Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik was bij PSV al een beetje spitsentrainer voor Ronaldo”
Luc Nilis arriveerde gisteren in alle vroegte op Anderlecht. Op de eerste werkdag van zijn stage maakte de spitsentrainer kennis met Vincent Kompany en de spelers, waarna hij de oefenmatch tegen RWDM (4-1) bekeek. Het icoon strijkt in Brussel neer met zo veel bagage - wereldgoals, samengespeeld met de Braziliaan Ronaldo, overwonnen gokverslaving - dat iedereen van hem kan leren. Je krant stelde - op basis van anekdotes - de 9 wetten van Nilis op. “Ik belde Ronaldo en hij regelde voor mij tickets voor Real Madrid.”
1. BLIJF BIJ JE EERSTE GEDACHT
Toegegeven, het scheelde niets of je keek nu naar een lege pagina. We scrolden gisteren door beelden van Luc Nilis op YouTube en luisterden opnieuw naar de MIDMID-podcast met ‘Lucky Luc’. Eens je begint, blijf je kijken. Zo veel mooie goals. Een wonderlijke vrije trap tegen KV Mechelen, een slalom tegen Lokeren, een pegel tegen Ajax, een volley tegen Chelsea… Uren ben je zoet. De allermooiste is misschien de hakbal achter het steunbeen tegen Utrecht. “Een aanvaller moet altijd bij zijn eerste gedacht blijven”, zegt Nilis in de podcast. “Ik duwde die bal te ver voor me en kon niet meer scoren met een sliding of door terug te kappen. Het eerste wat door mijn hoofd schoot, was een hakje achter het steunbeen. Ik kon mezelf pootje lappen, maar stond daar niet bij stil. Tegen de spitsen die ik train zeg ik: volg je eerste ingeving. Bij PSV zei ik tegen Bergwijn waarom verander je hier van idee? Hij was verbaasd dat ik dat doorhad.”
(nu bij Tottenham, red.):
2. KEN JE PLOEGMAATS DOOR EN DOOR
Nilis speelde zeven jaar bij Anderlecht, zes jaar bij PSV. Bij paars-wit klikte het goed met Marc Degryse, bij PSV met Wim Jonk, maar ook met Ruud van Nistelrooij en Ronaldo. De Braziliaan noemde hem “zijn beste ploegmaat ooit”. Nilis: “Ik speelde zo lang in één team dat ploegmaats mij perfect kenden. Elke looplijn, elke aanname. Dat is het probleem in het huidige voetbal: om de haverklap verandert het elftal. Met Ronaldo klikte het meteen toen hij arriveerde vanuit Brazilië. Ik gaf hem assists en legde uit waar hij
moest lopen. Toen was ik al een beetje zijn spitsentrainer, ja. Aanvankelijk sliepen we in dezelfde kamer, maar hij snurkte zo luid dat ik er de dokter bijhaalde. Hij was ongelooflijk: even snel met als zonder bal, en hij deed nog overstapjes. Van Nistelrooij stond meer voor agressiviteit en killersmentaliteit. Ronaldo was wereldtop. Ooit stuurde ik hem een bericht en hij bracht me tickets voor Real Madrid.”
3. DURF PLEZIER TE MAKEN
Nilis maakte 127 goals voor Anderlecht en 110 voor PSV. Toch voelde hij zich beter in Nederland. “Bij Anderlecht was het moeilijk om je ware gezicht te tonen. De mooiste tijden waren de dagelijkse ritten naar Brussel. De Limburgers Peter Maes, Philip Haagdoren, Marc Emmers en ikzelf pikten Boffin, Versavel en Van Bakel op… Samen in een busje. Maes was chauffeur en eens de muziek aanging, was er geen houden aan. Als Peter besliste om in Leuven op café te gaan, moest iedereen mee. Geweldig, maar op de club was ik achterdochtig. Dat was helemaal anders bij PSV, waar iedereen vrijuit zijn gedacht zei, ook de jonkies. Als je bij Anderlecht als broekventje op de massagetafel ging liggen, gooide Vercauteren je eraf.”
4. WEES TWEEVOETIG
Nilis is de enige Belg die in één match in Camp Nou zowel met links als met rechts scoorde. In 1996 met PSV, tegen het Barcelona van Figo en Guardiola: 2-2. De eerste was een afgeweken vrije trap, de tweede een knal. Dat perfect tweevoetig zijn werd hem bijgebracht door zijn vader Roger Nilis, ex-speler van Sint-Truiden, die hem dagelijks liet trainen tegen een muur. “Mijn pa was daar fel mee bezig. Ook met mijn zoon Arne, maar dat was vooral omdat wij daar zelf om vroegen. Weldra word ik voor het eerst opa: bompa Luc. (lacht) Ik ga mijn kleinzoon niet pushen. Spelers moeten daar zelf voor openstaan.”
5. KIJK ALTIJD NAAR DE BAL
Het handelsmerk van Nilis was zijn traptechniek. Talrijk zijn de perfecte vrijtrappen. Sambi Lokonga kan er veel van leren. “Vanop elke positie buiten de box moet je weten welke curve je de bal moet geven. Oefen daar elke dag honderd keer op. Het moet in je hoofd zitten, want dan kun je naar de bal blijven kijken. Dan zet je je voet goed naast de bal, is je lichaam in balans en vertrekt de bal vanonder jou. Bij PSV vroeg Memphis Depay (nu bij Lyon,
red.) soms raad. Memphis is geen arrogante kerel, en na enkele tips ging het dikwijls beter. Bij mij lukte zo’n vrije trap vroeger 9 op 10 keer. Het is leuk als het dan ook bij anderen lukt.”
Bij de Rode Duivels kreeg Nilis veel kritiek. In 56 interlands scoorde hij maar tien keer en zijn eerste treffer viel pas na 24 matchen. “Laat me nu bij de Duivels spelen met de passes van De Bruyne… Maar in die tijd voetbalde de
6. BLIJF DICHT BIJ DE GOAL
nationale ploeg ver van de goal. Het was anti-Belgisch om de tegenstander onder druk te zetten, zoals dat bij Anderlecht en PSV gebeurde. Daarom rendeerde ik niet. Vaak zeg ik nu ook tegen de aanvallers: blijf zo hoog mogelijk, want dicht bij de goal ben je het gevaarlijkst. Luuk de Jong (nu bij Sevilla, red.) pikte dat goed op bij PSV. Bij de nationale ploeg raakte ik gefrustreerd. Toen Van Himst mij op het WK eens wisselde na een assist tegen Marokko, gooide ik mijn shirt naar hem.”
7. WEES EERGEVOELIG 8. GEBRUIK DE MEDIA 9. VECHT TERUG UIT DE DIEPSTE KROCHTEN
Nilis had/heeft een groot eergevoel. Bij PSV liep het mis toen Eric Gerets er trainer werd. Eerst vond Gerets dat Nilis niet voldeed als kapitein. Daarna zette hij hem op de bank. “In de Europese kwalificatiematchen tegen FC Zimbru speelden we in Moldavië 0-0 gelijk. Thuis wilde Gerets me na 72 minuten laten opwarmen. Ik zei: ‘Je brengt me nu
in of je pakt maar iemand anders.’ Ik viel in en vijf minuten later trapte ik een vrije trap in de winkelhaak. Daarna gaf ik de corner waarop Ooijer scoorde. Gerets kwam bij mij, maar ik zei:
‘Wegwezen jij.’ Finaal vertrok ik ook bij PSV, nadat Gerets me als stand-in was blijven gebruiken.”
Nilis was nooit een man die veel interviews gaf. Nu zou hij zich beschikbaarder opstellen. “Degryse zei me vaak: ‘Spreek eens met die of die journalist.’ Ik had geen sléchte relatie met de media. Ik had géén relatie met de media.” Één keer kwam de pers de goalgetter wel van pas. Toen hij van Anderlecht naar PSV ging, wilde trainer Aad de Mos hem graag, alleen was technisch manager Frank Arnesen erg sceptisch. Daarop belde De Mos naar journalist Carl Huybrechts om een compilatie te maken van Nilis-goals om Arnesen te overtuigen. De deal was snel beklonken.
Een gruwelijke beenbreuk bij Aston Villa maakte een einde aan Nilis’ carrière. De grootste strijd vocht hij evenwel uit na zijn loopbaan, tegen een gokverslaving. Dat Anderlecht hem eerst op proef laat komen, heeft ook daarmee te maken. Maar Nilis is clean. “Ik ben ruim een jaar gokvrij. Daarvoor ging ik naar een ontwenningskliniek in Zuid-Afrika. Na het voetbal miste ik de kick van het scoren en dan zoek je de adrenaline elders. Ik deed het niet eens voor het geld. Gelukkig maakte ik nooit schulden, maar ik joeg er véél geld door. Eerst gaf ik niet toe dat ik verslaafd was. De confrontatie in Zuid-Afrika was heel zwaar. Je hoort er ook jongens detoxen die afkicken van drugs. Nu kan ik weer in de spiegel kijken. Vroeger raadde ik gokken af, terwijl ik soms zelf nog speelde. Je manipuleert iedereen, ook je familie. Gelukkig is die drang gewist. Nu doe ik nooit meer mee aan een weddenschap - zelfs niet voor 1 euro en ik word elke dag sterker.”