Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Steden hebben de laagste inkomens, maar moeten de hoogste belastingen heffen voor wegen, openbaar vervoer, ziekenhuizen ... Daar maken ook al die mensen in de rand gebruik van.”
hoogste belastingen heffen om hun centrumfunctie te kunnen vervullen: wegen, openbaar vervoer, ziekenhuizen, cultuur ... En daar maken ook al die mensen in de rand gebruik van.” Maar niet alleen voor de steden zelf is die stadsangst negatief. Volgens Oosterlynck creëren de randgemeenten een vals gevoel van zelfstandigheid. “Op bepaalde evoluties hebben kleinere gemeenten gewoon geen grip. De bevolking in en rond steden zal de volgende jaren alleen maar blijven groeien. Dat zet druk op de randgemeenten. Mensen gaan op zoek naar goedkopere woningen in de rand. Veel van die mensen hebben de stad wel nodig voor hun werk, onderwijs, zorg en ontspanning. Als je de verstedelijking in goede banen wilt leiden, moet je dus samenwerken met de stad, er moet een goed netwerk zijn van openbaar vervoer en andere diensten. Je kunt de uitdagingen van deze tijd niet meer aan als je alleen heel lokaal beslissingen kunt nemen. Eigenlijk zouden we de steden juist moeten vergroten en versterken. Zo heb je het meeste controle op de verstedelijking van heel Vlaanderen.”
Ook kleinere steden vinden geen partner
Maar daar zijn we in Vlaanderen niet aan toe. Ook kleine centrumsteden zijn niet aantrekkelijk als fusiepartner. De gemeente Oudsbergen is geband vormd omdat geen van de buurgemeenten bij Genk wilde aansluiten. Waarschoot, Zomergem en Lovendegem fuseerden tot Lievegem omdat geen van de drie bij Eeklo wilde. En Turnhout vormt wel een stadsgewest met de buurgemeenten, maar van een fusie willen die niet weten. Volgens Bart Van Herck hoeft dat geen probleem te zijn: “Ik heb de fusie van Oudsbergen mee begeleid. De inwoners zijn voor heel veel diensten aangewezen op Genk. Als Oudsbergen zich niet afkeert van Genk maar er nauw mee samenwerkt, kan het uitgroeien tot een sterke partner van de stad. Het bestuur van de gemeente mag niet ingaan tegen de bevolkingsstroom. Dat werkt niet.”
Maar ook kleinere steden hebben het almaar moeilijker om hun centrumfunctie te vervullen. Van Herck: “Een stad als Turnhout heeft eigenlijk te weinig inwoners om alle faciliteiten van een echte centrumstad te bieden. Daarvoor heb je enige schaal nodig. Als Vlaanderen geen fusie oplegt, zal het moeten zorgen voor een betere ondersteuning van de kleine steden.”
Buitenbeentje Neteland
Een kleine centrumstad die wel goed omringd wordt door randgemeenten is Herentals. Met de omringende gemeenten Herenthout, Grobbendonk, Vorselaar en Olen vormt de stad het samenwerkingsverschap. Neteland. Geen fusie hier, maar wel een hechte samenwerking op tal van domeinen. Een van de bezielers van Neteland is Lieven Janssens, de burgemeester van Vorselaar, tevens als bestuurskundige verbonden aan de Universiteit Antwerpen. Janssens is penhouder van het Steunpunt Bestuurlijke Vernieuwing, een project dat een grote hervorming moet voorbereiden waarbij lokale besturen de basis kunnen vormen van een efficiënt binnenlands bestuur.
Je kunt onmogelijk iemand vinden die enthousiaster is over intergemeentelijk samenwerken dan Janssens. Neteland werkt dan ook echt. Er wordt veel gerealiseerd, zoals een gezamenlijk zwembad, het scholenplatform Neteland en een Stem-partner
Twee gemeenten aan de zuidrand van Amsterdam: de ene 20.000 inwoners, de andere 30.000. De ene is pas gefuseerd met de hoofdstad, de andere wil absoluut zelfstandig blijven. De besturen van Weesp en Diemen geloven allebei dat ze de beste keuze hebben gemaakt. De bewoners vinden dat doorgaans ook, al zijn sommige Weespers toch een beetje ongerust. “Laat het hier maar lekker kneuterig blijven.”
Als je op de A2 de afrit Vinkeveen neemt en richting Weesp rijdt, volg je de meanders van de lieflijke Vecht. Dan zie je het kerkje van Weesp, de ophaalbrug, het haventje, de groene kade. Weesp is een oer-hollands stadje, met kleine huisjes, grachten, gezellige pleintjes, typische winkels en alleen maar vriendelijke mensen. Waarom moest dit Amsterdam worden?
Dat begrijp je beter als je enkele kilometers buiten het centrum het nieuwe Weesp in aanbouw ziet: een gigantische bouwwerf waar 2.500 woningen tegelijk gebouwd worden. De eerste vijfhonderd nieuwe flats en huizen staan er al een tijdje, nu is men bezig aan een villapark. De landelijk uitziende woningen met hun rieten daken zullen voornamelijk bewoond worden door mensen die nu geen betaalbare woning vinden in Amsterdam. Elke morzel grond in de Randstad moet worden bebouwd. De woningnood is er enorm. De prijzen zouden tot 1,27 miljoen euro gaan.
Referendum
Het kleine Weesp krijgt er dus in enkele jaren meer dan 10.000 inwoners bij. “Dat is te veel voor ons”, vertelt Katinka Hilders van de Wetering. Zij is voorzitster van de bestuurscommissie die de dienst uitmaakt in Weesp. Vergelijk het met de districtscolleges in Antwerpen. Er werd voor de fusie niet over één nacht ijs gegaan. “We hadden vooraf dertien punten vastgelegd die Weesp absoluut wilde bewaren”, vertelt Hilders. “De burgers hebben daarover mee beslist.” In 2018 werd dan een referendum gehouden. De Weespers – zegt nooit Weespenaren, je zegt toch ook niet Amsterdammenaren – konden kiezen tussen fuseren met Amsterdam of met Gooise Meren, een landelijke en rijke buurgemeente. 57% van de Weespers koos voor Amsterdam. Op 24 maart van dit jaar is Weesp officieel een stadsgebied van Amsterdam geworden.
“Nee hoor”, zegt Harry, zittend op een bankje aan de Vecht, “heftige emoties zijn er niet geweest. Er was wel wat protest, maar sinds het referendum is dat weggeëbd.” Zelf heeft hij voor de fusie met Amsterdam gekozen. Het leek hem beter om bij een grote stad te horen. Er zijn al zo veel banden met de hoofdstad. “Amsterdam is vlakbij. We hebben om het kwartier een trein. En bussen zijn er ook.”
Over die goede verbinding met Amsterdam zijn alle bewoners tevreden. Over de grote nieuwe wijk niet echt. Maar Harry relativeert. “Ze hebben daar hun eigen Koningsdag gevierd. Nou ja, ze doen maar. Het moet allemaal nog een beetje groeien, denk ik.” Bij andere bewoners leeft de vrees wel dat die invasie van nieuwe bewoners hun stadje zal veranderen. Al zijn de echte Weespers ervan overtuigd dat ze hun eigenheid kunnen behouden. “Weesp blijft Weesp”, zegt Katinka Hilders ferm. Bewoonster Inneke Brons had in het referendum voor Gooise Meren gestemd, maar neemt noodgedwongen vrede met Amsterdam. “Niemand kan ons onze gezellige straatjes en grachtjes afnemen. Het is allemaal wat kneuterig, maar laat het dat vooral blijven.”
Diemen: geen fusie nodig
Als er iets is wat buurgemeente Diemen op het eerste gezicht niet is, is het kneuterig. Diemen ligt nog dichter bij Amsterdam dan Weesp, en heeft niets van de lieflijkheid van het dorp aan de Vecht. Het centrum van Diemen is een drukke weg tussen een winkelcentrum en een modern gemeentehuis. Een oude kern is er niet meer, wel twee treinstations, twee metrostations en een tramhalte. In een kwartiertje sta je in het centrum van Amsterdam. Diemen heeft twee groene recreatiegebieden, beschikt over een bedrijventerrein, een grote campus voor studenten en is voor de rest volgebouwd met woningen. Wijken met huizen en tuintjes, wijken met flatgebouwen, woontorens. En er is nog altijd plaats. Twee grote werven zijn nog volop in ontwikkeling. Waarom fuseert Diemen niet? “Omdat het niet nodig is”, antwoordt burgemeester Erik Boog. Hij ontvangt ons op de dag van zijn 50ste verjaardag in zijn gemeentehuis. “Diemen kan aan iedereen de gepaste dienst verlenen. De gemeente is financieel gezond, de politiek en de ambtenaren werken goed samen, het bestuur is stabiel. We vinden kleinschaligheid juist een voordeel. We hebben korte lijntjes, kunnen snel beslissingen nemen. We werken goed samen met Amsterdam en met andere gemeenten en instellingen. En dankzij die zelfstandigheid zijn we nog altijd een beetje een dorp.”
Een beetje dorps
Een dorp? Echt waar? Deze aaneenschakeling van wijken en wegen? Boog is onverstoorbaar: “Ja, Diemen is ondanks het ontbreken van een dorpskern een beetje dorps. Voor veel mensen is het belangrijk dat ze in een gemeente wonen waar mensen elkaar nog kennen, waar kleine evenementen worden georganiseerd, waar ze alles dichtbij hebben. Diemen is één van de meest diverse gemeenten van Nederland, er wonen verhoudingsgewijs meer mensen met een andere nationaliteit dan in sommige grote steden. Maar dankzij de kleinschaligheid kunnen we het samenleven in goede banen leiden.”
Wie denkt dat het een promopraatje is, heeft het mis. Alle Diemenezen en Diemenaren – de eersten zijn er geboren, de tweede zijn inwijkelingen, zo wil de traditie – die we aanspreken vermelden expliciet de rust en gezelligheid van de kleine stad dicht bij een metropool.
Bijzonder trots is de burgemeester op de nieuwste wijk van Diemen: Holland Park. Die is op zijn zachtst gezegd ook indrukwekkend. Een hele wijk vol flatgebouwen met wandelstraten en grachtjes tussen, met aan de rand een groot park met speeltuin. We ontmoeten er Mick en Julia, een jong stel dat een flat huurt in een van de nieuwe gebouwen. Ze wonen er graag. Diemen is best gezellig, vinden ze, de woningen zijn nog betaalbaar (800 euro per maand voor een studio en 1.300 voor een klein appartement) en alle voorzieningen zijn dichtbij. Ze werken in Amsterdam en daar zijn ze in een wip dankzij de uitstekende verbindingen. Ja, Diemen is echt nog een beetje een dorp, vinden zij ook. “Ik vind die zelfstandigheid wel leuk en grappig”, zegt Mick, “maar zouden ze die wel kunnen behouden?”
Voorlopig wel, zoals Weesp dat voorlopig ook kan binnen de grenzen van Amsterdam. Later zien we wel.