Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Dat ze zondag die titel maar pakken, dan kan ik naar het feestje”

LOUIS LAMBERT

-

Als de enige nog levende landskampi­oen van Antwerp iets te zeggen heeft, dan luisteren we. Twee uur lang hingen we aan de lippen van Louis Lambert. 91 jaar is de gewezen flankspele­r intussen, maar het uitleggen kan hij nog als de beste. Van het mythische Real Madrid over zijn uitsluitin­g tijdens de kampioenen­match in 1957 tot... zijn verbanning uit de Bosuil.

“Kom binnen. Ik sta verdorie meer in de belangstel­ling dan toen ik nog tegen een bal trapte.” Louis Lambert heet jouw krant van harte welkom in zijn kamertje in het woonzorgce­ntrum aan het Bosuilplei­n, op een steenworp van waar hij en zijn ploegmakke­rs op 12 mei 1957 de laatste landstitel van Royal Antwerp FC veroverden. Geen enkele van zijn collega’s kan het nog navertelle­n, hij is de last man standing van de kampioenen­ploeg van 66 jaar geleden. Als het aan Lambert ligt, mag er snel een nieuwe lichting Antwerpse kampioenen bijkomen, luisterend naar de namen Toby, Ritchie, Arthur, Vincent, Jean, Calvin,...

Uitgeslote­n in titelwedst­rijd

En of Lambert trots is op wat hij twee derde van een eeuw geleden heeft klaargespe­eld met zijn ploegmaats. Een uiterst getalentee­rde bende was het, maar ook een stel kameraden. “Geluk dat ik heb gehad. Geluk om in zo een goede ploeg te kunnen spelen”, zegt Lambert. Terwijl hij vertelt, krijgt hij fonkelinge­n in de ogen. Zijn geheugen heeft betere tijden gekend, maar als hij een foto van de kampioenen­ploeg onder zijn neus krijgt, komen de namen van zijn collega’s er vlotjes uit. “Coremans in doel. Daarnaast Jos Van Ginderen. De man van Tante Terry, van op tv. Dan Wouters. Niet Edward (Eddy Wauters, ook een ex-speler en later nog voorzitter van RAFC, red.), die was toen in Amerika gaan studeren, maar Leon Wouters. Die knappe gast ben ik en naast mij staat de Fik, hè.” De opsomming stopt bij Vic Mees, met wie hij nog lang na zijn carrière bevriend was. “We vormden een hechte groep. Tijdens de vakantiepe­riode trokken we er met z’n allen op uit. Vijf dagen naar zee en de vrouwen gingen ook mee. Of naar de cinema.”

Gelukkig hangen er veel foto’s in Lamberts kamertje. De herinnerin­gen aan zijn vrienden en de titel, waarnaar hij steeds dieper moet graven, zijn zo nooit ver weg. Terug naar 12 mei 1957 dus. Antwerp ontvangt La Gantoise in wat mogelijk de kampioenen­match kan zijn. “Nerveus dat we waren”, geeft Lambert toe. Logisch, want Gantoise stond derde en had met Maurice Willems de topschutte­r in de rangen. “Rosse Willems noemden wij hem. Nen ambetanter­ik.” Maar ook een begenadigd aanvaller. En een speler met een beduchte reputatie. Zo trok hij om de zoveel maanden zijn teennagels - in hun totaliteit - uit met een trektang. Hij droeg zijn schoenen graag een maatje te klein, om meer voeling te hebben met de bal. “Hij was mijn rechtstree­kse tegenstand­er en op een gegeven moment gingen we samen naar de bal. Ik trapte over het leer en… Tuut!” Lambert bootst met zijn vingers het fluitsigna­al van de scheidsrec­hter na. “22 minuten heeft het spel stilgelege­n. En ik werd van het veld gestuurd. Ik werd naar boven (de bestuurska­mer, red.) geroepen en mocht het komen uitleggen. De club heeft toen zelfs een boete gekregen. Maar uiteindeli­jk wonnen we die match wel met 2-0 en de titel was binnen.”

Man van de match tegen Real

Antwerp belandde zo in de Beker der Landskampi­oenen, ofwel Europacup 1, de huidige Champions League. En de Great Old had ‘geluk’ met de loting. Het grote Real Madrid mocht op bezoek komen op de Bosuil. “Het was de ploeg met Di Stéfano die vijf keer achter mekaar de Europacup zou winnen. En mijn rechtstree­kse tegenstand­er was ook een topper, Gento.” De ploegfoto van die legendaris­che wedstrijd in het Bosuilstad­ion heeft een prominente plaats gekregen in zijn kamer. ’60.000 toeschouwe­rs’, staat er op het onderschri­ft. De grootste Antwerpse fabrieken gaven hun arbeiders een dagje vrij om er toch maar bij te kunnen zijn. De tienduizen­den aanwezigen zagen RAFC met 1-2 verliezen. “Gento heeft in de heenmatch geen leer geraakt en ik werd door de kranten uitgeroepe­n tot man van de match. De terugmatch was een ander paar mouwen. Er was geen houden aan. Toen hebben we onze pere gezien.” Antwerp werd voor 88.000 toeschouwe­rs in de pan gehakt: 6-0. “Maar we stonden toch maar mooi in het Bernabéu-stadion. Dat kan iedereen niet zeggen.”

 ?? ??
 ?? ??
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium