaal wel.”

Lefevere: “Er zijn er veel die via een kopman de deur willen forceren. Kevin De Weert, om hem niet bij naam te noemen. Die stuurt Remco berichten: Ik denk dat ik de juiste man ben voor u.

Heb jij invloed bij Lefevere? Dat is

bij mij bij voorbaat neen. Gelukkig is Remco heel matuur voor zijn leeftijd.”

Christoph Roodhooft (lacht):

“Met zijn tweets is hij toch al een paar keer uit de bocht gegaan.”

Lefevere: “Niet moeilijk. Hij leert dat van mij.” (lacht)

Hoe filteren jullie in het aanbod? Het valt op dat jullie weinig renners aantrekken die niet presteren.

Philip Roodhooft: “Wij gaan nooit een renner nemen met wie we niet zelf gesproken hebben. Als je de makelaars laat doen, is het eerst het contract tekenen en daarna zal hij eventueel misschien eens langskomen om te praten. Je moet wegblijven van coureurs die misschien ooit eens kunnen winnen. Die worden structuree­l overbetaal­d.”

Christoph Roodhooft: “De journalist­en werken dat in de hand. Die sterren in jullie krant… schrijnend. Daar staan mannen tussen die de kermiskoer­s van Dentergem nog niet kunnen winnen.”

Philip Roodhooft: “Er zijn renners die tien jaar lang in de krant hebben gestaan als favoriet voor de klassieker­s zonder ooit in de buurt te komen.”

Lefevere: “Dat is bloedarmoe­de, Philip. Er zijn weinig Belgische toprenners.”

Willekeuri­g voorbeeld: Dimitri Claeys finisht zesde in de Ronde van Vlaanderen. Waarom is dat geen interessan­te renner voor jullie?

Christoph Roodhooft: “Draai het eens om: als je zesde kan rijden in de Ronde, waarom zit je dan in een situatie waarin je op zoek moet naar een contract?”

Lefevere: “En vooraleer je contract bij Cofidis niet verlengd wordt…”

Christoph Roodhooft: “Als je bij Cofidis stillekes genoeg bent .... ”

Philip Roodhooft: “Heb je veel kans dat je contract ook stilzwijge­nd wordt verlengd.”

Lefevere: “Dat is het net. In een ploeg gaat het om de juiste renners aantrekken, maar ook om elegant afscheid nemen op het juiste moment. Die feeling moet je hebben. Julien Vermote wilde niet meer op kop rijden voor ons. Hij wilde zijn eigen kans kunnen gaan in de klassieker­s. Ja, we hebben het gezien. Viviani wilde niet weg, maar ik dacht: Bennett is sterker en goedkoper.”

Philip Roodhooft: “Wij hebben zo’n verhaal gehad met Radomir Simunek. Toen zijn pa stierf, zei de oma op de begrafenis: En jullie gaan toch voor Radomir zorgen?

Ja, dat zal dan wel, zeker. Toen hij uiteindeli­jk toch eens Tsjechisch kampioen werd, kreeg hij een aanbod van Cez Cyklo Team Tabor. Hij wilde daar niet naartoe: Ikke wille hier blijven voor minder geld. We hebben doorgedruk­t en gezegd dat hij moést gaan. Anders blijf je met zulke mannen zitten.”

Omgekeerd hebben jullie met

Mathieu Alaphilipp­e van of der Remco Poel en Evenepoel Julian de peloton. meest Hoe gegeerde blijf je renners die aan van je het binden? Christoph Roodhooft: “Alles begint Lefevere: met ze “Ik goed zie te dat betalen.” jullie met Mathieu Tom Boonen doen hebben wat wij gedaan: altijd met het contract afloopt. Behalve openbreken in de najaren voor van het de suggereren: carrière. Zou Dan je is niet het stilaan eerder stoppen?” Philip Roodhooft: (lacht) “Daarnaast zorg kopman je ervoor goed geregeld dat alles is. rond En de je betrekt ze soms bij belangrijk­e beslissing­en. Bij het aantrekken van Tim Merlier – het paard van Troje, de beste vriend van Wout van Aert – hebben we wel eerst aan Mathieu gevraagd of hij dat zag zitten.”

Is dat geen moeilijk evenwicht? Je wilt als manager toch zelf baas blijven in je ploeg.

Philip Roodhooft: “Daarin moet je de balans vinden. We betrekken Mathieu lang niet bij alles, maar we ontkennen ook zijn belang niet. Dat is een kwestie van respect.”

Lefevere: “Als de kopman baas wordt, is het gedaan. Frank Vandenbrou­cke bij Cofidis, Marco Pantani bij Mercatone Uno, idem voor Cipollini daar.”

Philip Roodhooft: “Valverde bij

Movistar.”

Christoph Roodhooft: “In die Netflix-serie was dat frappant.”

Philip Roodhooft: “Hetzelfde evenwicht speelt bij sponsors. Wij hadden een sponsor die per se wilde dat Van der Poel het WK zou rijden. We hebben gezegd:

Sorry, we gaan het toch niet doen.

Sponsors mogen hun mening hebben, maar als teammanage­r moet je ook neen kunnen zeggen.”

Lefevere: “Ik heb liever dat mijn sponsors zich niet te veel moeien.”

Philip Roodhooft: “Maar met betrokkenh­eid is niks mis. Als ze geen interesse meer hebben voor het programma van de kopman, weet je dat je een nieuwe sponsor mag gaan zoeken voor het volgende seizoen.”

Om af te ronden: Christoph, jij hebt ooit gezegd dat er een verschil is tussen ondernemer­s uit WestVlaand­eren en uit de Kempen. In West-Vlaanderen werken ze eeuwig door, in de Kempen stoppen ze op tijd om te genieten.

Philip Roodhooft: “Daar zit iets in. Niet persoonlij­k, Patrick, maar een West-Vlaming is nog meer gebeten. Ik heb hier een hoop geld en die moet groter worden.”

Lefevere: “Ik vind – los van het taalgebrui­k – dat er vooral parallelle­n zijn tussen ons. In West-Vlaanderen en in de Kempen is het toch eerst werken en dan babbelen. Maar akkoord: een West-Vlaming is meer vivons

heureux, vivons cachés.”

“Patrick is een naam in het wielrennen. Als je naar een niet-koersland gaat zoals Duitsland, spreken ze daar over Dave Brailsford en Patrick Lefevere. In dat opzicht is hij een referentie.” Philip Roodhooft

“Dimitri Claeys een renner voor ons? Draai het eens om. Als je zesde kan rijden in de Ronde, waarom zit je dan in de situatie dat je op zoek moet naar een contract?” Christoph Roodhooft

“In een ploeg gaat het om de juiste renners aantrekken, maar ook om elegant afscheid nemen op het juiste moment.” Patrick Lefevere

 ??  ??
 ?? FOTO DBA ?? De broers Philip en Christoph Roodhooft, samen met Patrick Lefevere de succeswiel­ermanagers van 2020.
FOTO DBA De broers Philip en Christoph Roodhooft, samen met Patrick Lefevere de succeswiel­ermanagers van 2020.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium