Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Als ik de Spelen ooit nog wil halen, is het nu of nooit”
Gewezen wielerbelofte Ken De Feyter (40) mikt op Paralympics van Parijs 2024
Rond de eeuwwisseling behoorde Ken De Feyter tot de toppers in de jeugdreeksen. Een weekend zonder podiumplaats was zeldzaam. Bij de beloften werd hij door het toenmalig ploegleidersduo Freddy HelssenValério Piva zelfs met open armen ontvangen bij de Eddy Merckx Boys, toen ruimschoots de beste belofte-ploeg van het land. Vandaag hoopt De Feyter zich te plaatsen voor de Spelen in Parijs, de Paralympische Spelen voor alle duidelijkheid.
“Wat weinigen weten, is dat ik geboren ben met een klompvoet
(een ingewikkelde aangeboren afwijking die de spieren, ligamenten, botten en gewrichten van de voet beïnvloedt, red.)”,
zegt de nu 40-jarige De Feyter. “Mijn rechtervoet was daardoor weinig beweeglijk, er was een verschil in beenlengte van twee centimeter en mijn rechterkuit had zich niet ontwikkeld. Daardoor kon ik bijvoorbeeld niet recht op mijn pedalen staan. Vandaar ook mijn vele ereplaatsen. Ik was nagenoeg altijd mee in de spits, maar in een spurt of bergop moest ik op mijn zadel blijven zitten. Dat heeft me veel overwinningen gekost. Toen we in het voorjaar met onze ploeg op stage waren in Italië, moesten we testen afleggen in het Mapei-centrum in Milaan. Ik legde een bijzonder sterke fietstest af, maar de artsen hadden natuurlijk ook mijn fysieke beperking gezien. Ze lieten me toen duidelijk verstaan dat ik een heel grote motor had, maar dat ik wegens die klompvoet nooit een grote carrière zou kunnen uitbouwen. Dat kwam toen serieus hard binnen. Toen niet zo lang daarna de ploeg van de
Eddy Merckx Boys werd opgedoekt, ben ik teruggekeerd naar R. Antwerp BC en heb ik nog enkele jaren bij de elite zonder contract gereden, maar dan alleen
nog als hobby.” Nog twee jaar omscholen
Na het bekijken van de Paralympische Spelen in september kreeg De Feyter de wielermicrobe toch weer te pakken. Het doel: de Spelen van Parijs 2024.
“Als nieuweling had een trainer mij al laten verstaan dat ik zou kunnen meedoen aan die Spelen bij de 18-jarigen. Omdat het toen vlot liep bij de valide sporters, schonk ik daar weinig aandacht aan. Nu is dat anders. Als ik nog wil meedoen aan de Paralympische Spelen in Parijs in 2024, is het nu of nooit voor mij. Na veel papierwerk, gesprekken en controles heb ik in februari te horen gekregen dat ik in het wielrennen mag deelnemen aan paracycling klasse vijf (C5), dat is de klasse met de kleinste fysieke beperking. De Belgische bond (BOIC) bood mij de kans om onlangs mee te doen aan een wereldbekerwedstrijd in Oostende. Ik reed daar een goede race, zeker omdat ik nog niet veel trainingsarbeid leverde. Er is dus nog heel veel progressie mogelijk. Ik wil me toespitsen op vier disciplines: de kilometer en de vier kilometer achtervolging op de piste en de weg- en tijdrit. Ik heb nog ruim twee jaar de tijd om me klaar te stomen. Dat lijkt veel, maar ik ben me er heel goed van bewust dat ik die tijdspanne zal nodig hebben om de topconditie te halen. Onderschat immers het niveau niet, het is te vergelijken met dat van de beste beloften. Ik ben er evenwel van overtuigd dat ik dat nog moet kunnen halen. De wil om er volledig voor te gaan is er alvast.”