Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Dopingcontrole, filmpjes op de weegschaal en hometrainer aan huis
Over precies één week heeft het wielrennen er nog een wereldkampioen bij. Op het digitale platform Zwift vindt op 9 december het allereerste WK eSports plaats. België brengt Victor Campenaerts en Thomas De Gendt aan de start. “Maar tegen de specialisten maken wij geen schijn van kans.”
WAT IS HET WK ESPORTS?
Het wielerequivalent van een wereldkampioenschap voetbal op het computerspel FIFA. Het is een virtuele koers zoals die in dit coronajaar vaak is georganiseerd: renners sturen thuis vanop de hometrainer een zogenaamde avatar aan op de computer. Hoe harder ze trappen, hoe sneller ze op het scherm vooruitgaan.
Zo werden er dit jaar al een digitale Ronde van Vlaanderen en een digitale Tour de France georganiseerd, maar het WK is een primeur. Sinds 2018 erkent de UCI eSports als een officiële discipline.
Er is gekozen voor het meest populaire platform Zwift. Renners rijden een scratch race van 50 kilometer. Wie het eerst over de finish komt, wint.
WIE DOET ER MEE?
Het peloton zal uit maximaal 100 renners bestaan, met daarbij al zeker Rigoberto Uran, Alberto Bettiol, Ivan Garcia Cortina en Michael Valgren Andersen. België brengt tijdrittoppers Thomas De Gendt en Victor Campenaerts aan de start en uit het veldrijden en mountainbike doen Eli Iserbyt en Jens Schuermans mee. De Belgische bond schreef alle aangesloten renners aan. Interesse tonen was voldoende voor een selectie. In totaal komen negen Belgen aan de start.
HOE ERNSTIG MOETEN WE DIT NEMEN?
Na alle voorbije virtuele koersen was de kritiek altijd dezelfde: de competitie is niet eerlijk omdat renners op andere merken van hometrainers rijden, die voor dezelfde inspanning een verschillend virtueel wattage geven. Zo heeft wie met fabrikant Elite rijdt een dikke streep voor. Op het WK zal dat geen issue zijn: alle deelnemers krijgen dezelfde Tacx Neo 2t thuis bezorgd. Die is ook al officieel gekalibreerd, want ook daar werd soms gesjoemeld. “Als je icepacks rond de rollen hing terwijl je kalibreerde, kreeg je op een of andere manier een veel gunstigere instelling”, zegt De Gendt.
Ook zeuren met gewicht is geen optie: deelnemers moeten een filmpje van zichzelf opsturen, 24 uur voor de start. Eerst moeten ze een halter van tien kilo filmen op hun weegschaal, daarna zichzelf op de weegschaal en tenslotte zichzelf met de halter.
Het virtuele WK is een officiële competitie, maar op dit moment spelen nog sterk commerciële belangen. Zwift – ook sponsor van het event – mag zelf wild cards uitdelen, wat op een WK op de weg natuurlijk ondenkbaar is. De Gendt doet bijvoorbeeld mee op vraag van Zwift. Ook het dopingbeleid maakt duidelijk dat het om een event in zijn kinderschoenen gaat: Zwift heeft veel wild cards uitgedeeld aan specialisten eSports, coureurs die niet aangesloten zijn bij een grote wegploeg en daarom ook geen whereabouts moeten invullen. Voor de UCI is dat wel een vereiste voor deelname aan een officiële competitie.
Daarom zijn de voorbije weken de E-specialisten snel-snel aan de testing pools toegevoegd.
WIE IS DE FAVORIET?
De grootste Belgische kandidaat op een wereldtitel heet niet De Gendt of Campenaerts, maar wel Lionel Vujasin. Hij is Belgisch kampioen Zwift en dat is het punt: zelfs gerenommeerde wegrenners kunnen de specialisten onmogelijk kloppen. “Geen schijn van kans”, zegt De Gendt zelfs.
Het heeft te maken met de biomechanica van de trapbeweging: op een hometrainer zit je anders dan op een wegfiets. Virtuele races zijn ook korter en je moet de spelelementen onder de knie hebben. Zo zijn er onderweg power-ups te verdienen, die je tijdelijk lichter maken of extra snelheid geven. “Die moet je op het juiste moment inzetten”, zegt Vujasin. Maandag legde hij in een online meeting zijn ploegmaats dat soort handigheden uit.
Toch speelt er straks geen ploegtactiek, eigenlijk geen tactiek tout court. “In een Zwiftrace ligt het tempo te hoog om te ontsnappen”, zegt Vujasin. “Thomas mag proberen, maar 99 keer op 100 wordt alles beslist op de laatste klim.”
Ook daar zijn de specialisten in het voordeel. “Een wegrenner denkt in de finale aan positioneren, aan de wind, aan valpartijen die hij wil vermijden”, besluit Vujasin. “Wij denken alleen maar:
mogelijk watt trappen.
(lacht)
Ik moet nu
zo
veel
Wij zijn gewend om dieper te gaan in de inspanning. De helft van de virtuele koersen eindigt in overgeven.”