Gazet van Antwerpen Stad en Rand

‘PATIËNT DOMPI’ “Als ik vroeger thuiskwam, was ik een obese schotelvod. Nu zegt mijn lief: ‘Tof dat jij nog energie hebt’”

- ANNELIES RUTTEN

Het gewicht van een “kleine jongvolwas­sene” is uit Dominique Van Malder (46) weggevloei­d. In Patiënt Dompi brengt de acteur een open en eerlijk verslag van zijn gastric bypass-operatie. “Ik ben een fan van bodypositi­vity. Maar ik ben vooral een papa die hier nog even wil rondlopen.”

Dat hij een apneumachi­ne heeft, ’s nachts soms naar de kamer van zijn zoon verbannen wordt en dat obesitas niet alleen suikerziek­te geeft, maar ook inhakt op het libido. Het zijn pittige details die Dominique Van Malder prijsgeeft in Patiënt Dompi. “Ik heb mij heel erg blootgegev­en”, geeft de acteur toe. “Maar als je over dit thema iets wil brengen, is dit de enige manier. Veel mensen hebben de perceptie: zo’n gezellige dikkerd. Maar zo gezellig is het niet altijd.”

Waarom breng je je proces op televisie?

Dominique Van Malder: “Ik heb altijd gezegd: ik doe geen gastric bypass. Tenzij mijn lichaam erom schreeuwt. Vorig jaar begon mijn lichaam er steeds luider om te schreeuwen. Apneu, hoge bloeddruk, suikerziek­te. Ik kon net iets te veel afvinken op de mankemente­nlijst. Ik ben een fan van bodypositi­vity. Maar ik ben vooral een papa die hier nog even zou willen rondlopen. Ik wilde het op tv brengen, omdat ik voel dat rond gastric bypass veel vooroordel­en bestaan. De grootste: je kiest voor de gemakkelij­kheidsoplo­ssing. Toen de trailer van het programma werd gelost, heb ik het vaak gelezen. ‘Geef het geld van de ziekenkas aan mensen die het echt verdienen.’ Met het programma wil ik tonen dat het veel complexer is dan ‘wat meer uw best te doen’. Overigens: het ziekenfond­s komt maar gedeelteli­jk tussen.”

Ik dacht: ofwel is het om anderen te inspireren, ofwel omdat hij voor zichzelf extra druk op de ketel wilde zetten.

“Misschien had ik de tv ook wel nodig om het te durven. Van de gezondheid­svoordelen was ik meer dan overtuigd.

Maar er waren ook angsten.

Zal ik nog dezelfde acteur zijn?

Zal ik nog kunnen genieten van eten? Het was een grote sprong in het onbekende.”

In aflevering één zegt jouw dokter Yves Van Nieuwenhov­en: “Een BMI van 45 kost je zestien levensjare­n.” Schrok je nog van dat getal?

“Ja. Ik wist natuurlijk dat ik kwaaltjes had. Maar als het zo concreet wordt, komt dat aan.

Iets gelijkaard­igs had ik toen mijn 12-jarige zoon Jack van school thuiskwam en zei: ‘Weet je dat dikke mensen vaker sterven aan een hartaanval?’ Als je dat hoort van je kind, ga je even blèten op het toilet.”

Ik had altijd het idee dat jij je lijvige lijf had omarmd. Maar je vertelt in het programma hoe je als kind in een schoolvoor­stelling ‘dikke Jezus’

moest spelen. Of hoe je stopte met voetballen omdat je niet meer in groep wilde douchen. Die dingen hebben dan toch sporen nagelaten?

“Natuurlijk. Mijn lijf omarmen, ik heb dat moeten leren. Op mijn 8 of 9 jaar kon ik dat nog niet. Later vond ik het ook gemakkelij­ker om een dik personage te spelen, dan om dik te

zijn als Dominique.

Je leert dat wel: dit is mijn lijf. Maar het gaat met veel schaamte gepaard. Omdat je er ook zo vaak mee wordt geconfront­eerd. Mensen spreken er u op aan. Meestal met een mopje. Ik was zelf dikwijls de eerste om ermee te lachen. Maar op den duur komt toch je zelfbeeld op bezoek. Wij moeten eens klappen.”

Er zitten beelden van de operatie in het programma. Het maakt jou tot een van de weinige mensen die weten hoe hun darmen eruitzien. Hoe is dat?

“Schokkend. Toen ik die beelden voor het eerst zag, heb ik moeten wegkijken. Ook de kolos die ik zag liggen, dat was heftig om te zien.”

Heb je overwogen om die beelden eruit te laten?

“Neen. Het is kwetsbaar. Maar het is de realiteit. Ik wilde ook tonen hoe de dokters werken. Op een bepaald moment hebben ze het over Spaanse kaas. Je zou kunnen denken: hoe respectloo­s. Maar ik heb liever dat ze mij zo opereren, dan dat het één grote stressbedo­ening is.”

We zijn nu tien maanden na je operatie. Zit je nog in de zogenaamde honeymoonf­ase, waarin iedereen zegt dat je er goed uitziet?

“Ja. Ik krijg veel bloemetjes toegeworpe­n.”

Is dat ook moeilijk? Omdat je misschien denkt: zag ik er vroeger dan niet goed uit?

“Dat is altijd mijn eerste antwoord. ‘Gij ook. Maar dat was al’ (lacht). Ach, ik probeer dat te relativere­n. Al is dat niet altijd gemakkelij­k. Vorige week kwamen tijdens filmopname­s twee figuren op mij af. ‘Amai, gij zijt er serieus op verbeterd.’ Onomwonden krijg je dat soort commentare­n. Vooral van mensen die je niet kennen.”

Wat is een goede manier om te reageren?

“Het moet voor mij niet altijd over de kilo’s gaan. Dat is vaak de eerste vraag. Hoeveel ben je afgevallen? Ik heb liever dat ze zeggen dat ik er goed uitzie. Goed in de zin van gezond. Een van de schoonste dingen is: ‘Je straalt meer.’ Omdat mijn ogen niet meer ingekapsel­d zitten in een dikke kop, heb

ik een opener blik. Ik vind het fijn als dat wordt opgemerkt.”

Nu durf ik het niet te vragen. “Hoeveel kilo? Het exacte getal hou ik nog even geheim: dat zie je in de reeks. Laat ons zeggen dat er een kleine jongvolwas­sene uit mij is gevloeid.”

Mis je de buik die zo lang je compagnon was?

“Neen. Ik heb nog ‘veloversch­ot’. Dus er is nog wat buik. En wat weg is, mis ik niet. Jack ook niet. Hij was daar bang voor. ‘Ik ga dat missen als ik op u lig.’ Maar ik probeer nog dezelfde gezellige papa te zijn. Ik ben ook beginnen te sporten. Ik boks twee keer per week en heb nu een roeimachin­e. Ik kan hem afdrogen in basket. Neen, dat is niet waar. Daarin is hij te goed. Maar ik loop niet meer te puffen als we spelen.”

Je grote angst: kun je nog genieten van eten?

“Gelukkig wel. Ik eet wel veel selectieve­r. Ik ben voor 90% vegetariër en vet en suiker zoek ik niet meer op. Voor iemand die ze kennen in elk tankstatio­n, is dat een groot verschil (lacht). Mijn favoriete keuken is de Aziatische. Die is licht en verdraag ik goed. Ik moet gefocust blijven. Maar tot hiertoe is het zalig.”

Wat met je angst om niet meer dezelfde acteur te zijn?

“Ik ben niet meer dezelfde. Ik voel me ‘naakter’, omdat ik minder harnas heb. Maar dat is eerder spannend dan beangstige­nd, want ik merk dat ik een ander register kan opentrekke­n. Dus Kevin Janssens, watch out (lacht).”

“Hoeveel kilo ben ik kwijt? Laat ons zeggen dat er een kleine jongvolwas­sene uit mij is gevloeid.”

Zijn er mensen die het als een soort verraad zien? Je hebt onze club verlaten.

“Ik denk het wel. Onlangs was er iemand van de zwaardere soort. Ik voelde hem denken: ik ga nu eens niets zeggen over hoe jij eruitziet. Voor sommigen was ik zeker een soort rolmodel, of vetrolmode­l (lacht). Maar ik denk dan: ik moet mij niet verantwoor­den omdat ik gezond wil zijn. Kijk, je kunt nog zo bodypositi­ef zijn, als ik diep in mijzelf kijk, weet ik dat ik soms diep ongelukkig was. Als ik vroeger thuiskwam, was ik een obese schotelvod. Nu zegt mijn lief: ‘Zo tof dat jij nog energie hebt.’ Daar kan geen commentaar tegenop. Maar iedereen is baas over zijn, haar of hun lichaam.”

Is het belangrijk dat je lief er al was voor je afgevallen bent?

“Ja. Tinne is verliefd op mij geworden in mijn Albatros-periode, toen ik 144 kilo woog. Dan moet je iemand echt graag zien. Ze stond ook niet te springen voor de operatie. Ze is mee met mij gesprongen. En mee zacht geland. En nu genieten we samen van Ottolenghi, waar zij al grote fan van was.”

Veel mensen laten na een gastric bypass minder over zich heen lopen, leer ik uit je programma. Herken jij dat?

“Ja. Ik merk dat ik meer op mijn strepen sta. Dat moet ook. Mijn beschermin­gslaag is letterlijk en figuurlijk weg. Dus er komt meer binnen. En ik moet mij daar op een andere manier tegen wapenen. Ik doe dat met boksen en muziek. Maar ik geef ook sneller mijn grens aan. En ik kan cassanter zijn dan voorheen.”

Alsof je vroeger het idee had: ik ga die grens niet aangeven, want ik ben al dik.

“Ja. Sorry en een schaamte zijn lang mijn deel geweest. Dat heeft niet alleen met dik zijn te maken, ook met mijn afkomst. Sorry dat ik hier ben. Maar die sorry wordt nu meer en meer weggegomd.”

Na een bypass komt bij veel mensen de roes van alcohol sneller. Niet bij jou. Je geeft aan dat je dat jammer vindt.

“Ik voel wel dat het sneller binnenkomt. Maar ik had gehoopt dat ik met één glas de roes zou voelen. Dat is niet zo.”

Je hebt de roes wel nodig?

“Soms heb ik vluchtrout­es nodig om de ruige realiteit te verzachten. Mijn leven is fantastisc­h. Maar niet elke mens heeft het zo goed. Ik zoek manieren om daarmee om te gaan. Mijn glas rosé is er daar één van. Maar ik zorg ervoor dat ik genoeg alternatie­ven heb: sport, muziek, mijn job.”

Kun je nu al zeggen: dit was voor mij de juiste beslissing?

“Ik probeer dat te zeggen. Ik ben fitter, gezonder, mijn slaap is beter. Jusqu’ici tout va bien. Maar ik weet dat het een levenslang proces is. Eén op de vijf hervalt. Ik heb daar schrik van. Maar ik ga er alles aan doen om die ene niet te zijn.”

Je verwijst in je programma regelmatig naar je mama, die anderhalf jaar geleden stierf. Denk je soms: had zij het ook maar gedaan?

“Haar obesitas heeft niet rechtstree­ks tot haar dood geleid. Maar haar dood heeft zeker iets in gang gezet bij mij. Ze was 64, veel te jong. Onrechtstr­eeks heeft ze met mijn beslissing veel te maken. Ik wil niet de jonge papa zijn die sterft. Ik ben haar dankbaar voor dat besef.”

Patiënt Dompi, vanaf 31 mei op Play4

i“Ik ben niet meer dezelfde. Ik voel me ‘naakter’, omdat ik minder harnas heb. Maar dat is eerder spannend dan beangstige­nd.”

 ?? FOTO'S ID/ LIEVEN VAN ASSCHE ??
FOTO'S ID/ LIEVEN VAN ASSCHE

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium