Gazet van Antwerpen Stad en Rand
En zo wordt het zondag toch nog een beetje spannend
De diehardfans van Anderlecht laten weinig aan de verbeelding over: “Geen erehaag in Brugge”. Die boodschap stond woensdag in koeien van letters op een groot spandoek op het oefencomplex in Neerpede. “Maar als je geen erehaag maakt, dan zeg je eigenlijk dat fans van Anderlecht en Club Brugge geen vrienden kunnen zijn”, zegt Ignace Glorieux, professor sociologie aan de VUB. “Als club moet je durven duidelijk maken dat het maar om een spelletje gaat.”
Vincent Kompany kreeg als trainer van Anderlecht vorig weekend al een vraag over een mogelijke erehaag voor Club Brugge. Paarswit trekt zondagavond (18.30u), op de laatste (overbodige) speeldag van de Champions’ play-offs, naar het Jan Breydelstadion van de kersverse kampioen. “Ik wil niet hypocriet zijn en doen wat goed is voor de fans. We zullen doen wat onze fans willen”, antwoordde Kompany toen opvallend afwachtend. Maar dat Anderlecht zeker geen erehaag zal vormen nu de fans zich hebben laten horen, wil woordvoerder Mathias Declercq niet gezegd hebben. “We zullen zondag wel zien. Op onze manier zullen we Club een gepast eerbetoon geven”, klinkt het. Hij wijst er ook nog op dat Kompany op de persconferentie na Union zijn felicitaties al overgemaakt heeft.
Teken van respect
Maar waarom maakt die erehaag ineens zoveel los? De erehaag is zeker in het buitenlandse voetbal populair. Het is vrijblijvend, maar wordt wel gezien als een teken van respect. Het is een zichtbaar gebaar van sportiviteit van alle spelers van de tegenstander om de nieuwe kampioen te feliciteren. De voorbije week werden de Nederlandse kampioen Ajax (op het veld van Vitesse) en de Spaanse kampioen Real Madrid (thuis tegen Levante) op die manier in de bloemetjes gezet. Ook in de Italiaanse Serie A en de Engelse Premier League doen ze eraan mee. En na de finale van de Champions League vormen de verliezers steevast een erehaag voor de winnaar.
In ons land heeft de erehaag niet dezelfde vanzelfsprekendheid. Vorig jaar deed Genk het zonder erehaag voor Club Brugge, maar de Limburgers hadden toen wel bloemen mee die voor de aftrap overhandigd werden. Anderlecht koos er de laatste keer dat het tegen een kersverse kampioen speelde wél voor een erehaag te vormen. In 2015 viel AA Gent die eer te beurt toen de Buffalo’s op de laatste speeldag van de playoffs op bezoek kwamen in het
Astridpark. Toen was daar minder commotie over.
Bloemetje
“Anderlecht en Club Brugge, da’s puur rivaliteit, hè”, verwijst Nico Deraedt van Anderlechtsupportersclub Purple Poppies naar de geschiedenis van de twee teams, die vaak onder elkaar uitgemaakt hebben wie kampioen werd. “Wees maar zeker dat zij het ook niet voor ons zouden doen. Als club van klasse en eer zou Anderlecht zo een erehaag nog durven te maken. Maar de Fanboard heeft CEO Peter Verbeke en woordvoerder Mathias Declercq al laten weten dat we absoluut geen erehaag willen. Van mij mogen ze Club Brugge wel feliciteren en ik ben zeker dat dat ook zal gebeuren. Maar dan liefst ergens in de coulissen, mondeling voor de match of met kapitein Hendrik Van Crombrugge die een bloemetje meeheeft. Zo een erehaag vind ik vernederend voor de spelers, en ze zou een doorn in het oog zijn van elke fan. Wij zitten al in de hoek waar de klappen vallen. De fans gaan ervan uit dat het zover niet zal komen.”
Anderlecht zou niet de eerste club zijn die past voor een erehaag voor de aartsrivaal. In Engeland vormde uittredend kampioen Manchester City in 2020 nog wel - met lange tanden - een erehaag voor de titelopvolger Liverpool, maar het Real Madrid van Zinédine Zidane vertikte het in 2018 voor Barcelona hetzelfde te doen. Eerder deze maand zag ook Atlético nog af van een erehaag voor stadsrivaal Real.
“Mathieu van der Poel die zijn duim opsteekt nadat hij geklopt wordt in de Giro, dát is groot zijn in je verlies. Ik begrijp dat fans zich laten meeslepen, maar een instituut als Anderlecht heeft ook de plicht zijn fans op te voeden.”
Pedagogische rol Professor sociologie Ignace Glorieux van de VUB vindt echter dat Anderlecht hierin zijn verant
woordelijkheid moet nemen. “Zoals Van der Poel die zijn duim opsteekt terwijl hij geklopt wordt in de Giro. Dat is sympathiek, dat is groot zijn in je verlies. Ik begrijp dat de fans zich laten meeslepen, maar ik zou toch denken dat een instituut als Anderlecht de plicht heeft zijn fans op te voeden. Met iemand als Kompany vervullen zij hun pedagogische rol ook prima op andere gebieden. Als club moet je durven duidelijk maken dat het maar om een spelletje gaat. En dat spel is nu gespeeld en verloren. De aartsvijand in het spel is dat niet in het echt. Erbuiten moet je elkaar de hand kunnen reiken. Als je dat niet doet, zeg je eigenlijk dat een Clubfan en een Anderlechtfan geen vrienden kunnen zijn.”
Al kan voor Anderlecht en Vincent Kompany de slechte ervaring die ze in de reguliere competitie in het Jan Breydelstadion hadden, zeker wel meespelen. “Mijn staf, mijn spelers en ikzelf werden de hele wedstrijd uitgescholden”, zei een zichtbaar aangeslagen Kompany toen.
Glorieux: “Als ze Club Brugge daarom niet feliciteren, dan kan dat als een oorlog zijn die escaleert. Dan zal er helemaal geen respect meer zijn. Je kan net een statement maken door toch een erehaag te vormen. ‘Wij staan hierboven. Ondanks alles blijven wij gentlemen’. Misschien kunnen ze in de erehaag wel op één knie gaan zitten om een punt te maken tegen racisme. Om de kampioen dan hopelijk flink op hun donder te geven tijdens de match. Dan stap je groots het veld af.”
Professor sociologie VUB