Gazet van Antwerpen Stad en Rand
De boel gaan verzieken op een glorieuze dag: onvoorstelbaar
Tof voor Refaelov. De mens had net de Gouden Schoen gewonnen en werd daar door Royal Antwerp terecht uitgebreid voor gefêteerd, toen een veertigtal blaaskaken, supporters van zijn eigen ploeg nota bene, het een goed idee vonden om pontificaal in Lior zijn zon te gaan staan. Weg sfeer! Volgens die heerschappen was er namelijk nog iets veel dringenders dan het nagenieten van die hele straffe en memorabele stoot, de eerste Antwerpse Gouden Schoen in 54 jaar: Didier Lamkel Zé moest een lesje krijgen.
Onvoorstelbaar.
Kap over het hoofd, mondmasker aan, met veertig het veld op en dan ‘het eens goed gaan zeggen’ tijdens een training van de B-ploeg. Dat de Kameroener nooit nog het logo van Antwerp op zijn lichaam mag dragen. Dat laatste is een populaire mening en terecht. Ik ben een grote fan van de voetballer Lamkel Zé. Als hij zijn dag had, kreeg hij weergaloze invallen. Wij hebben zitten brullen van plezier telkens wanneer hij aan een van zijn onhoudbare raids op de linkerflank begon. Wij hebben zijn naam honderden keren gescandeerd. Die speler had op het veld werkelijk alles om uit te groeien tot een supervedette, voor eeuwig en altijd aanbeden in Deurne-Noord. Helaas maakte hij zichzelf onmogelijk door zijn acties náást het veld. Eén keer, twee keer, drie keer slik je dat. Maar na de zoveelste kortsluiting is alle begrip weg. Geen aandacht meer aan besteden. Klaar!
Alleen vonden die veertig overspannen schandknaapjes van de ‘harde kern’ het nodig om de boel op deze glorieuze dag toch te gaan verzieken. “We willen dat de club onze eisen inwilligt. Zonder discussie, want we gaan hierover geen gesprekken meer voeren. We gaan Lamkel Zé géén kans meer geven”, zei er een in onze krant. Anoniem uiteraard. De eerste persoon meervoud gebruikte hij. Ik kreeg het ijskoud toen ik het las. Zeker toen onze dappere held wat verder ook begon te dreigen. “We zullen wel manieren vinden om duidelijk te maken dat dit voor ons een écht breekpunt is. De club moet beseffen dat ze deze eis móéten inwilligen, anders is het écht ruzie tussen de harde kern en hen.”
Het is niet de eerste keer dat deze jongens dreigen, dat ze doen alsof de club van hen is, dat zij de enigen zijn die de wijsheid in pacht hebben en dat iedereen naar hen moet luisteren, ‘want anders komen we u wel vinden’.
Het paradoxale is dat, als je er een paar alleen hebt, het vaak goede kerels zijn. Ze organiseren omhalingen voor goede doelen, bedenken creatieve spandoeken. Met sommigen van hen heb ik al toffe gesprekken gehad in bussen, uitvakken en op snelwegparkings te lande. Maar als groep nemen ze zichzelf oneindig veel te serieus. Ze oefenen druk uit op een ongezonde manier. Ik herinner me dreigementen aan de club om tickets te pakken te krijgen. Ik herinner me de doelbewuste sabotage van een thuismatch tegen Sint-Truiden. Ik herinner me hun opzichtige gekoketteer met bengalen en criminelen. Ze hebben ook de bizarre neiging om elke supporter die een truitje of een sjaal met de clubkleuren draagt een ‘marginaal’ of een ‘idioot’ te vinden. Ze voelen zich verheven, uitverkoren en eigenen zich daardoor het alleenrecht op hun club toe. In hun communicatie mythologiseren ze zichzelf. Het is altijd van ‘krijgers’ hier en ‘strijd tot de dood’ daar en ‘onverwoestbare eer’ ginder, alsof ze net drie dagen hebben zonder te gaan slapen. Ze staan altijd scherp. Ze overschatten zichzelf vooral. Alsof er zonder hen geen sfeer zou zijn tijdens de matchen. Goed gelachen.
Er gaat veel mis in ons professioneel voetbal. En supporters zijn vaak de dupe van de commerce. Niemand van ons zit te wachten op zondagmiddagmatchen, op buscombi’s naar Eupen op maandagavond. Miljonairs nemen beslissingen boven onze kap. We moeten voor onze rechten blijven opkomen. Maar niet op deze manier. Niet in mijn naam. Wat Antwerp met Didier Lamkel Zé van plan is, boeit me niet meer. Ze doen maar. De liefde voor de Kameroener is voorgoed gepasseerd. Maar ik hoop uit de grond van mijn hart dat ze zich niet laten chanteren door deze hautaine bende.