Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Het wordt anders, héél anders
Hebben Tadej Pogacar en UAE wel de ploeg om in 2021 opnieuw de Tour te winnen?
Dat hij opnieuw voor Tourwinst gaat. En dat hij niets aan motivatie heeft ingeboet. Op veel originaliteit viel Tadej Pogacar bij de digitale ploegvoorstelling van UAE niet te betrappen. Maar met één vraag zag je de Sloveen zichtbaar worstelen: of zijn ploeg sterk genoeg is voor de komende Tour? Het antwoord is nochtans cruciaal. Meer dan zijn eigen benen zal straks de sterkte van zijn ploeg bepalen of Pogacar opnieuw de Tour kan winnen.
Soms, héél soms, snak je naar Lance Armstrong. Naar de flair waarmee hij zo’n digitale voorstelling aangepakt zou hebben. Charisma is een raar ding, je kan het moeilijk kweken. Maar zeker is dat Armstrong er meer van in zijn oorlel had dan de jongste Tourwinnaar gisteren in zijn hele lijf. Voorkomende jongen, Pogacar, maar geen quote die kon beklijven. Ja, hij woont nog altijd in zijn zelfde kleine appartementje. Nee, hij is niet boos omdat Dumoulin zijn tijdrit in de Tour in een documentaire op een suggestief toontje ‘ongelooflijk’ noemde. En ja, hij wil zich nog altijd verbeteren.
Pertinente vraag
Is het diezelfde voorkomendheid die de jonge Sloveen op weinig geloofwaardige wijze rond de vraag deed fietsen hoe sterk zijn team zal zijn in de Tour straks? Een pertinente vraag nochtans, en een duidelijke verwijzing naar de afgelopen Tour, toen dat team zelden thuis gaf en Pogacar in zowat elke finale geïsoleerd zat. In 2020 was dat geen ramp. Jumbo Visma nam het hele gewicht van de Tour op zijn schouders, Pogacar was tot het slotweekend nooit de topfavoriet en hoefde zijn wagonnetje slechts aan te pikken. Volgen als supertactiek. Aan die ene mokerslag in de slottijdrit had hij genoeg, zonder dat aan hem of zijn ploeg drie weken lang zelfs maar een halve kilometer gevraagd was de wedstrijd te controleren. Dat, zo eerlijk is Pogacar wel, zal hem in 2021 niet meer gegund worden. “Ik ga nu als titelverdediger”, beaamde hij. “Dat wordt iets volledig nieuw voor mij. Het zal zwaarder worden.”
Zou Pogacar het voldoende beseffen? Hoeveel zwaarder en anders de Tour er voortaan voor hem uitziet? Wie de documentaire
Code geel zag, over de lotgevallen van Jumbo - Visma in de Tour vorig jaar, weet dat de Nederlandse ploeg gezworen heeft in 2021 niet dezelfde fout te maken. Nog altijd kunnen ze zichzelf voor het hoofd slaan om die grote stommiteit. Nooit zullen ze Pogacar nog in een zetel naar de Tourfinale te brengen. Heel waarschijnlijk dat Jumbo - Visma in juli opnieuw met een superteam naar Frankrijk afzakt, mét Roglic, Dumoulin, Kruijswijk en Van Aert. Die superioriteit werd vorig jaar ingezet om de wedstrijd drie weken lang te controleren, maar zal nu gebruikt worden om Pogacar aan te vallen. Idem dito bij Ineos. En dan rijst de onvermijdelijke vraag: wie bij UAE, behalve Pogacar zelf, gaat al
die aanvallen pareren? Wie gaat de koers voor hem controleren?
Hoofd in het zand
De beleefde Pogacar verkoos gisteren de vraag te ontwijken. Zonder blikken of blozen verklaarde hij dat hij vorig jaar al een heel sterke Tourploeg had.
“Maar met De La Cruz die zich vroeg blesseerde, Aru die moest opgeven en Formolo die een sleutelbeenbreuk opliep, hadden we gewoon wat pech.”
Meent hij het? Of zou hij zijn hoop stellen op de schaarse versterkingen?
Die zíjn er. Met Marc Hirschi en – in mindere mate – de Poolse klimmer Majka krijgt hij er straks twee ronkende namen bij in zijn Tourploeg. Maar voor de beste jaren van Majka moeten we alweer even terug in de tijd. En of Hirschi ook in het hooggebergte uit de voeten kan, is nog lang niet zeker. Bovendien: als je als UAE dan toch een miljoen euro te spenderen hebt, zou Pogacar dan niet meer geholpen zijn met enkele superluitenanten in de bergen dan met één ijzersterke allrounder?
Vandaar de pertinente vraag: is zijn team wel sterk genoeg? Pogacar is er beter niet gerust op. In januari kan je je hoofd nog in het zand steken, in juli lukt dat niet meer.