Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Nog altijd Helden van de Zorg

- Kris Vanmarseni­lle Hoofdredac­teur brieven@gva.be

Terwijl iedereen zich voorbereid­t op ‘de grote opening der terrassen’, blijven in de ziekenhuiz­en de zieken toestromen en blijft het zorgperson­eel voor hen zorgen. Over de Helden van de Zorg wordt niet zo veel gepraat de jongste dagen. Terwijl ze in deze derde golf meer aandacht verdienen dan ooit.

Ook nu weer brachten de drukkingsg­roepen in de dagen voor het Overlegcom­ité hun kanonnen in stelling. Allemaal hadden ze redenen om versoepeli­ngen te vragen. Daarnaast menen steeds meer politici dat ze hun kiezers naar de mond moeten praten: de mensen zijn het beu, snakken naar vrijheid, ze missen het samenzijn, het feesten, het reizen ... Kortom, er móésten versoepeli­ngen komen, of tenminste worden aangekondi­gd. En dat gebeurde dus. Na het Overlegcom­ité waren de drukkingsg­roepen er weer: ze waren gematigd tevreden. Of ontevreden. De medische wereld was bezorgd. Dat zeiden de virologen en de hoofdartse­n van de ziekenhuiz­en, maar veel verpleegst­ers heb ik niet gehoord of gelezen. Zij hadden vermoedeli­jk geen tijd. Hun afwezighei­d zou me misschien niet eens zijn opgevallen als ik deze week niet op een Covid-afdeling was geweest. Enkele dagen na hun eerste vaccinatie zijn mijn beide ouders in het ziekenhuis beland. Twee 85jarigen, flink ziek, zonder familie, met alleen een mobiele telefoon. We belden ons gek, naar hen, maar ook naar de dienst. We mochten altijd bellen, zeiden ze. Dat deden we ook. En altijd werden we even vriendelij­k te woord gestaan. We mochten komen ook. Een keer per week was bezoek toegelaten.

Ondanks alle drukte maakte iemand tijd om me een Covid-pak aan te meten. Een jas, een schort, extra mouwen, een masker, een helm, een haarnetje, twee paar handschoen­en: met veel geduld werd het me aangereikt. Iemand bracht me naar de kamer, iemand anders kwam een praatje maken en bloosde bij de lof van mijn vader over de uitstekend­e verzorging, iemand anders bracht me terug, hielp me bij het uitkleden. Geen teken van ongeduld toen ik dat in de verkeerde volgorde deed. Op die hele afdeling was alleen maar bezorgdhei­d, begrip, medeleven en goede, goede zorgen.

“Word je daar niet boos van, van die terrassen?”, vroeg ik aan de verpleegst­er die me opnieuw naar de uitgang begeleidde en me net had verteld dat ze mijn moeder had geholpen met eten. “Ach”, zei ze. “Ik zit ook graag op een terras. Ik begrijp de mensen wel. Ze zijn het beu, maar ze beseffen niet altijd hoe gevaarlijk het is. Ze zien niet wat hier gebeurt, hè.”

Wel, ik heb het nu wel gezien. Als het mag, geniet ik binnenkort van een terrasje. Maar ik schrijf nooit meer over de coronacris­is zonder aan die helden van de Covid-dienst te denken.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium