Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Ik schilder verder op wieltjes”
Guy Van den Bulcke (91) bereikt het allerhoogste met retrospectieve bij Campo & Campo
Aan succes heeft het Guy Van den Bulcke niet ontbroken. Pas afgestudeerd won hij met zijn abstracte doeken de belangrijkste kunstprijzen. Zijn latere figuratieve doeken scoorden vooral in de Verenigde Staten. Daarnaast bouwde hij een carrière als zakenman uit. Op zijn 91ste krijgt hij bij Campo & Campo een retrospectieve. “Ik probeer nog gelukkig voort te schilderen op wieltjes”, zegt hij gedreven.
Wie argeloos rondwandelt in het overzicht van zestig grote schilderijen van Guy Van den Bulcke zou geloven dat er twee verschillende kunstenaars aan het werk zijn. Abstracte schilderijen met veel broeierige gele tinten hangen naast bizarre hyperrealistische taferelen met veel vrouwelijk schoon. “Op kunstgebied ben ik biseksueel”, bekent Guy Van den Bulcke, “en dat heeft men me nooit vergeven. Je moet trouw zijn. In België werd ik na mijn breuk met de abstractie niet meer aanvaard. Ik heb het nadien allemaal zelf moeten doen.”
Baanbrekend
Zijn start in de kunstscène was nochtans baanbrekend. Aan de Antwerpse Academie waar Isidoor Opsomer de plak zwaaide en een braaf realisme eiste, koos de technisch begaafde student Van den Bulcke als één van de eerste voor de lyrische abstractie. Daarvoor genoot hij bijval bij critici en won hij in 1952 de Prijs van Rome en twee jaar later de Prijs van de Jonge Belgische Schilderkunst, de hoogste kunstprijzen in België. Daarop kreeg hij uitnodigingen van toonaangevende galeries, zelfs in Parijs en Milaan waar hij kennismaakte met Fontana, Max Ernst en Zadkine.
Ondanks het succes was leven van kunst destijds hachelijk. Daarom nam Van den Bulcke een baan als verkoper van smeerolie bij Total. Dat deed hij prima, waarna hij overstapte naar de immobiliënsector, waar hij zich specialiseerde in de inplanting van benzinestations en supermarkten.
“Toen collega’s van G58 vroeg of ik interesse had om mee te doen, moest ik bekennen dat ik niet vrij was”, blikt Van den Bulcke terug. “Een beslissing waar ik nu spijt van heb.” Tussen 1965 en 1970 kwam hij nog nauwelijks aan schilderen toe. Toen hij in 1975 met nieuw werk naar buiten kwam, bleek dat plots helemaal anders van stijl. Popart en hyperrealisme waren opgekomen en Guy Van den Bulcke had daar op zijn manier aansluiting bij gevonden.
“Blijven doorgaan met abstractie was te gemakkelijk geworden. Ik geloofde er niet meer in want abstractie is een soort religie. Om de breuk te tonen veranderde ik mijn aanvankelijke artiestennaam Guy Bulcke in mijn echte naam Guy Van den Bulcke. Mijn figuratieve werk beschouw ik als een geestelijke voortzetting van het surrealisme. Figuren, vogels en landschappen meng ik met elkaar zonder enige logische band.”
Amerika
In België bleven galeries en musea gesloten voor de nieuwe Guy Van den Bulcke, maar Amerika viel er wel voor. “Vele zakenrelaties hier wisten zelfs niet dat ik schilderde. Een publiek en een vaste galerie heb ik in België nadien nooit meer gehad. Ik verkocht vooral in Amerika.”
Op zijn 91ste schildert Guy Van den Bulcke nog dagelijks enkele uurtjes in zijn atelier in Schoten. Dat dat vanuit een rolstoel moet, is nauwelijks hinder want zo kan hij geconcentreerder doorwerken. Voor het geld hoeft hij het niet te doen, wel voor zijn eer als kunstenaar. “Ik probeer met schilderen gelukkig en gezond verder te leven want ik ben te oud om me nog druk te maken. Het geeft me voldoening dat mijn abstract en figuratief werk eindelijk evenwaardig naast elkaar hangen. ”
De retrospectieve Guy Van den Bulcke loopt tot 21 mei bij Campo & Campo, Grote Steenweg 19, Berchem. www.campocampo.be
i