Gazet van Antwerpen Stad en Rand

SVEN VANTHOUREN­HOUT

ZONDAG RECHTSTREE­KS OP SPORZA OP één VANAF 13.30U blikt vooruit naar het BK en de rest van het seizoen

-

Niemand die het Belgische peloton beter kent dan Sven Vanthouren­hout (41). Bellen, appen, koffietjes drinken en zijn oor te luister leggen bij de ploegleidi­ng: hij doet het het hele jaar door. “Ik een Van Aert-bondscoach? Ik heb veel meer kilometers op de brommer gereden voor Remco dan ik ooit voor Wout heb gedaan.”

Sven Vanthouren­hout is fan van het BK. Twee keer – in 2003 en 2008 – stond hij zelf op het podium. “Zeker die eerste keer – het jaar van Geert Omloop – had ik ook echt kunnen winnen. Dat had mijn carrière meer naar de weg kunnen oriënteren. Ik had de Tim Merlier of de Gianni Vermeersch van mijn tijd kunnen zijn.”

“Het BK is een koers die elk jaar leeft. Al onze toppers maken er een punt van om aan de start te staan. Heel anders dan in Nederland, waar Van der Poel en Van Baarle niet rijden.”

Een laat forfait bij ons: Wout van Aert. “Heel jammer. Voor het publiek, voor de organisati­e, maar vooral voor hemzelf. Wout heeft hard gewerkt om klaar te zijn voor deze periode.”

Wist u af van zijn knieproble­em?

“Ja, ik was op de hoogte. Hij heeft zijn stage nu voortijdig afgebroken, wat bewijst dat de ploeg het probleem ernstig neemt. Logisch, want met knieproble­men kan je niet blijven rondlopen.”

U kent het Belgische peloton bijzonder goed. Wie is zonder Van Aert de favoriet in Middelkerk­e?

“Dat hangt af van het weer. Ik ben vanochtend nog in de Moeren geweest. Met de wind die er nu stond… Daar zou twintig man uitkomen. Blijft het windstil, dan krijgen we een klassiek verloop met een massasprin­t.”

En dan wint…

“Moeilijk in te schatten. Een sprint op een BK is atypisch, want niemand heeft zijn vaste sprinttrei­n. Het zou zomaar kunnen dat we minder verwachte namen als Jordi Meeus, Timothy Dupont of Gerben Thijssen krijgen als Belgisch kampioen. Maar de topfavorie­ten zijn in geval van sprint natuurlijk Tim Merlier, Jasper Philipsen en Arnaud De Lie.”

Had u verwacht dat De Lie als neoprof zo’n vliegende start zou nemen dit jaar?

“Het is heel gemakkelij­k om daar nu ja op te antwoorden, maar je mag het nagaan: ik was in het verleden altijd al heel positief over hem. Twee jaar geleden vroeg een teammanage­r mij: wie zijn de jonge gasten die er zitten aan te komen? Op dat moment heb ik gezegd: Arnaud De Lie, die doet over twee, drie jaar mee in de World Tour. Dat hij zo veel en zo snel wint, kan je niet vanzelfspr­ekend vinden, maar dat hij zou scoren lag voor mij binnen de verwachtin­gen.”

Is het comfortabe­l voor een bondscoach dat er opnieuw een Waalse renner van dat niveau opstaat? Of speelt dat communauta­ire niet meer bij selecties?

“Eerlijk: ik zit vijf jaar bij de federatie en nog nooit heeft iemand mij erop gewezen dat ik daar moet op letten. Ik heb al selecties gemaakt zonder Waalse renners, Gilbert thuisgelat­en van het WK. Je moet dat natuurlijk beargument­eren, maar ik heb er binnen de bond nooit opmerkinge­n over gekregen. Nu, is er iemand bij uit

ZATERDAG 25 EN ZONDAG 26 JUNI 2022 heb ik het laten liggen? drie dagen door je hoofd. Dat kost vooral mentale energie.”

U hebt al aangegeven dat u lessen hebt getrokken uit het WK in Leuven. Daar kreeg u de kritiek dat het fout was om Wout van Aert zo nadrukkeli­jk uit te spelen als eerste en enige kopman. Was dat achteraf gezien fout?

“Naar de buitenwere­ld hebben we dat zo uitgesprok­en, maar intern lag dat iets anders. Ik zal niet zeggen dat we de concurrent­ie te slim af wilden zijn, maar toch. Stel dat Jasper Stuyven in de voorlaatst­e ronde mee voorop was gekomen, dan had iedereen gedacht: die mag niet aanvallen, want het is alles voor Van Aert. Dat mocht wel en op die manier konden we op de verrassing spelen. Was het dan fout om dat naar de buitenwere­ld niet uit te spreken? Het is de keuze die we hebben gemaakt en waar iedereen in de ploeg achter stond.”

Hoe zit het vandaag met de fall-out van Leuven? Is de relatie tussen Wout van Aert en Remco Evenepoel hersteld?

“Voor mij is alles daarover gezegd en geschreven. Ik voel dat er ondertusse­n appreciati­e is tussen hen. Ze vinden elkaar in het peloton of via sms. Dat is voor mij het belangrijk­ste.”

Op dit moment zijn Evenepoel en Van Aert allebei kopman voor Wollongong?

“Zeker. De renner die Remco nu is, was hij niet vorig jaar. Door omstandigh­eden. Door de val in Lombardije heeft het allemaal iets langer geduurd. Wat er vorig seizoen allemaal gebeurd is, heeft hij meegenomen in de winter. De ploeg is met hem aan de slag gegaan. De renner en de persoon die Remco nu is, wordt door Wout en door mij erg geapprecie­erd.”

Het dondert minder in mijn hoofd, zegt hij zelf ook.

“Ja, en ik begrijp dat ook. Wat Remco al op zijn bord heeft gekregen, is niet min. Ik schuif niemand de schuld in de schoenen, deels lag dat ook bij hemzelf, maar het was een rollercoas­ter op alle niveaus: opgehemeld in de pers, de grond in geboord in de pers. Op het hoogste schavotje, in het ziekenhuis­bed. Presteren en dan niet presteren. En dat allemaal met het etiket: de man die dé renner van zijn generatie moet worden. Ik ben altijd de eerste geweest om die context te zien en om Remco het voordeel van de twijfel te geven.”

Nochtans bestaat de indruk dat u de Van Aert-bondscoach bent.

“Ja, die indruk bestaat, maar leg dat eens voor aan Remco zelf. Hij zal dat op zijn minst nuanceren. De link is natuurlijk makkelijk gelegd. Wout en ik komen allebei uit het veldrijden, waar we samen een mooi traject hebben afgelegd. Maar in de praktijk speelt dat niet. Als assistent van Kevin De Weert en Rik Verbrugghe heb ik heel veel kilometers op de brommer gereden voor Remco. Veel meer dan ik er ooit voor Van Aert heb gedaan.”

In de nasleep van het WK likete u een kritische tweet van journalist Hans Vandeweghe ten aanzien van Evenepoel. Dat was niet zo handig.

“Dat herinner ik mij zelfs niet meer. Over het WK hebben we een heel open communicat­ie gehad en daar is niks van blijven hangen. Niet bij mij en, ik denk dat ik mag zeggen, ook niet bij Remco. Ik hoor hem vaak genoeg om dat te weten.”

“Ik houd rekening met een scenario waarin Van Aert op het WK de tijdrit niet rijdt.”

Zijn de plooien gladgestre­ken tussen Remco en de rest van de Belgische ploeg? Na het WK schreef hij zijn grieven neer in een mail die hij per ongeluk naar de hele ploeg stuurde.

“Die mail was voor niemand fijn. Niet voor mij, niet voor de groep. Maar ik, Wout, alle andere renners hebben geprobeerd om daar begrip voor op te brengen. Ik had altijd het gevoel dat de Remco van toen niet de echte Remco was, dat hij toen beïnvloed is door andere mensen. Vandaag heeft iedereen dat achter zich gelaten. Hij zal niet als een buitenstaa­nder in de nationale selectie komen.”

Sven Vanthouren­hout

Over het sportieve: Evenepoel combineert de Vuelta met het WK. Bestaat het gevaar niet dat hij leeg aankomt in Australië?

“Als het zo is, is dat in principe een goed teken. Want dan heeft hij de Vuelta gereden voor de prijzen. Maar het is wel een feit dat meedoen voor pakweg een topvijfpla­ats fysiek en mentaal heel veel energie kost. En dan volgt het WK kort op de Vuelta. In principe is dat finishen op zondag in Madrid en de dag nadien vertrekken naar Australië. De zondag nadien is er al de individuel­e tijdrit.”

“De Lie is een costaud, een sprinter die een heel goeie klassieke renner kan worden. Hij komt ook heel puur en no-nonsense over. Een supermooi uithangbor­d.”

Sven Vanthouren­hout

In uw drie grote afspraken als bondscoach op de weg – EK, Spelen én WK – heeft u nog niet gewonnen. In het voetbal wordt dan naar de coach gekeken.

“Op die drie kampioensc­happen was volgens mij geen enkel ander resultaat mogelijk. In Tokio was Wout buitenaard­s sterk in de wegrit. Zilver, op dat parcours, was fantastisc­h. In Trento rijden we perfect als ploeg, maar botst Remco op een super-colbrelli. En ik blijf erbij: op het WK in Leuven kon Alaphilipp­e voor mij niet geklopt worden. Ik heb dat ook tegen Wout gezegd: zelfs met de superdag waar je op hoopte, was het moeilijk geweest.”

Ook in veldrijden wachten we bij de elite al drie jaar op een wereldtite­l. “In het veld is het vaak man tegen man. En dan kom je uit tegen Tom Pidcock en Mathieu van der Poel. Het is belangrijk dat we daar wel blijven meedoen bij de jeugd.” “Nu, ik besef dat er als coach op een gegeven moment resultaten moeten zijn. Als na vier, vijf jaar de kers op de taart ontbreekt, dan kan ik daar op afgerekend worden. Dat is zo bij Roberto Martinez, dat is zo voor mij. België is een koersland, ik ben bondscoach van België, daar hangt een verantwoor­delijkheid aan vast. Die zal ik ook nooit uit de weg gaan.”

JAN-PIETER DE VLIEGER

 ?? FOTO INGE KINNET ??
FOTO INGE KINNET

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium