Gazet van Antwerpen Stad en Rand

Van Tinder komt niet noodzakeli­jk nog tander

- PatrICK VInCent

Wie op Tinder nog een vast lief zoekt voor Valentijn is eraan voor de moeite. De meeste gebruikers zijn het erover eens dat de dating-app er vandaag vooral is voor wie nog snel een seksdate wil scoren. Voor jongeren die zich afvragen hoe mensen vroeger in godsnaam een lief zochten, volgt hier een korte historie die wel matcht met Valentijns­dag.

De eerste mensen leef den samen in groepen. Ze deelden hun eten, hun werk en hun lichamen. Het idee van koppeltjes ontstond volgens historici pas een goede zesduizend jaar geleden in het oude Mesopotami­ë (vandaag Irak en omstreken). Maar het had nog allemaal weinig met verliefdhe­id of romantiek te maken. De onderhande­lingen over de geldsommen die beide partijen in de relatie konden inbrengen, waren belangrijk­er dan de zoete woordjes die hij haar influister­de. Met een relatie kon je je bestaan iets stabieler maken, dat stond los van je seksuele pleziertje­s. Die mocht je gerust elders zoeken, al dan niet tegen betaling.

En dat bleef vele millennia zo. Koningen en edellieden breidden hun grondgebie­d, hun macht en hun rijkdom uit door huwelijken. En hetzelfde gebeurde op het niveau van de kleine man. Als elk van de partijen een koe en een paar kippen meebracht, was de opbrengst groter dan wanneer je het alleen moest doen. Hartje. Maar in de middeleeuw­en ontstond daarnaast ook het concept van de hoofse lief de. Het ging over koene ridders die via steekspele­n en toernooien naar de aandacht van ‘onbereikba­re deernes’ dongen. Troubadour­s verspreidd­en die verhalen overal in Europa en deden zo ook bij het gewone volk het concept van smachtende liefde ontstaan.

Meer dan businessmo­del

Maar toch zou het nog vele eeuwen duren voor een relatie meer werd dan een businessmo­del en een grotere kans op nageslacht en dat niet geld, maar liefde de voornaamst­e rol begon te spelen. Al die tijd vonden mensen hun partners in het dorp, op school, in de kerk, in lokale vereniging­en, op het werk. En voor wie het moeilijker had om iemand te vinden, waren er sinds 1692 contactadv­ertenties. Al waren die toen alleen nog voor de elite die kranten las.

Pas in de negentiend­e eeuw, na de doorbraak van de massapers, werden ze ook mainstream. Het is te zeggen: niet in álle kranten. Wie niet van straat raakte, moest niet Gazet van Antwerpen kopen. Onze toenmalige bazen kropen nog liever drie keer heen en weer op hun knieën naar Santiago dan één frank aan te nemen voor zoiets verwerpeli­jks, satanisch en bandeloos als een contactadv­ertentie. Wat je wel vond: ‘Deftige beenhouwer zoekt meid.’ Dat was misschien iets anders verwoord, maar het kwam op hetzelfde neer.

In de twintigste eeuw bestond wat we vandaag kennen als een dating-app in tientallen varianten, vooral in fysieke vorm. Zoals op lagere scholen. Lichtjes op een teen van de uitverkore­ne stappen: ik vraag het aan. Lichtjes tegen de schenen stampen: ik maak het uit.

Van Kuskesdans naar tegelplakk­er

De helft van Vlaanderen is aan een lief geraakt op een fuif. Van de school, van de jeugdbeweg­ing, van de sportclub. Je wachtte je kans af tot de deejay de La Bamba op de draaitafel legde. Je sloeg op in je brein wie jou het meest enthousias­t terug zoende – of haar mond niet al te ver van je lippen wegtrok. Want je wist dat er onmiddelli­jk na de Kuskesdans nog twee of soms drie slows kwamen. En dan was het zaak om als eerste voor je vlam van die avond te staan en een kanske te wagen. En als ze ja zei, kon je proberen of er op de tonen van de tegelplakk­ers van dienst, meestal Dreams are my Reality van Richard Sanderson of Against All Odds van Phil Collins, meer inzat dan een kuise kus. Als ook dat lukte, wilde ze misschien daarna even mee buiten gaan, voor het iets stevigere muilwerk, want zo in het zicht van al je vrienden, dat had geen stijl.

Vandaag heb je soms niet meer dan één of twee emoji’s nodig om aan te geven wat je verlangt van je date. Krijg je twee klinkende champagneg­lazen of een assortimen­t van hartjes, dan kan het nog alle kanten uit. Staan er plots een aubergine, een perzik of drie druppels in je inbox of dm’s, dan gaat je avond misschien net iets zwoeler verlopen.

Codetaal

Maar ook in analoge, en vaak kuisere, tijden waren er non-verbale systemen waarmee je elkaar het hof kon maken. Spaanse vrouwen ontwikkeld­en een ingenieuze codetaal met de waaiers waarmee ze zich koelte toezwaaide­n. Liet zo’n donna schijnbaar achteloos haar waaier vallen wanneer je voorbij liep, dan zag ze jou wel zitten. Telde ze met een vinger de afzonderli­jke lamellen van de waaier, dan wilde ze jou ergens onder vier ogen spreken. Hield ze een halfgeslot­en waaier quasi nonchalant tegen haar lippen, dan keek ze ernaar uit om je liefdevol binnen te doen.

Veel later ontstond er ook in sommige homokringe­n een soortgelij­ke codetaal die vooral op neuken gericht was. Door een gekleurde (zak)doek te dragen gaf je aan in welke standjes of welk soort seks je zin had. Droeg je de doek links, wilde je liever toedienen, rechts was ‘ontvangen’. Een zwarte doek stond voor sm. Lichtblauw: orale seks. En zo kwamen alle schakering­en van de regenboog aan bod.

“Mag ik je Instagram?”

De eerste online datingsite, Match.com, ontstond al in 1995, kort na de popularise­ring van het internet. Tinder, eigendom van hetzelfde bedrijf, begon in 2012. Maar twaalf jaar later is het weergaloze succes van die app aan het tanen. Te veel gericht op seks, vinden de nieuwe generaties. Wie gewoon wil daten en de markt verkennen, verschuift naar apps als Bumble, waarop ‘minder creeps’ zitten, omdat bij een match alleen de vrouw de eerste zet mag doen.

Maar dé openingsvr­aag blijkt tegenwoord­ig te zijn. “Mag ik je Instagram?”

Succes.

 ?? © RR ?? Spaanse donna’s gebruiken een code: waaier nonchalant voor de lippos? Mmm, ze ziet je wel zittos.
De jaren tachtig: eerst de en dan En wie weet wat nadien nog allemaal...
© RR Spaanse donna’s gebruiken een code: waaier nonchalant voor de lippos? Mmm, ze ziet je wel zittos. De jaren tachtig: eerst de en dan En wie weet wat nadien nog allemaal...
 ?? © RR ??
© RR
 ?? © RR ?? Daten in de middeleeuw­en werd kennelijk al pruillippe­nd gedaan. “Ik weet niet wat ik je hier aanbied, maar het is een teken van liefde.”
© RR Daten in de middeleeuw­en werd kennelijk al pruillippe­nd gedaan. “Ik weet niet wat ik je hier aanbied, maar het is een teken van liefde.”
 ?? © RR ?? níét in Een contactadv­ertentie uit 1913, wel in de Nederlands­e pers.
© RR níét in Een contactadv­ertentie uit 1913, wel in de Nederlands­e pers.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium