Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Groen leiden: niets voor één mens alleen
Er dienen zich minstens drie duo’s aan voor het voorzitterschap van Groen. De grootste naam daarbij is Elisabeth Meuleman. Om maar te zeggen dat de anderen helemaal onbekend zijn. Het heeft iets sympathieks, maar worden de andere partijen nu bang?
Opvallend is dat er voorlopig alleen maar duo’s zijn die in de voetsporen van Meyrem Almaci willen treden, alsof het een taak is waartegen één mens alleen nooit kan opgewassen zijn. En er zitten onder de zes kandidaten twee medewerkers van Brussels minister Elke Van den Brandt, die dus in plaats van collega’s plots concurrenten worden voor de hoogste positie binnen de partij. Een derde kandidaat werkt bij minister Petra De Sutter. Het lijkt wel alsof de twee ministers wat jongere mensen hebben aangepord om tot een echte verkiezing met een echt debat te kunnen komen.
Hoe diepgaand dat debat zal zijn, is af te wachten. Sommige aankondigingen zijn hopeloos vaag: “We moeten beter communiceren over ons programma”, of, “We moeten terug naar de basiswaarden”. Is het echt? Andere gaan al iets verder, zoals in de verwijzing naar de klimaatjongeren die een scherpere lijn verwachten van Groen: “We moeten vaker potten durven breken.” Elisabeth Meuleman tweet over ‘een sociaal klimaatbeleid.’ Jazeker, maar dit overtuigend inhoud geven, is nu net waar Groen nog niet in geslaagd is. Wie het ook haalt in juni staat voor een ontstellend lastige opdracht. Intern was er het roemloze vertrek van Meyrem Almaci en de verscheurdheid die bleek bij de regeringsvorming, toen Kristof Calvo het ministerschap koudweg werd geweigerd. Naar buiten toe zit zowat alles tegen voor Groen. De energiecrisis haalde de kernuitstap onderuit. Oorlog en koopkrachtcrisis duwen het ecologische debat naar de achtergrond. Stikstof en PFOS staan ook bij andere partijen bovenaan de agenda. Groen was altijd de partij van links-progressieven, alternatievelingen, milieuactivisten en al wie graag idealistisch stemt, buiten het traditionele politieke gewoel om. Maar idealen vertalen in politieke compromissen is een hachelijke onderneming.
De nieuwe voorzitters moeten de partij opnieuw uitvinden, een hernieuwde eenheid vinden en voor de boegbeelden de juiste positionering (voor Kristof Calvo bijvoorbeeld). Ze moeten ook zelf scoren op het nationale strijdtoneel en een kiescampagne bedenken die de fouten van de vorige vermijdt. Niet te drammerig dus. Nee, daar is niet aan te beginnen. Misschien is het dan net goed dat de kandidaten zo ongeveer uit het niets komen, met nog onbezoedeld idealisme. Dan heb je dat toch al.