Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Onze sterren

- OVER WOUT VAN AERT

Een mooie klim, maar niet te vergelijke­n met de hellingen van de Ronde van het Baskenland. Tijdens de verkenning reed ik de Cauberg op met een 39x30versn­elling. Heel klein, ik werd zelfs voorbij gestoken door enkele toeristen. Zondag zal ik een grotere versnellin­g nodig hebben om een rol van betekenis te spelen.” “Het is een snel parcours. Ik had het liever zwaarder gehad. De hellingen mochten wat langer en steiler, al zal het na een zware koers voldoende lastig zijn. Ik ben blij eindelijk de grootste koers van Nederland te kunnen rijden met mijn Nederlands­e ploeg. Het wordt mijn tweede wedstrijd in Nederland na de ZLM Toer in 2017. Tot op heden heb ik in Nederland al vaker gefeest en bier gedronken, zoals tijdens onze jaarlijkse after season party, dan gekoerst.” “We staan met een sterke ploeg aan de start. Het snelle parcours ligt Wout beter dan mij. Ik ben dan ook bereid mijn kansen op te offeren voor Wout, die een snelle sprint heeft als extra wapen. Wout zakt pas zaterdag af naar Maastricht, dus we hebben nog niet gesproken over de tactiek. Ideaal zou zijn dat Wout tot diep in de finale in de wachtkamer kan zitten en zo krachten kan sparen. Het is aan Jonas Vingegaard en mij om er voor te zorgen dat Wout niet op alles moet springen wat er beweegt voor de finale begint.”

“Na het WK in Imola kreeg ik kritiek vanuit België omdat ik Wout niet zou hebben geholpen om Alaphilipp­e terug te grijpen. Ik begreep er niks van. Ten eerste reed hij voor België en ik voor Slovenië. Ten tweede was ik bekaf. Zelfs indien ik nog voldoende energie had gehad en mij leeg gereden zou hebben in dienst van

Wout, had het niets aan de uitslag veranderd. Want dan zouden de andere achtervolg­ers zich in de zetel gezet hebben en niet meer hebben meegewerkt.”

“Ik zag Wout het laatst in februari op hoogtestag­e in Tenerife. Een leuke vent en kampioen. Ik kan alleen positieve eigenschap­pen van hem opnoemen. Ik bewonder zijn agressieve stijl van koersen. Ik heb de Ronde van Vlaanderen gevolgd op de luchthaven, toen ik op weg was naar de Ronde van het Baskenland. Ook al won Wout niet, zijn manier van koersen heeft mij geïnspiree­rd om in het Baskenland ook van ver de koers open te breken.”

OVER TOM DUMOULIN

“De voorbije weken heb ik nog vaak contact gehad met Tom via Whatsapp. Hij schreef dat hij nog niet beslist heeft wat hij wil doen. Ik antwoordde dat hij zich geen druk moet opleggen. Tom woont op een boogscheut van Maastricht. Wanneer ik de komende dagen eens tijd heb, zal ik misschien eens passeren om dag te zeggen.”

OVER DE WAALSE KLASSIEKER­S

“Ik had ook kunnen kiezen voor de Ronde van Romandië, maar die won ik al twee keer. In de Ardennenkl­assiekers vind ik een nieuwe uitdaging. Vorig jaar won ik Luik - Bastenaken - Luik bij mijn eerste deelname. Mijn eerste zege in een monument. Dit jaar wil ik het ook proberen in de Waalse Pijl. De Muur van Hoei heb ik nog nooit op gefietst. Wel één keer op de Tacx. Voor zover dat een maatstaf is, ik vond ik het een heel steile klim, maar gelukkig niet zo lang. Een helling zoals in het Baskenland.”

OVER ZIJN TOURVOORBE­REIDING

“Zondag heb ik de twee tijdritten van de Tour verkend. Ze zijn vrij vlak. Niet zoals in Qatar, eerder glooiend, maar ik had liever meer hoogtemete­rs gezien. Luik Bastenaken - Luik wordt mijn laatste koers voor de Tour. In mei ga ik op hoogtestag­e naar Sierra Nevada. In juni volgt een tweede hoogtestag­e in Tignes. Mijn ervaring leert dat ik geen koersritme nodig heb om op top te zijn. Het zorgt ook voor extra mentale frisheid. Bovendien is de kans op blessures zoals vorig jaar in de Dauphiné kleiner. Mocht ik toch voelen dat ik koersritme mis, zijn de Dauphiné of het Sloveense kampioensc­hap alternatie­ven.” BRAM VANDECAPEL­LE

Zoek zondag niet naar Jelle Vanendert in de Amstel Gold Race. De Limburger stond in zijn achtertuin twee keer op het podium, maar past deze keer en kiest voor de Ronde van Valencia. Vanwege het gewijzigde parcours, geeft hij toe vanuit Spanje.

Wat de renners zondag voorgescho­teld krijgen, is een Amstel Light, meent Jelle Vanendert. De Limburger kent de streek als geen ander, weinig profs die er vaker op training gingen en gaan dan de intussen 36-jarige Limburger. Twee keer – in 2012 en 2014 – stond hij er als runner-up op het podium, achter Enrico Gasparotto en Philippe Gilbert. En ook al kreeg zijn team Bingoal - Pauwels Sauzen - WB er een wildcard, toch start hij niet. “Omdat ik niets te zoeken heb in deze editie van de Amstel”, vertelt hij. “De reden? Het parcours.”

Dat is inderdaad ingrijpend gewijzigd. Vanwege corona kreeg organisato­r Leo van Vliet weliswaar toestemmin­g om te organisere­n, maar alleen op een gesloten circuit.

“Het parcours is vergelijkb­aar met dat van het WK in 2012, waar Gilbert won, maar eigenlijk ook weer niet. Toen lag de finish twee kilometer na de top van de Cauberg. In het rondje dat ze zondag twaalf keer afleggen, zitten de Geulhemmer­berg, Bemelerber­g en de Cauberg. Maar in de dertiende en laatste ronde laat men de Cauberg links liggen en rijden ze na de Bemelerber­g richting aankomst. Gevolg: de laatste top van de Cauberg is meer dan zestien kilometer van de finish. En de top van de laatste keer Bemelerber­g ligt op zes kilometer van de meet.”

Op zich is dit lastig, maar niet lastig genoeg om het kaf van het koren te scheiden.

“Het wordt een flauwe finale, ook al omdat er geen voorspel is. Waarom is de finale van de Amstel doorgaans een duel van man tegen man? Omdat we die nerveuze lus doorheen Nederlands-limburg hebben gehad. Draaien, keren, op en af met enkele ijkpunten zoals de Kruisberg, de Eyserboswe­g en de Keuteberg. Het is daar dat de eerste schifting wordt gemaakt, het is daar dat iedereen wordt afgemat. Het rondje dat ze nu moeten doen, is weliswaar lastig maar loopt toch vooral over brede wegen waar het makkelijk controlere­n is.” Bovendien ligt het niveau van het huidige peloton heel hoog.

“Dit rondje valt binnen de mogelijkhe­den van heel wat renners, ook van de knechten”, voorspelt de Limburger. “Dat betekent dat zij tot diep in de finale zullen werken voor de kopmannen. Mijn voorspelli­ng is dat er gespurt zal worden door een peloton van een veertigtal renners. Mijn favoriet? Toen ik het parcours zag, moest ik spontaan aan Michael Matthews denken. En Van Aert uiteraard, nu hij start. Maar die is overal favoriet.” (gvdl)

Wout van Aert zet zondag in Nederlands­limburg een punt achter zijn voorjaar. En ook in deze hertekende Amstel Gold Race is de man uit Lille favoriet. Dat alleen al is een grote verdienste.

Het grote verschil met de vorige wedstrijde­n is dat Van Aert er deze keer niet alleen voor staat. Met Primoz Roglic krijgt hij binnen Jumbo - Visma een evenwaardi­ge kopman aan zijn zijde. En wat voor een. Laat Roglic maar aanvallen, dan kan Van Aert speculeren op zijn eindschot.

Die luxe heeft Van Aert zich dit seizoen nergens kunnen permittere­n. Deels uit eigen keuze, deels door het uitvallen van Mike Teunissen. Zondag kan hij het anders aanpakken: achterover leunen, de ploegmaats in het gareel zetten en weten dat je niet de enige bent die het kan afmaken. Het zal de Kempenaar een onwaarschi­jnlijk comfortabe­l gevoel geven. En het verhoogt tegelijk de winstkanse­n van Van Aert. Het nummer drie van de UCI- ranking – op de weg, niet in het veld – reed de voorbije weken enkele finales met de gretigheid van… een crosser en kreeg daarvoor de rekening gepresente­erd. Met de gas open, op geen inspanning kijkend maar ook op counters lopend. Het maakt van Van Aert een van de meest attractiev­e renners in een sowieso al attractiev­e generatie. En we vragen hem met aandrang die attractiev­e renner te blijven. Maar zondag hoeft het voor een keer niet. Zondag moet Van Aert zich een andere tactische variant meester maken, een variant die hij niet gewend is, die van het gedeelde kopmanscha­p. In zowat elke belangrijk­e eendagswed­strijd waarin Van Aert de voorbije jaren aan de start stond, was dat in de rol van absolute kopman. Zelfs op het WK in Imola vorig jaar reden alle Belgen zonder verpinken in zijn dienst. Zondag mag hij voor het eerst de luxe ervaren van het gedeelde leiderscha­p. Zondag zal hij beseffen met wat voor comfortabe­l gevoel de toppers van Deceuninck – Quick.step rondfietse­n. En misschien is hij zondag zelf de gelukkige die als winnaar uit de tactische variant komt. Want laten we elkaar niets wijsmaken: twee spurten om de zege op een rij verliezen, we zien het Van Aert niet overkomen. De pets die Pidcock hem woensdag op de kaak verkocht, is aangekomen. Waarmee we bij de mooiste conclusie van het voorjaar zijn aangekomen. Haast in elke wedstrijd kregen we een ontknoping die weinigen hadden verwacht. De geslaagde alles-of-niets-poging van Jasper Stuyven in Sanremo, de stunts van Asgreen in E3 Harelbeke en Ronde van Vlaanderen, de demonstrat­ie van Pidcock afgelopen woensdag in de Brabantse Pijl. Er zal een dag komen dat we beseffen wat een wonderbaar­lijk voorjaar 2021 ons heeft geschonken.

“Heb ik dat zo gezegd?” Marc Sergeant moet er vandaag om lachen. Maar het staat in januari

2011 toch echt zo in de kranten. Vanop de stage in het Spaanse Mallorca laat de manager van Omega Pharma - Lotto weten dat hij voor het nieuwe jaar alle vertrouwen heeft in zijn kopman Gilbert, maar “dat het niet simpel wordt om evengoed te doen als in

2010.” Gilbert is dan 28, staat voor zijn derde jaar bij de ploeg van de Nationale Loterij en heeft er inderdaad een prima 2010 opzitten: zes zeges, waaronder de Amstel Gold Race en de Ronde van Lombardije.

“Ik zal wellicht voorzichti­g gebleven zijn”, zegt Sergeant vandaag. “We kenden Philippe intussen. We wisten dat hij af en toe een stoot kon uithalen. Maar ik was niet vergeten dat hij in

2010 in de Waalse Pijl en Luik Bastenaken - Luik ook op zijn limieten was gestoten. Hij reed er wel de finale, maar haalde niet de uitslagen die hij voor ogen had. Wist ik veel dat de echte Philippe Gilbert toen nog moest opstaan.” Het is de grote vraag in die eerste maanden van 2011: wat kan de echte Gilbert? Waar liggen zijn grenzen? Een voorlopig antwoord volgt in februari en maart als Gilbert meteen flitsen van supervorm laat zien. In de Ronde van de Algarve en de Tirreno - Adriatico pakt hij een ritzege, tussendoor is hij de beste in de Strade Bianche. Vandaag zouden we zijn seizoen hiermee al geslaagd noemen. Dan kijkt de buitenwere­ld er nog anders tegenaan. Een zege in de Strade is vooral nog een prettige curiositei­t, ook voor Gilbert zelf. “Bij de start kregen we zelfs een tube om de nek!”, schrijft hij in Mijn Droomjaar, een jaarboek dat al eind 2011 in de winkel ligt. “Na veertig kilometer heb ik hem aan een wielertoer­ist langs de weg gegeven. Achteraf had ik er spijt van, want ik was er graag mee over de meet gereden. Dat zou een schitteren­de foto opgeleverd hebben.”

Sportief lijkt hij zijn zege niet eens bijzonder te vinden. Laconiek houdt hij het op “een meevaller”. Maar bij zijn ploeg weten ze dan al meer.

“De Strade was destijds nog voor iedereen een ontdekking”, aldus Sergeant. “Maar wij ontdekten vooral een uitstekend­e Gilbert. Dit was gewoon een superlasti­ge koers. Dat beloofde.”

DE AANLOOP

En toch: blaken van vertrouwen doet Gilbert niet, die woensdag aan de start in Leuven. Niet zijn naam, maar wel die van landgenote­n Nuyens en Vansummere­n domineren al dagen de krantenkol­ommen. Zij zijn de verrassend­e winnaars van de Ronde van Vlaanderen en Parijs - Roubaix.

13 APRIL BRABANTSE PIJL

 ?? FOTO PRESSE SPORTS ?? Primoz Roglic (links) rijdt op de eerste rij naast Wout van Aert. Zondag delen de twee sterren van Jumbo - Visma het kopmanscha­p in de Amstel.
FOTO PRESSE SPORTS Primoz Roglic (links) rijdt op de eerste rij naast Wout van Aert. Zondag delen de twee sterren van Jumbo - Visma het kopmanscha­p in de Amstel.
 ?? FOTO'S BELGA ??
FOTO'S BELGA

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium