Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Zo’n ongeval zat er aan te komen”
Ook na dodelijke botsing in Ranst blijft het opletten voor voetgangers en fietsers
Een 73-jarige fietser uit Oelegem kwam twee weken geleden ten val na een aanrijding met een groepje wielertoeristen en overleed een week later. Het ongeval riep veel vragen op, ook over de veiligheid van het jaagpad. Kunnen wandelaars, recreatieve fietsers, wielertoeristen en steppers er veilig langs mekaar door?
We nemen de proef op de som en fietsen richting zwaaikom in Oelegem, waar het ongeval plaatsvond. Zoals op elke weekenddag zijn er honderden wielertoeristen op pad. Het blijft een geliefd trainingsparcours, merken we snel. We rijden naast elkaar en twee voetgangers wandelen ons tegemoet. Er is voldoende plaats voor ons vieren, maar juist voor we mekaar kruisen, wringt een man op een koersfiets zich ertussen, waardoor we stevig moeten remmen.
Dat kwam net goed, maar Conny Van Loon uit Houtven, die samen met haar man Tom Van Dijck en dochter Nore op fietstocht is, legt de vinger op de wonde. “Het is toch zo belangrijk: houd rekening met de anderen.” Tom springt haar bij: “Er staat hier ook herhaaldelijk op de weg geschreven ‘Het jaagpad is er voor iedereen’, met daaronder de logo’s van spelende kinderen, een atleet, een fietser en een auto. Als je de held wilt uithangen, trek dan een nummer en koers mee met echte coureurs.”
Begeleide groepen
“Weten die mannen trouwens dat je vanaf groepen van vijftien onder begeleiding van een auto op straat mag rijden?” Het valt op: zondag hebben we alleen op de bruggen over het kanaal zo’n groepen opgemerkt.
Steve Nieman uit Schoten vindt het nogal meevallen. “Mijn fatbike is begrensd op 26 kilometer per uur. Ik denk dat de meerderheid van de wielertoeristen hier 30 tot 32 per uur rijden. Trou- wens, je mag hier niet sneller dan 30.” Op dat moment zoeft een elektrische step voorbij, terwijl hij een speedpedelec inhaalt. Aan hen is die 30 kilometer per uur niet besteed.
Wel aan de Kerktorentrappers, een groep van zes vrienden afkomstig uit Borsbeek, ’s Gravenwezel, Ranst en Boechout die elke zondag afspreken aan de sluis van Wijnegem. Het jaagpad is dus hun speelterrein. “Maar wij zijn geen coureurs, hè”, zegt Steve Dua. “Ons gemiddelde ligt tussen 28 en 30 kilometer per uur. Het is ons te doen om de beweging, het sociaal contact, een babbeltje, partie
plaisir zeg maar.”
“Ivo had vorig jaar een zwaar accident, toen hij moest uitwijken voor een hondje. Hij remde, ging overkop en verbrijzelde zijn elleboog. Dat was niet expres of zo. Er komen hier weinig asociale mensen, maar ze bestaan.”
“En ook”, voegt Ivo toe, “veel mensen kunnen een elektrische fiets kopen via het werk. Maar het is wel jaren geleden dat ze nog op de fiets hebben gereden. Dat zie je.”
“Dat bordje met die snelheidsbeperking”, smaalt Charles Swerts, “dat staat er nu te blinken, maar als er geen controle is, helpt het niet. Want in een groep haal je toch makkelijk 37 per uur en meer. Bovendien fietsen ze vaak met drie langs mekaar en reken maar dat jij dan opzij moet.”
“Daarom stel ik voor om een lijn in het midden van het jaagpad te trekken. Dat is een zachte manier om mensen attent te maken op ander verkeer. Corona heeft veel meer mensen naar de fiets gebracht. Dat maakt dat het hier drukker is en dat regels echt wel nodig zijn. In Nederland zijn fietsers en voetgangers overigens netjes gescheiden van elkaar.”
Voetpad ernaast
Charles krijgt al bijval van Hilde Crauwels, die in de buurt woont en samen met haar echtgenoot Bob Van Rompaey en kleinzonen Bent (5) en Kobe (7) op wandel is. “Zo’n ongeval zat er aan te komen. Ze rijden hier veel te hard. Het is vaak levensgevaarlijk. Zeker met twee kinderen die je constant bij je moet houden. Het jaagpad is kaarsrecht, ideaal om door te trappen. Maar de laatste tijd zijn er heel veel fietsers bijgekomen, ook van die snelle types.”
“Waarom leggen ze over het hele traject geen voetpad aan in het gras naast het jaagpad? Er is ruimte genoeg. Tussen Schoten en Grobbendonk zou dat alvast geen probleem mogen zijn.”
In afwachting van een luxueuze aanpassing van het traject kent Patrick Kloek wel enkele tips. Hij is ultraloper af, maar wandelt toch nog achtduizend kilometer per jaar. Ervaring zat dus. “Ik loop altijd links, aan de kant van het tegemoetkomend verkeer, zoals het hoort. Weinigen weten dat, zelfs niet in onze wandelclub. En wat de fietsers betreft, ik zet vaak een stapje opzij. Als ik zo’n tros zie af komen, steek ik een duim op of zwaai naar hen. Dan zijn ze al een stuk rustiger. Begrip moet van twee kanten komen, hè.”
Charles Swerts
Wielertoerist
“Ik stel voor om een lijn in het midden van het jaagpad te trekken. Dat is een zachte manier om mensen attent te maken op ander verkeer.”