Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Ons kot uit, de wandelclub in
Ook jonger publiek krijgt meer interesse in verenigingen
De wandelclub is hip en trendy. Steeds meer verenigingen zien een opvallend jonger publiek aankloppen. Door de lockdown kunnen ze in het weekend niet veel anders doen dan wandelen. Ze krijgen de smaak te pakken, kopen een koppel professionele stappers en sluiten zich aan.
Jef Joosten, voorzitter van wandelclub De Natuurvrienden in Zoersel, kreeg gisterenochtend nog een mail. “De jongen heeft zijn leeftijd niet vermeld, maar vroeg expliciet of we ook veel leden tellen onder de 30 jaar. Dan antwoord ik eerlijk: nee, veel zijn dat er niet. De meeste van onze 560 leden zijn 60-plussers. Zoals dat eigenlijk al jaren het geval is.”
Het tij keert evenwel. Zeker de laatste weken zien wandelclubs meer mensen aankloppen uit jongere leeftijdscategorieën. “De reden is altijd dezelfde”, zegt Joosten. “Door het coronavirus kunnen ze niet veel anders doen dan wandelen. Ze beginnen er voorzichtig aan en vragen dan meer info: wat doen we als club, wat zijn de voordelen, welke wandelingen zijn er? Ik vind dat positief. Jongeren zorgen voor nieuwe ideeën.”
Overal verzekerd
Rik Wesemael is 38 jaar voorzitter van het meer dan tweehonderd leden sterke Opsinjoorke in Mechelen. “Dertigers en veertigers schrijven zich in naast zeventigers en tachtigers. Vaak zijn het de kinderen die interesse krijgen omdat de ouders lid zijn.”
Ook de verzekering speelt volgens Wesemael een rol. “Als lid van een club ben je automatisch verzekerd voor een ongeval tijdens een georganiseerde wandeling. Maar je bent dat ook als je alleen gaat wandelen, vlak bij huis. Ons lidgeld bedraagt 12 euro. Dat trek je dan nog terug van de ziekenkas. En je krijgt bijvoorbeeld een clubblad.”
“Ook gezondheid, natuur en het verenigingsleven zijn een factor”, zegt Joosten. “Zodra dat weer kan spelen ook het bij elkaar zijn en de vriendschapsbanden een belangrijke rol. Veel leden sluiten zich aan bij meerdere verenigingen, zeker de jongeren. In tijden van burn-out en stress is wandelen een zeer goede heling.”
Coronawandelingen
Zo’n door een club georganiseerde tocht ziet er vandaag anders uit dan een jaar geleden. Toen was het op zaterdag of zondag de bus op, iets drinken in de sporthal van de gemeente en de pijltjes volgen op het parcours. Dat is gedaan, nu je volgens de regels met niet meer dan vier buiten mag en alles wat ruikt naar horeca op pauze staat. Dus hebben wandelclubs routes uitgestippeld met pijlen die tot vier weken blijven hangen in plaats van één dag. Iedereen mag ze op eender welk moment afhaspelen.
“Ik noem het coronawandelingen”, zegt Lieven Hostens, voorzitter van Wandelsport Vlaanderen, de overkoepelde vzw met 350 aangesloten wandelclubs en wandelgroepen. “Het is hetzelfde principe als de knooppunten die wandelaars en fietsers vandaag kennen. Maar met veel minder bekende routes. De wandelaar moet alleen geraken tot aan het vertrekpunt: de parking van de kerk of de sporthal.”
Blijvertje
Jef Joosten
Voorzitter
“Zeker jongeren sluiten zich aan bij meerdere verenigingen. In tijden van burn-out en stress is wandelen een zeer goede heling.”
De trend is begonnen in de zomer. Volgens Hostens heeft vandaag een derde van de aangesloten wandelclubs één, twee of drie coronawandelingen uitgestippeld. “Wie gaat naar de wandelblog op onze website ziet ze staan. Er is voor iedereen een afstand: van zes over twaalf tot twintig kilometer. Terwijl de grote wandeltochten vroeger tot zestig kilometer en meer durfden te gaan.”
De coronawandelingen zijn gratis. En ook voor niet-leden van wandelclubs en niet zo geoefende stappers. “Als ik afgelopen weekend zie hoeveel mensen samenhokken in dezelfde parken, dan kan ik alleen maar aanraden om onze coronawandelingen te doen”, zegt Hostens. “Dat vermindert de druk op de traditionele wandelroutes. Ik maak me sterk dat die parcours van een paar weken een blijvertje zijn. Samen met de jongeren die zich voorzichtig beginnen in te schrijven. Dat is dan toch iets positiefs dat we hebben overgehouden aan dit virus.”