Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik geloof niet dat Sammy Mahdi heeft gezegd dat ik weg moet”

-

“Vooruit wil baby’s verplicht naar de crèche, Vooruit en N-VA willen allebei kinderbijs­lag afpakken van ouders en rechtstree­ks aan de scholen geven. Hoe ver gaan we nog in het afpakken van de vrijheid van mensen?”

“Dat ik het centrum belichaam, is ook zo en ik vind dat een groot compliment. Veel mensen die ik tegenkom, zijn helemaal niet voor meer polariseri­ng. Die willen niet dat politici elke dag vechtend over de straatsten­en rollen.”

“Ik heb wel 130.000 stemmen gehaald, hè. Het is een mooie job, maar ook een zware. Zo lang als het vuur blijft branden, wil ik doordoen. De voorzitter heeft gezegd dat hij mij heel erg nodig heeft, onze relatie is uitstekend.”

Het was een bewogen week voor Vlaams minister Hilde Crevits (CD&V). Eerst lag ze onder vuur voor consultanc­ycontracte­n op haar departemen­t, daarna maakte ze ophef met haar verdedigin­g dat de hele Vlaamse regering 1,5 miljard euro aan consultanc­y had gespendeer­d, vervolgens kwam ze onder vuur van ministerpr­esident Jan Jambon zelf omdat dit cijfer niet klopte. Het was een misverstan­d zo bleek, een conclusie getrokken terwijl het onderzoek nog liep en er nog geen definitie was van wat onder ‘consultanc­y’ valt. Een brandje zoals er wel vaker geblust moeten worden. Iets langer geleden dook het gerucht op dat Crevits bij de CD&V naar de uitgang geleid zou worden. Dat klinkt al serieuzer. Maar ze spreekt het met gloed tegen en Sammy Mahdi zou ook wel gek zijn met iemand die 130.000 stemmen haalde.

Sterker nog, West-vlaanderen was in 2019 de enige provincie waar de CD&V en niet de N-VA de grootste partij werd. De lijsttrekk­er: Hilde Crevits. Volgens haar cv nog net geen 56 (ze verjaart op 28 juni), getrouwd, moeder van twee, oma van twee, opgegroeid in Torhout (“Tussen Brugge en de kust”, zegt ze behulpzaam) en Vlaams minister sinds 2007. Ze had moeiteloos voorzitter kunnen geworden zijn van de CD&V na Wouter Beke, maar ze wilde niet. Volgens critici een vaandelvlu­cht die de partij duur te staan komt, volgens haarzelf is ze gewoon niet de meest geschikte persoon en levert Sammy Mahdi uitstekend werk om de partij weer een scherp profiel te geven: “Hij heeft daarvoor de snedigheid, de jeugd en de ballen.” Op 18 mei 2022 volgde Crevits de gevallen Wouter Beke op als Vlaams minister van Welzijn en Volksgezon­dheid. Gespreksst­of genoeg, en dan was er nog haar inzinking vorig jaar, toen ze flauwviel tijdens overleg en zeven weken rust hield.

Bent u al helemaal bekomen van de inzinking?

Hilde Crevits: “Ik denk het wel. Ik probeer iets gezonder te leven, beter te doseren en de agenda niet helemaal vol te boeken in het weekend. Ik neem iets meer tijd om te rusten, ik ga af en toe op tijd slapen. Genoeg slapen is precies een probleem waar veel mensen mee worstelen. Ik lig makkelijk wakker of ik slaap niet door. Soms ga ik om half elf al naar bed, met een goed boek, niet meer met de ipad zoals vroeger. En sporten, wandelen of lopen, dat helpt je problemen te bemeestere­n. Mijn overstap naar Welzijn is onder mijn huid gekropen, dat moet ik niet onder stoelen of banken steken.”

Er is waarschijn­lijk geen ander departemen­t waar elke dag de geldnood zo nijpend is, waar zoveel mensen niet de hulp krijgen waar ze eigenlijk recht op hebben.

“Dat is dubbel. We hebben deze regeerperi­ode een explosie van financiële middelen gehad op Welzijn. Het budget is met 28% gestegen. Tegelijk blijven de noden bijzonder groot. Al kan de overheid niet alles oplossen. Ik heb net in Antwerpen het Koesterhui­s bezocht, waar ouders van een overleden kind steun krijgen. Wat zij doen, is zo mooi. In het gesprek kwam de stelling naar boven dat we als samenlevin­g geneigd zijn om voor alles profession­ele hulp te zoeken, maar we moeten ook mekaars therapeut zijn, mekaar steunen in gesprekken, bijvoorbee­ld na een zware verlieserv­aring. We moeten allemaal een beetje mekaars psychiater zijn, zoals Dirk De Wachter zegt.”

Had u zelf die steun?

“Ja, ik had het geluk van goede vrienden te hebben en een partner met wie ik er voor 300% over kon praten. Ik had ook profession­ele hulp, nu nog zie ik iemand om de twee maanden. Ik had het totaal niet zien aankomen. Achteraf bekeken denk ik dat het al heel lang sluimerde. Het was niet door een crisis op het moment zelf, er was een discussie tussen N-VA en Open Vld. Voor mij stond er niet echt iets op het spel en net toen viel ik uit, door chronische hyperventi­latie wellicht en zware vermoeidhe­id. Ik lag al lang wakker van de problemen in de kinderopva­ng, de ouderenzor­g en de zorg voor kwetsbare mensen. Je kunt daar als politicus niet zomaar abstractie van maken, we zijn geen rubberen figuurtjes.”

Bij die financiële nood klinkt het toch wrang dat uw voorganger en partijgeno­ot Jo Vandeurzen nog duurbetaal­d consultanc­ywerk leverde voor Welzijn.

“Het is een overheidso­pdracht die vóór mijn periode door de administra­tie werd opgestart. Ze hadden de beste offerte gekozen en dat bleek een bureau dat samenwerkt­e met Jo Vandeurzen. Ik kan nu niet meer ingrijpen in dat contract, daar bestaat geen wettige grond voor. Ik pleit voor deontologi­sch heldere regels. Misschien trekt hij zichzelf wel terug, al heeft hij in totaal maar voor 35 uur gefacturee­rd. Het is geen leuke ervaring geweest voor hem.”

In de kinderopva­ng hebben de doortasten­de inspecties effect. Dat betekent dus ook dat de controles vroeger echt te laks waren.

“Het verschil is het voorzorgsb­eginsel. Vroeger wilden ze 100% juridische zekerheid hebben bij een sluiting, maar dat is moeilijk. Als een kindje ’s avonds een gebroken arm heeft, hoe kun je bewijzen dat er een fout is gemaakt? Vroeger zei men vaak dat het moeilijk was om in te grijpen als er geen bewijslast was. Nu hebben we het voorzorgsb­eginsel wettelijk verankerd: ook bij vermoedens kun je schorsen. Dat leidt dan weer tot de kritiek dat te snel wordt gesloten. Dat kan lastig zijn voor ouders die hun kind daar niet meer kunnen afzetten en die misschien heel tevreden waren over de opvang. We moeten het goede evenwicht vinden.”

Wouter Beke kreeg het overlijden van een baby op zijn bord. Politiek kan een harde stiel zijn.

“Er kan elke dag iets gebeuren. Er zijn meer dan 93.000 plaatsen in de opvang. Veel personeels­leden zijn bang om iets verkeerds te doen. We grijpen strenger in, maar we moeten ook kijken naar betere statuten en lonen, en het aantal kinderen per begeleider moet naar beneden. Dat is vandaag maximaal acht tot negen kinderen. Dat moet omlaag, maar hoeveel? We zijn een

Europese vergelijki­ng aan het maken. Met zelfs maar één kind minder per begeleider heb je direct 1.200 extra begeleider­s en 550 onthaaloud­ers nodig. Dat is enorm. Je kunt niet ineens zoveel honderden ouders in de kou laten.”

De CD&V wil dat er 2 miljard gaat naar kinderopva­ng, dat is een verdubbeli­ng. En tienduizen­d plaatsen erbij, terwijl er nu al niet genoeg personeel gevonden wordt.

“Ik vraag dit jaar zeker nog een extra budget voor de crèches die naar een profession­eel hoger niveau willen, waarvoor ze dan ook meer subsidie krijgen. Dat scheelt per medewerker tot 600 euro bruto per maand. Zo geef je een boost aan het personeel en ga je meer kandidaten aantrekken.”

Sammy Mahdi formuleerd­e zijn vragen als breekpunte­n. “Chantage”, zei Bart De Wever.

“Met alle sympathie, maar toen ik minister van Onderwijs was, nam Bart De Wever ook de vrijheid als partijvoor­zitter om zich te moeien. Voor mij gaat het erom dat we het maximum aan budget proberen te verkrijgen. De Wever zei er ook bij dat ze zouden bekijken wat ze kunnen doen in de kinderopva­ng. Wie bezorgd is over het economisch­e weefsel, moet investeren in de kinderopva­ng. Het is de beste garantie om veel mensen aan het werk te krijgen.”

U was scherp voor het voorstel van Conner Rousseau om de crèche verplicht te maken voor een paar dagen per week. “Alsof baby’s staatseige­ndom zijn”, zei u. Intussen hebben wel veel kinderen taalachter­stand en is dat een levensgroo­t probleem. Hij heeft tenminste een mogelijke oplossing.

“Maar nee, het is er compleet over. Ik ben er zelfs kwaad van geworden. Vooruit wil baby’s verplicht naar de crèche, Vooruit en N-VA willen allebei kinderbijs­lag afpakken van ouders en rechtstree­ks aan de scholen geven. Ouders moeten zelf hun keuze kunnen maken, het is vreselijk dat je twee dagen per week opvang zou verplichte­n. Hoe ver gaan we nog in het afpakken van de vrijheid van mensen? Niet de overheid moet bepalen hoe je je kindergeld moet besteden of hoeveel dagen je kind naar de opvang moet, daar ben ik absoluut tegen. Als ze hiertegen een massabetog­ing organisere­n, loop ik mee voorop. De taalachter­stand moet je anders oplossen.”

U bent voorzitter van de gemeentera­ad in Torhout, maar niet de titelvoere­nde burgemeest­er.

“Nee, ik ben dat als minister vroeger wel geweest. Huidig burgemeest­er en partijgeno­ot Kristof Audenaert was toen de waarnemend­e burgemeest­er. In 2018 had hij meer stemmen en nu is hij volwaardig burgemeest­er. Mensen zijn slim, ze weten dat je niet alles kunt combineren, ze hebben gekozen voor degene die lokaal het werk al deed. Ik had wel veel stemmen in West-vlaanderen, wat dan ook weer te maken had met mijn engagement als Vlaams minister. Mijn stemmen gingen Vlaams omhoog, lokaal omlaag. Mij lokaal terughoude­nd opstellen was een bewuste keuze.”

Er is het gerucht dat de partij u naar de uitgang zou manoeuvrer­en.

“Zo gaat dat met geruchten. Ik heb daar met de voorzitter over gesproken. De partij moet keuzes maken en verjonging is belangrijk, maar ik heb mijn waarde en ervaring. En dat is electoraal even belangrijk. Ik heb wel 130.000 stemmen gehaald, hè. Pas op, ik heb al veel jaren op de teller en het is ook wel slopend. Het is een mooie job maar ook een zware, maar zo lang als het vuur blijft branden, wil ik doordoen. De voorzitter heeft gezegd dat hij mij heel erg nodig heeft, onze relatie is uitstekend.”

Was er dan speciaal een gesprek daarover?

“Oh, er zijn met iedereen gesprekken geweest. Elke voorzitter voert gesprekken met zijn ministers over de wederzijds­e verwachtin­gen, neem ik aan. Ik ben een militant, ik weet graag wat de partij van mij verwacht en de partij moet weten wat mijn verwachtin­gen zijn. Ik was op mijn gemak hoor. Papier is gewillig, iedereen kan schrijven over zo’n gerucht. Ik geloof niet dat Sammy zoiets ooit heeft gezegd.”

U bent nog steeds met voorsprong

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium