Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“We duwen soms de rolstoelen van de vaste bewoners”
Dertig Oekraïense gezinnen vinden thuis in woonzorgcentrum
In een leegstaande vleugel in woonzorgcentrum de Regenboog in Zwijndrecht wonen ondertussen dertig Oekraïense gezinnen. Ze delen een tuin met de bewoners en eten de maaltijden uit de keuken van het woonzorgcentrum. “Volgend schooljaar komt er een OKAN-klas voor de kinderen in het woonzorgcentrum”, zegt coördinator Anouk Rombouts (28).
Stanislav (14) zit op zijn kamer in woonzorgcentrum de Regenboog. Hij deelt een stapelbed met zijn zus Juliia (8). Hun jongste broertje Vitali (2) slaapt bij de ouders op de kamer naast hen. Juliia zit vandaag voor de tweede dag op school in Zwijndrecht, voor Stanislav is er nog even geen plaats in het middelbaar. Met de examens en de zomervakantie voor de deur heeft het geen zin meer om dit schooljaar in te pikken.
Klasgenoten in Amerika
Dus zit hij achter de computer en volgt hij online lessen van zijn school in Oekraïne. “Mijn klasgenoten zijn ondertussen verspreid over heel de wereld. Bijna iedereen is gevlucht. Er wonen vrienden in Canada, de Verenigde Staten en Nederland”, zegt hij.
“Veel vrienden zijn zo snel mogelijk vertrokken uit Oekraïne. Wie familie of vrienden in het buitenland heeft, is daar onderdak gaan zoeken. Wij zijn uiteindelijk zelf een maand geleden in België beland en wonen hier nu met heel het gezin in het woonzorgcentrum”, zegt de mama van Stanislav, Oksana (38). Ze was psychologe in Oekraïne en spreekt goed
Engels.
Het gezin van Oksana woont in een leegstaande vleugel van het woonzorgcentrum dat in een maand tijd omgevormd is tot opvangcentrum. Er werden douchecabines geïnstalleerd en stapelbedden en gordijnen in bulk aangekocht in Ikea. “We zitten nu aan een dertigtal gezinnen en ongeveer 25 kinderen in dit centrum. Daar komen binnenkort nog een tiental gezinnen bij”, zegt schepen van woonbeleid Veerle Beernaert (Groen).
Deze vleugel van De Regenboog werd tot een paar maanden geleden nog gebruikt als Covid-afdeling voor de zieke bewoners. Door een heel aantal overlijdens stond de vleugel daarna leeg. De Oekrainers kunnen hier minstens een jaar blijven, maar die termijn kan ook nog verlengd worden. “We hebben vanuit de gemeente vijf fulltimers in dienst genomen om het centrum te coördineren. Er wordt verder een deel van het leefloon van de bewoners geen bruikt om de kosten hier te dekken.”
Afghaanse vluchteling
Op de gang komen we nog een kinderspeelkamer tegen, ingericht voor alle kinderen van de bewoners. Een vrouw passeert met haar jonge dochtertje. Ze komt oorspronkelijk uit Afghanistan en woonde in Oekraïne als vluchteling. “We hebben hier ook een ander gezin uit Iran dat ook al op de vlucht was in Oekraïne”, zegt coördinator Anouk Rombouts (28) die sinds kort fulltime aan de slag is op de vleugel.
“Elke dag is hier een uitdaging en helemaal anders dan de dag voordien. Ik werkte hiervoor als fysiotherapeut in Australië en heb ook in Nieuw-Zeeland gewoond. Ik weet wel wat het is om opnieuw te moeten starten en moest zelf ook alle procedures volgen toen ik hier in België aankwam. Dus ik kan de mensen hier wel wat ondersteunen.”
Wat Anouk vooral opvalt,
is de
wil van de nieuwe bewoners om zo snel mogelijk hun leven weer op te pikken. “De eerste kinderen zijn ondertussen naar school in de gemeente en volgend jaar komt hier ook een OKAN-klas voor de Oekraïners. De bewoners zelf kunnen binnenkort een cursus Nederlands volgen en zijn nu al volop op zoek naar werk.”
Zo ook de man van Tanja (33). Tanja verblijft hier met haar man zoon David (7). “Mijn man is gaan solliciteren bij de groendienst van de gemeente. We komen uit het zuiden van Oekraïne en daar is veel landbouw. Mijn man werkte in de landbouwsector dus de groendienst zou hem wel liggen. Ik had zelf een kleine winkel. Ik wil nu eerst Nederlands leren en dan hier een job vinden”, aldus Tanja.
Ze zit in de refter van de vleugel.