Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik had een geweldige tijd bij Antwerp. Op én naast het veld”
Icoon HANS-PETER LEHNHOFF volgt “club van zijn hart” ANTWERP nog op de voet
Antwerp overwinterde 28 jaar geleden voor het laatst in Europa, met Duitse publiekslieveling als draaischijf
Niet voor het eerst dit seizoen heeft de Great Old morgen een afspraak met de geschiedenis. 28 jaar na de vorige kwalificatie - in november 1992 tegen Admira Wacker - maakt Antwerp namelijk opnieuw aanspraak op een Europese lente. Metronoom in de Metropool destijds was Hans-Peter Lehnhoff (57). De Duitse alleskunner speelde zeven seizoenen voor RAFC, pakte daarin een Belgische beker, greep net naast de landstitel en speelde een Europacup II-finale tegen Parma. “De finale bereiken tegen Spartak Moskou vond ik grootser dan effectief op Wembley te staan.”
Zijn lange manen speelde hij doorheen de jaren kwijt, maar voor het overige is Lehnhoff geen haar veranderd. Even aimabel als vroeger maakt hij met plezier een uurtje vrij in zijn overvolle kalender. Net als voor Antwerp zijn het ook voor Bayer 04 Leverkusen, waar Lehnhoff al 21 jaar als teammanager aan de slag is, ongewoon drukke tijden. Die Werkself bekleden na negen speeldagen de derde plaats in de Bundesliga, en kunnen de kwalificatie voor de zestiende finales van de Europa League behoudens een mirakel ze moeten morgen met 4-0 of meer verliezen bij Nice - nimmer ontlopen.
Lehnhoff is de duizendpoot van Leverkusen. Hij scout spelers uit de Belgische en Nederlandse competitie, legt contacten met makelaars en neemt de hele matchorganisatie voor zijn rekening. De wedstrijden an sich volgt hij niet langer op de bank, wel vanuit zijn kantoor in de BayArena. “Geloof mij, het is beter zo. Ik leef nóg extremer mee dan toen ik zelf op het veld stond. En als de trainer zich kwaad maakt, doe ik dat ook, terwijl dat eigenlijk niet mag.” Voor Leverkusen is Europese overwintering de normaalste zaak, voor Antwerp daarentegen net geen dertig jaar geleden. Hiervoor moeten we al terug naar het seizoen 1992-1993, beter bekend als dat van de Europacup IIfinale tegen Parma op Wembley. Geen enkele Belgische club stootte sindsdien nog zo ver door in een Europees toernooi. “En dat met acht Belgen in de basis, én een Belgische coach (Walter
Meeuws, red.)”, merkt Lehnhoff op. “Die tijden zijn helaas voorbij. Toch doet Antwerp het weer fantastisch. Chapeau daarvoor.”
Laten we met jouw periode beginnen. Wat herinner je je nog van die Europese campagne?
“Dat ik die finale op Wembley eigenlijk niet kon spelen. (lacht) De dag voordien had Rudi Taeymans me getackeld op training. Ik verdraaide mijn knie, en kneusde twee ribben. De dokter gaf me een spuit, maar dat hielp niet. Ik kon gewoon niet lopen.”
Toch kwam je aan de aftrap.
“De trainer wilde absoluut dat ik speelde. Ik ook trouwens. Ik had in 1986 al de UEFA Cup-finale met FC Köln tegen Real Madrid gemist door een kuitbeenbreuk. Die apotheose wilde ik niet nog eens laten schieten. Temeer omdat ik twee maanden nadien 30 werd. Dit was mijn laatste kans op een finale.”
Zonder Lehnhoff op volle sterkte maakte Antwerp uiteindelijk geen kans.
“Parma was gewoon van een ander kaliber. Het won erna niet voor niets nog tweemaal de UEFA Cup. Wij waren de underdog. In een dubbele ontmoeting, met een heen- en een terugmatch, hadden we meer kans gemaakt.”
Was die halve finale tegen Spartak Moskou daarom specialer? Jullie verloren ginds met 1-0, maar wonnen de return op de Bosuil met 3-1 na een beslissende penaltygoal van jou.
“Absoluut. De finale bereiken, voor eigen volk, vond ik grootser dan effectief in de finale te staan. Niet vergeten dat Spartak Mos
‘‘Ik onderhandelde persoonlijk mijn premies. Voorzitter Eddy Wauters wist natuurlijk waarover hij sprak. De uiteindelijke deal was als volgt: tot aan de halve finales zag ik geen frank, maar vanaf dan kreeg ik wel de jackpot. ‘Zoveel finales spelen we toch niet’, dacht Wauters.” (lacht).” Hans-Peter Lehnhoff Antwerp-icoon
kou een zéér sterke ploeg had, met Onopko, Karpin en Cherchesov, een van de beste keepers van die tijd, in doel. De supporters hebben ons toen naar de finale geloodst.”
Dat Europese succesjaar heeft jou geen windeieren gelegd.
“Ik had mijn winstpremies voor de beker- en de Europese wedstrijden hoogstpersoonlijk met voorzitter Eddy Wauters onderhandeld. Wauters was de man