Gazet van Antwerpen Stad en Rand
SHARI BOSSUYT EN GERBEN THIJSSEN: “Samen trainen lukt steeds beter, vroeger hadden we al na vijf minuten ruzie”
wielerkoppel én outsiders voor Belgische driekleur
De vonk sloeg over op de piste en na twee pogingen vormen Gerben Thijssen (24) en Shari Bossuyt (21) nu al bijna drie jaar een wielerkoppel. Beiden zijn zondag op het BK in Middelkerke outsiders voor de driekleur.
Een afspraak voor een dubbelinterview? Geen probleem, iedereen welkom ten huize Thijssen - Bossuyt. Zelfs op de dag dat de gastheer 24 wordt. “Maar dan moet je wel een taart meenemen. Een gezonde, hè.” Dus belden wij dinsdag aan in Harelbeke, met een rijsttaart in de hand. “Dat was om te lachen, hé. Maar ik ben wel blij. Shari, pak jij de borden?”
Al samen getraind vanmorgen?
Thijssen: “Neen, maar het gebeurt steeds meer. In heb begin ging dat totaal niet. Maar nu kunnen we al eens samen losrijden.”
Bossuyt: “Duurtrainingen blijven onmogelijk. De eerste keer dat we dat probeerden, hadden we al na vijf kilometer ruzie.”
Thijssen: “Ik begreep niet dat ze geen 200 watt kon rijden, dat ze niet in het wiel kon blijven. Ik kon het niveau van het vrouwenwielrennen niet inschatten. Dertig kilometer per uur in de Vlaamse Ardennen: dat kan iedereen, dacht ik.”
Bossuyt: “Ik ben intussen sterker geworden, maar er is nu eenmaal een verschil tussen een man en een vrouw en Gerben begrijpt dat nu.”
Thijssen: “Mentaal ben ik veranderd, ik kan al eens rustig fietsen en niet zozeer de hele tijd naar mijn wattagemeter kijken. Dat is haar invloed, tot vorig jaar wilde ik zelfs op rustdagen een bepaald vermogen rijden. Nu kan ik chillen met haar.”
Bossuyt: “We hebben van elkaar geleerd: hij kan iets meer loslaten en ik ben professioneler geworden. Omdat hij zo bezig was met wattages en voeding heb ik dat overgenomen. We hebben verschillende karakters, soms zou ik een beetje aan hem willen geven en hij aan mij. Gerben heeft soms zo veel stress om kleine, onnozele dingen. Dan praat ik op hem in: Laat dat toch!” Toch kunnen jullie samenwerken. Het bewijs is het record van Gerben op de Beerbosstraat, een kasseiklimmetje vlak bij Shari’s ouderlijke huis.
Thijssen: “Die KOM (recordtijd
op fietsapp Strava, red.) halen was een doel, ik heb dat 35 keer geprobeerd.”Bossuyt: “Die dag zat de wind ideaal: hard in de rug. En ik heb hem als een leadout gelanceerd. Met succes.”
Thijssen: “Mijn trainer was boos, want ik moest die dag enkel losrijden. En plots zat ik 45 seconden zo hard te rijden als ik kon.”
Wanneer is de vonk tussen jullie overgeslagen? Thijssen: “30 juli 2019.” Bossuyt: “Goed, Gerben!”
“Onze kinderen gaan zeker mogen koersen. Met onze genen gaat dat wat geven.” Gerben Thijssen
Intermarché - Wanty-Gobert
Thijssen: “We kennen elkaar al veel langer, van op de piste. In 2017 hadden we al even een korte relatie, maar door de afstand was dat moeilijk. En ik had nog geen rijbewijs.”
Bossuyt: “Maar daarna hebben we het nog eens geprobeerd en kijk: we wonen nu samen.”
Thijssen: “Kobe Goossens, een vriend en nu ploegmaat van mij, heeft ons overtuigd om de stap weer te zetten.”
Bossuyt: “In het begin was het nog niet zo serieus, maar toen kwam die val tijdens de Gentse Zesdaagse…”
“Ik vierde Kerstmis met de familie van Shari in West-Vlaanderen. Ik verstond er niks van. Het was de hele tijd: wuk, wuk, wuk.”
Gerben Thijssen Intermarché - Wanty-Gobert
Jullie waren pas drie maanden samen toen Gerben enkele breuken opliep en door drie hersenbloedingen was het lang onduidelijk of hij helemaal zou herstellen.
Thijssen: “Ik heb dan beseft hoe graag zij mij zag. Mijn papa had haar gezegd: ‘Niemand zal het je kwalijk nemen als je nu de relatie stopzet.’”
Bossuyt: “Ik heb geen seconde getwijfeld: ik wilde er voor hem zijn. Dat ongeval heeft onze relatie heel sterk gemaakt.”
Thijssen: “Ik had nog nooit een echte relatie gehad en kan moeilijk mensen vertrouwen. Maar met Shari heb ik nu zo’n sterke band dat ik haar alles kan zeggen.”
Jullie wonen nu bijna een jaar samen. Gerben, had je als rasechte Genkenaar gedacht dat je je ooit ging settelen in het verre West-Vlaanderen?
Thijssen: “Nooit! In 2017 heb ik hier Nieuwjaar gevierd met Sasha Weemaes. Het is dan dat ik voor het eerst iets ben begonnen met Shari. Toen ik terug naar Genk reed, zei ik tegen Sasha: ‘Hier kom ik nooit meer’. Maar zie mij hier nu zitten.”
Bossuyt: “Hij had het in het begin wel moeilijk.”
Thijssen: “Voor mij was het een hele aanpassing, want ik moest mijn ouders, oma, broer en vrienden achterlaten. Het was een grote stap, maar ik ben blij dat ik hem heb gezet.”
Begrijp je al het West-Vlaamse dialect?
Thijssen: “In het begin was dat een drama. Ik vierde Kerstmis met de familie van Shari en haar meter zat constant tegen mij te praten. Maar ik verstond er niks van. Ik heb die avonden denk ik zes woorden gezegd. Altijd dezelfde: ‘Sorry, maar ik versta u niet’. Het was de hele tijd: wuk, wuk, wuk.”
Bossuyt: “Hij begrijpt het steeds meer en begint het zelfs al te praten. En er wordt toch gezegd dat Limburgers en West-Vlamingen goed overeenkomen? We zijn er het beste bewijs van.”
Wat verwachten jullie van het BK zondag? Hoe groot zijn de kansen op een driekleur?
Thijssen: “Die derde plaats in de slotrit van de Baloise Belgium Tour heeft mij een boost gegeven. Als het uitdraait op een sprint heb ik zeker een kans. Ik heb al bewezen dat ik tussen de toppers mijn mannetje kan staan en met een beetje meeval kan het zeker lukken. De ploegleiding van Intermarche - Wanty-Gobert heeft mij al gegarandeerd dat ik als kopman zal worden uitgespeeld, maar je moet natuurlijk afwachten hoe de koers verloopt.”
Bossuyt: “Aangezien ik geen ploegmaats heb bij Canyon ben ik ook kopvrouw (lacht). Bij de
vrouwen is het een heel andere situatie, de sterksten zijn alleen: Lotte Kopecky, Jesse Vandenbulcke, Valerie Demey, ik... Lotte is natuurlijk de te kloppen vrouw.”
Thijssen: “Het niveauverschil bij de vrouwen is immens. De rensters in de World Tour halen een degelijk niveau, de rest wat minder. Maar het is een BK, op een parcours zonder hindernissen. Dan is strijden tegen ploegen met een pak rensters altijd moeilijk.”
Bossuyt: “Hopelijk is er veel wind, kunnen er waaiers ontstaan en rijden de besten weg. Anders is het moeilijk te controleren, want je kan nergens het verschil maken.”
Jullie hebben beiden een stap vooruit gezet dit seizoen.
Bossuyt: “Die transfer naar een topploeg had ik echt nodig. In de winter was ik de slechtste van de ploeg, op de trainingskampen heb ik afgezien. Maar ik ben er goed uitgekomen en reed een prima voorjaar. De progressie was groot (grijnst). Ik ben al lang niet meer bij de slechtsten.”
Thijssen: “Mijn transfer van Lotto naar Intermarché was geen stap achteruit, integendeel. Bij mijn eerste gesprek sprak die ploeg mij al aan. Ze hadden een duidelijk plan: van mij een topsprinter maken. En ik kreeg vaste mannen rond mij, zoals Boy van Poppel. Ze hadden zelfs al een programma uitgestippeld. Zo wist ik waar ik naartoe moest werken, zoals nu naar de Ronde van Spanje. Bij Lotto moest ik vechten voor mijn plaats. Nu is er minder druk.”
Dromen jullie ervan om samen naar de Olympische Spelen in Parijs te gaan in 2024?
Thijssen: “Ja, maar voor mij zal dat wellicht op de weg moeten gebeuren. Ik wil graag pistewedstrijden blijven rijden, maar door mijn druk wegprogramma kan ik moeilijk pistetrainingen met de nationale selectie inlassen.”
Bossuyt: “Voor mij is de combinatie weg-piste makkelijker, ik heb ook nog een contract bij Sport Vlaanderen. Er zijn goede afspraken, ze verwachten natuurlijk dat ik op de kampioenschappen goed presteer. En uiteraard wil ik naar Parijs. Met Lotte is daar iets mogelijk.”
Jullie kunnen hopelijk nog jaren koersen, maar denken jullie al aan het leven na jullie wielercarrière?
Bossuyt: “Terwijl Gerben zo lang mogelijk wil koersen, zie ik mij stoppen rond mijn 28ste.”
Thijssen: “Na de Spelen van Los Angeles kunnen we misschien aan kinderen beginnen. En ze mogen koersen. Trouwens: met onze genen gaat dat wat geven. Toppers gegarandeerd!”