Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Beter dan de Spelen: De Grote Verbinding
We moeten het de stad meegeven: het is het bestuur echt menens met de aanleg van parken. Dit weekend is het eerste deel van het park op de dokken van ’t Zuid geopend. Een naam heeft het nog niet, maar zoals zo vaak zullen de mensen snel vergeten hoe hier decennialang een woestijn van blik en wielen de toekomst van een stad hypothekeerde. Quasi tegelijkertijd werden de contouren bekendgemaakt van het Spoorpark nabij Borgerhout. Na Park Spoor Noord het tweede op vroegere Nmbs-gronden. Maar de big bang moet nog komen. Onlangs viel in onze brievenbus een folder op Groot Formaat. Daarin deze keer geen gezwollen reclameboodschappen. De stad wilde blijkbaar op deze wijze De Grote Verbinding presenteren aan haar inwoners. Een project dat nog niet tot de Grote Verbeelding spreekt van die Antwerpenaar, maar dat wel zou moeten. Inwoners van een stad kunnen helemaal gek worden van trots als ze zoiets als de Olympische Spelen krijgen toebedeeld. Welaan, De Grote Verbinding doet daar niet voor onder. Het is de Stad van Morgen, die van onze kinderen. De Grote Verbinding staat voor maar liefst zes nieuwe parken om en rond de stad. We sommen op: Park Noordkasteel, Park Groot Schijn, Park Groenendaal, Park Groene Vesten, Park West, Park Lobroekdok, Park Zuid. Ze zijn allemaal gelinkt aan de Oosterweelwerken. Niet zelden wordt politici verweten alleen op korte termijn te denken. Laat ons wel wezen: dat is hier niet het geval. Achter het project staat het zogenaamde Toekomstverbond. Dat werd in 2017 opgericht onder impuls van intendant Alexander D’hooghe en zorgde voor een onuitgegeven verbond tussen Vlaamse overheid, de stad, de haven en de burgerbewegingen straten-generaal, Ademloos en Ringland.
Het is inderdaad toekomstmuziek, maar mag dat eventjes? Of zijn die parken toch zes fata morgana’s? Een beetje opzoekwerk leert ons iets anders: er is al ontzettend veel werk verzet. Meer dan de gewone Antwerpenaar beseft. Dat Toekomstverbond is blijkbaar in alle stilte blijven doorwerken. Maar ook hier zal bij de burger de echte vonk waarschijnlijk pas overslaan als de schop in de grond gaat. Dat moment is dichterbij dan je denkt en het gaat meteen ook om het meest tot de verbeelding sprekende park. Voor het Zuidpark wordt grofweg alles in en om het nu lamentabele spoorstation Zuid overboord gegooid. De Jan De Vostunnel wordt stevig verlengd, de Singel en hoofdstraten worden simpelweg verlegd, of zelfs ondertunneld zoals de Jan De Voslei. En over de snelweg, tussen Kiel, Hoboken en de Tentoonstellingswijk komt het Park der Parken.
Ja, PFOS kan nog veel stof in het eten gooien. Want waar men ook zal graven, zal dit beestje opduiken. Maar de aanvangsdatum voor het Ringpark Zuid staat er nog altijd: 2025. Over drie jaar dus. Minder dan dat Antwerp nodig heeft om kampioen te spelen en Beerschot om opnieuw te promoveren.
Tekst:
Mischa Bludts
Foto's: RR
Wouter Adriaensen Jeroen Hanselaer, Joren De Weerdt
Foto’s:
Tekst:
een toponderwerp. Er is ontzettend veel potentieel waarmee ze aan de slag kunnen.”
De vorige tijdelijke expositie was X, Censuur en Beeldcultuur. Een onderwerp dat vandaag de gemoederen beroert, uitgewerkt in verschillende facetten, van wetgeving over kunst tot social media. Enkele jaren geleden werd de eerste halve eeuw van het Speelkaartenmuseum gevierd. De antieke drukpersen die er staan worden nog steeds meticuleus onderhouden en gebruikt door een groep vrijwilligers, meestal drukkers op rust. Maar het museum lijkt ook op andere manieren het stof van haar imago te willen blazen. Een expo over tattoos moet opnieuw een nieuw doelpubliek bereiken.
Eind vorig jaar lanceerde het Speelkaartenmuseum een oproep naar mensen met een speelkaartgerelateerde tattoo. Meer dan honderd mensen uit binnenen buitenland deelden hun tatoeage, van The Ace of Spades tot een Indische koning, en hun bijhorende verhaal. Schrijver Matthias M.R. Declercq, fotograaf Ans Brys en het museumteam kozen er vijftien uit. Die zijn nog tot 26 februari 2023 te bewonderen in het museum.
De hand van de duivel
Op het eerste gezicht zou je niet aan speelkaarten denken wanneer je naar de linkerarm van Lander Scholz (22) uit Sint-niklaas kijkt. “Maar deze tekeningen stonden op de achterkant van de speelkaarten in The Expert at the Card Table”, vertelt hij. “Dat is een boekje van meer dan honderd jaar oud over goochelen en valsspelen met kaarten. De auteur toont met illustraties hoe je ze moet vasthouden. Het is zo’n beetje de bijbel voor kaarters.”
Twee jaar geleden liet Lander zijn passie voor het boekje vereeuwigen. “Ik wilde iets op mijn lichaam zetten waar ik zeker van was, liever geen tekst. Zelfs als ik het ooit zou afleren, hebben de kaarttruken een groot deel van mijn leven gevormd. Ze staan op mijn linkerarm, dicht bij mijn hart maar ook dicht bij mijn linkerhand, de hand van de duivel. Het zijn moeilijke technieken maar ik heb ze nog redelijk goed onder de knie. Het gebeurt weleens dat ik ze bovenhaal bij vrienden maar ik kom er niet mee weg”, lacht hij.
De passie voor kaarttruken is wat minder, die voor speelkaarten nog niet. “Ik verzamel ze nog altijd. Mijn voorkeur gaat uit naar artistieke sets, waarin bijvoorbeeld elke kaart is aangepast in een bepaald thema zoals het zonnestelsel. Kings Wild Project in Amerika heeft er heel mooie. Zo heb ik ondertussen meer dan tweehonderdtwintig unieke pakken. Een vreemd idee dat ik dankzij deze uit de hand gelopen hobby nu ook in een museum te zien ben.”
Koeketiene
Onderhuids vertelt het verhaal van vijftien speelkaartgerelateerde tatoeages in
Tekst: Tom Peeters
Foto's: Bart Van Buggenhout
Het is nog donker in de VS wanneer we Bart Van Buggenhout (50) uit Mol-sluis spreken. Vanop zijn hometrainer heeft hij een prachtzicht op de bergen die de Santa Ynezvallei omringen. Elke ochtend fietst Van Buggenhout een uurtje. “Om fit te blijven voor mijn tweede passie: wandelen. Hiken noemen ze dat hier. Ik bezocht al heel wat nationale parken aan de westkust. Mount Rainier in Washington, Yosemite in Californië, Crater Lake in Oregon, Zion en Bryce Canyon in Utah...” Nee, daar kunnen de Molse Meren nét niet tegenop. Sinds 2011 staat Van Buggenhout in de VS aan het hoofd van de Aljassimya Farm. Zijn baas is sjeik Jassim Bin Khalifa Al Thani, de nonkel van de huidige emir van Qatar. Met zestien man personeel verzorgt hij er tussen de honderdvijftig en tweehonderd dieren. Doel: toppaarden fokken die in shows hoge ogen gooien. Van Buggenhout is meer dan enkel manager. “In de VS zette ik al zeshonderd veulens op de wereld. Sperma afnemen, merries insemineren, embryo’s transfereren naar draagmoeders: ik doe het allemaal zelf, met de hulp van mijn team. Zeven dagen per week ben ik in de weer.”
De passie voor paarden gaat bijna veertig jaar terug. “Ik speelde volleybal, een schoolvriend reed paard. Toen we el
kaars sport probeerden, maakten we allebei de switch.” In de stal van Christine en Guy Jamar – Balenaars die Arabische paarden fokken – volgt een openbaring. “Zodra ik daar binnenwandelde, wist ik wat ik wilde doen met mijn leven. Vanaf dat moment spendeerde ik elke woensdagnamiddag, elk weekend, elke vakantie in de stal van Jadem Arabians.”
Shampoo en solarium
Op zijn 23e runt hij in Wiekevorst (Heist-op-den-berg) de stal Arminta. Daar traint hij paarden voor internationale shows, “schoonheidscompetities waarin een jury dieren in verschillende geslachts- en leeftijdscategorieën beoordeelt op vijf criteria: type, hoofd en hals, lichaam en bovenlijn, benen en bewegingen.”
In geen tijd winnen zijn prijsbeesten wedstrijden en groeit Van Buggenhouts reputatie. “Nochtans ben ik geen supertalent. Het was vooral een kwestie van hard werken en veel bezig zijn met de paarden.” Als trainer scheert hij de dieren, bewerkt ze met shampoo, zet ze onder het solarium en conditioneert hen met stapmachines.
De wereldelite stalt paarden bij Van Buggenhout. Argentijnse adel, emirs uit Qatar, prinsessen uit Jordanië en bankiers en topindustriëlen uit Amerika en Europa: allen beroepen ze zich op de diensten van de Mollenaar. Op den duur gaan zijn paarden met elkaar in competitie. “Als je zoveel eliteklanten hebt, moet je die allemaal als koning bedienen. Dat is moeilijk.” Uitgeblust sluit hij in 1997 het trainingscentrum.
Cultureel erfgoed
Al snel heeft Van Buggenhout een jobaanbieding uit Qatar op zak, van de jonge sjeik Abdul Aziz Bin Khaled Al Thani. Die was al eens op bezoek geweest in Wiekevorst, om een bod uit te brengen op een van de toppaarden van Aminta. “Al zei hij me dat ik nooit een show zou winnen met dat paard. Toen dat wel lukte, nodigde de sjeik me uit voor een dinertje in Qatar.” Van Buggenhout belandt in ’s mans stal, Al Rayyan. Hij zal er 14 jaar blijven.
Het woestijnklimaat, “zalige winters, bikkelharde zomers”, werpt hem de nodige uitdagingen voor de voeten. Zodra de temperatuur 40 graden overstijgt, kampen de volbloeden met uitdroging en constipatie. Vervolgens willen ze hun mineralen aanvullen door aan zand en steengruis te likken, waardoor ze kolieken krijgen. “In het begin hadden we geen faciliteiten en opereerden mijn Belgische veeartsen vaak in het