Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Als het publiek zich
De Hel van Deurne-Noord. Kunnen de fans van Antwerp hun ploeg de ultieme boost richting titel geven? “Zondag tegen Union wordt het nog straffer dan op Wembley. Dit is de match van ons leven.”
Antwerp-coach Mark van Bommel heeft in mythische stadions gespeeld – denk maar aan San Siro of Camp Nou – maar hij beweert dat er op de Bosuil meer lawaai geproduceerd wordt. En dat terwijl er maar drie van de vier tribunes in gebruik zijn. “Het kan hier stormen. Wat zou ik soms graag óp het veld staan.”
Ex-Antwerp-speler Geoffry Hairemans weet wat Van Bommel bedoelt: hij is verliefd op de Bosuil. En vice versa – niet voor niks kennen we hem als ‘Geoffke Deurne-Noord’. De middenvelder groeide op in de schaduw van het stadion, had er lange tijd een appartement, speelde er als Antwerp-speler én als tegenstander. Op 26 mei 2017 schreef Hairemans er geschiedenis met die penaltygoal tegen Lommel, die cruciaal bleek voor de latere promotie naar eerste klasse. “Maar het aandeel van de supporters was groter dan het mijne”, blijft Hairemans bescheiden. “Hadden zij ons toen niet zo vooruitgestuwd…”
“We moesten zelf winnen en hopen dat Lierse dat niet deed tegen Roeselare”, weet Hairemans nog maar al te goed. “Maar het verliep moeizaam. Pas toen we via onze fans hoorden dat Roeselare in Lier de 1-1 had gemaakt – er was een hels kabaal – kregen we een ongelooflijke boost. Zonder de supporters hadden we nooit zó over onze limieten kunnen gaan, we zaten stikkapot. Maar da’s net de kracht van de Bosuil: als Antwerp-speler voel je daar geen krampen. Het publiek gééft je energie.” Dat blijkt ook uit de statistieken: RAFC verloor dit seizoen maar twee keer thuis.
Cisse Severeyns, clubicoon van Antwerp en tegenwoordig tweewekelijks op de tribunes terug te vinden, verwacht dat het zondag “een heksenketel” wordt. “Het is zotter dan ooit tevoren”, vindt hij. “En dat is een troef. Soms hoor ik vertellen dat het ook verlammend zou kunnen zijn voor de eigen spelers, maar dat is dikke zever. Je krijgt er net een boost van. (Blaast) Zeker in de play-offs is het echt wel indrukwekkend, hoor. Ook ik zing uit volle borst mee. Je kunt niet anders, je wordt meegezogen. (Lacht) Als ik weer naar huis ga, ben ik al blij dat ik geen oorsuizingen heb.”
“Onze fans zijn altijd al fanatiek geweest”, aldus Severeyns nog. “Ik kan me de beelden vanop Wembley destijds levendig voor de geest halen, dat was ook indrukwekkend. Maar zondag tegen Union wordt het nog straffer, denk ik. Dit is de match van ons leven. De heilige grond zal in vuur en vlam staan.”
Spaanse griep
Zo hoort dat ook op een plek die de Hel van Deurne-Noord genoemd wordt. Ironisch genoeg heeft die bijnaam niks te maken met de toeschouwers van Antwerp, zo vertelt Michel Schepers. Hij schreef tien jaar geleden een boek over de Bosuil, die dit jaar zijn honderdste verjaardag viert. “In de loop der jaren is het stadion meermaals uitgebreid, tot zelfs 60.000 plaatsen. Dat deed men niet voor Antwerp, maar wel voor de interlands tussen België en Nederland. Het volk zat er kort op, er was veel adrenaline. Toen heeft de Nederlandse pers gesproken over de Hel van Deurne-Noord.”
Dat grote stadion kwam de sfeer tijdens gewone matchen van Antwerp niet altijd ten goede, er waren veel lege plaatsen. Maar als er een topper was, was het ook in de jaren vijftig al vechten voor een ticket, zoals dat ook nu het geval is voor de titelwedstrijd tegen Union. Zo ook toen Real Madrid, met de toenmalige wereldvedette Alfredo Di Stefanon, in 1957 op bezoek kwam. Hoewel de wedstrijd midden in de week om 16.00u gespeeld werd, was er een vol huis. Historicus Schepers: “De Antwerpenaren namen toen massaal vrijaf om er toch maar bij te kunnen zijn. Of ze meldden zich simpelweg ziek. (Lacht) In de kranten maakte men melding van een
“Als Antwerp-speler voel je op de Bosuil geen krampen. Het publiek gééft je energie.”
Geoffry Hairemans