Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Laten we hopen dat we die avondklok nooit meer nodig hebben”
Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden stelt vandaag beleidsplannen voor
Na ruim vijftig dagen als minister van Binnenlandse Zaken stelt Annelies Verlinden (42) vandaag in de Kamer haar beleidsplannen voor. De Antwerpse juriste kwam uit het niets de Wetstraat binnengewandeld, maar draait intussen mee alsof ze nooit iets anders deed. Tussendoor wil ze ook perspectief bieden. “In openlucht Kerstmis vieren met enkele mensen rond een vuurkorf? Dat is denkbaar, ja.”
Annelies Verlinden werd vanuit de advocatuur naar de Wetstraat gekatapulteerd. CD&V-voorzitter Joachim Coens wist haar te overtuigen om een topfunctie bij DLA Piper in te ruilen voor de onzekere wereld van de politiek. Spijt van de overstap heeft ze niet, hooguit heimwee, af en toe. Als een uitspraak verkeerd begrepen wordt bijvoorbeeld, zoals afgelopen weekend. Want nee, de politie zal ook op Kerstmis niet zomaar komen aanbellen om te tellen met hoeveel je aan tafel zit.
Na een korte inloopperiode stelt Verlinden vandaag in de Kamer haar beleidsplannen voor. En dat maakt haar – ook na achttien jaar in de advocatuur – best wel zenuwachtig. “Het is toch spannend”, lacht ze. “Maar ik hoop vooral op een goed debat dat verder gaat dan de principiële standpunten. Als minister moet je ook goed luisteren en constructieve dingen meenemen, uit welke hoek ze ook komen.”
Beheerst u het politieke spel intussen? U zult straks ook moeten incasseren.
Annelies Verlinden: De vraag is of ik dat deel van het spel wel wil beheersen. Het principe van woord-wederwoord is me niet vreemd. Gehakketak is eigen aan het politieke debat. Maar ik hoop dat ik daarna, eens ik een volledig beeld heb gegeven van waar het heen moet met onze veiligheid, echt kan starten.
Als juriste moet het ongetwijfeld boeiend zijn om in deze tijden de pen vast te houden van ingewikkelde ministeriële besluiten?
Zeker. (lacht) Zo’n grote crisis in één ministerieel besluit regelen is een hele uitdaging. Maar ik doe dat graag. Ik ben het als advocate ook gewoon om zulke teksten te maken. Al moest het soms wel heel snel gaan, wat dan weer botst met mijn drang naar perfectie. Het belangrijkste is voor mij dat de maatregelen proportioneel zijn. Het hangt ook allemaal aan elkaar: goede maatregelen leiden tot meer begrip en dus betere naleving. Dat leidt dan weer tot minder handhaving.
In crisistijd wordt soms misbruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheden. Krijgen de sheriffs niet al te makkelijk vrij spel? De burgemeester van Willebroek voerde plots een avondklok in tegen overlast.
Ik zie en hoor de commentaren over een politiestaat ook. In een nooit geziene crisis nemen we soms nooit eerder geziene maatregelen, maar dat maakt ze daarom niet onwettig. Ik kan alleen getuigen dat elke maatregel goed overwogen wordt.
Maar laten we alsjeblieft hopen dat we die avondklok de komende jaren nooit meer nodig hebben. Natuurlijk moeten we dat blijvend evalueren. Dat zal ook gebeuren op het Overlegcomité vrijdag. Ik wil als juriste niet door het leven gaan als iemand die dictatoriale, eenzijdige en niet-gemotiveerde maatregelen neemt. Dat zou mij recht in het hart raken.
Kunt u al perspectief bieden voor dat Overlegcomité? De lobby om ook niet-essentiële winkels te heropenen draait op volle toeren, maar zal er vrijdag ook over sociale contacten gesproken worden?
We hadden eind november sowieso een evaluatie aangekondigd. Vrijdag zal er afgewogen worden waar we kunnen bijsturen, wetende dat heel veel mensen daar nood aan hebben. De cijfers zakken, maar we zijn er nog niet. Niemand wil in januari aan de ziekenhuizen moeten uitleggen dat ze nog eens een tandje moeten bijsteken.
Zal er voldoende naar mentaal welzijn gekeken worden?
Absoluut. Ik neem dat zelf erg ter harte. Op een vorig Overlegcomité heb ik bijvoorbeeld gevraagd om mensen die alleen zijn één knuffelcontact én een contact op afstand te gunnen. We moeten nu opnieuw maatregelen ontwikkelen die het voor zo veel mogelijk mensen haalbaar en vooral houdbaar maken zonder onherstelbare brokken te maken. Niet alleen menselijk, maar ook economisch.
Maar de kans bestaat dus dat we met kerst weer wat anders met elkaar kunnen omgaan?
Natuurlijk is Kerstmis belangrijk. De vurigste wens is dat we tegen dan enkele toegevingen kunnen doen. Kerstmis is een familiefeest, hoewel dat van oorsprong niet zo is. Dat was in een stal in héél beperkt gezelschap. En allemaal in openlucht. (lacht) Ook nu kan er buiten heel veel, hè. Het is niet omdat het koud is dat het onmominister.
gelijk is.
Met iets meer mensen in openlucht rond een vuurkorf Kerstmis vieren, dat kan misschien?
Dat is denkbaar. Maar ik kan daar nog niet verder op vooruitlopen.
Iedereen snakt naar perspectief. Het is misschien een onnozel voorbeeld, maar als het gaat over de hondenkapsalons…
(onderbreekt) Dat is helemaal niet onnozel! We krijgen daar ontzettend veel vragen over.
U hebt die gesloten, maar Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) laat via mail aan Jan en alleman weten dat hij vindt dat die open mogen.
Dat is vervelend, ja. Niet voor mij, maar wel voor iedereen uit die sector. Ik krijg heel veel berichten van mensen die me smeken om een einde te maken aan de communicatie van de Vlaamse
Heeft u hem dat al gezegd?
Ik heb het daar met hem al kort over gehad. Maar hij blijft bij zijn standpunt. We hoeven daar geen bevoegdheidsdiscussie van te maken, maar ik wil er toch op wijzen dat we ons nog altijd in de federale fase bevinden. Dat betekent dat het beleid in crisistijd federaal aangestuurd wordt, na heel duidelijk overleg met de deelstaten.
Dus: Ben Weyts moet op zo’n moment zwijgen en naar u luisteren?
Hij moet niet zwijgen, maar hij moet zijn mening uiten op de daartoe voorziene momenten, zoals een Overlegcomité. Anders ondergraaf je alleen maar het draagvlak. Dat geldt trouwens niet alleen voor politici, maar ook voor wetenschappers. Als we als politici mee de oorzaak zijn van dat gebrek aan draagvlak, dan is dat bijzonder vervelend.
Hoe lastig is de spreidstand met de Vlaamse regering voor u en uw partij?
Ik ervaar geen spreidstand. In een volwassen federaal land heb je dat soort debatten. Wouter Beke heeft een grote som bekomen voor de Vlaamse zorgsector. Het is niet omdat het debat over de verdeling aansleept, dat het geld weg is. Het belangrijkste is dat de keuze gemaakt is om de sector extra geld te geven.
Laten we het over uw plannen hebben. U belooft “een meer doeltreffende toepassing van het plaatsverbod”. Hoe ziet u dat concreet?
We kennen de beelden van deze zomer: een beperkt aantal jongeren dat er een genoegen in schept om amok te maken. Burgemeesters hebben nu al de bevoegdheid om een plaatsverbod uit te schrijven waarbij bepaalde mensen op bepaalde momenten niet op specifieke plaatsen mogen komen. Ik ben ervan overtuigd dat het doelmatiger kan: voor een langere periode en voor een groter gebied. Anders dreigt het probleem te verschuiven en wordt het een katen-muisspel tussen amokmakers en politie. Maar de toelichting hou ik voor het parlement.
Waarop mogen we u in 2024 afrekenen?
Ik wil de wereld beter gemaakt hebben voor politie en hulpdiensten, met een beter statuut. En ik zou heel graag het vertrouwen in de politiek doen keren en mensen ervan overtuigen dat we hier niet zitten voor het politieke gekissebis.
Is de uitslag van Vlaams Belang in 2024 daarbij een waardemeter?
Ik weet niet of je al hun kiezers kunt beschouwen als mensen die geen vertrouwen in de politiek meer hebben. Mijn boodschap is dat ik radicaal wil zijn in de synthese tussen links en rechts. In het verleden is dat wel eens afgedaan als grijs en wollig, maar in het centrum is het heel mooi. Je zou dat naïef kunnen noemen, maar ik vind naïviteit soms een compliment. Zeker als dat samen gaat met verwondering.