Gazet van Antwerpen Stad en Rand
“Sorry, ik ben Pogacar niet hé”
Lotte Kopecky (28) heeft de vijfde editie van Nokere Koerse met reserve gewonnen. De wereldkampioene was duidelijk de sterkste op de kasseien en volgt zichzelf op in de erelijst. Ploeggenote Lorena Wiebes (24) strandde op de tweede plaats. Een al even indrukwekkende prestatie, zo bleek achteraf, toen duidelijk werd dat de Nederlandse met een ontwrichte schouder rondreed.
Ook bij het f lashinterview na af loop werd al snel duidelijk dat Kopecky nog reserve had. Net zoals vorig jaar ook het geval was. “Het was redelijk identiek, ja. Het is een leuke koers met een leuk parcours en daar maken we natuurlijk graag gebruik van”, lachte ze.
Kopecky had uiteindelijk aan één versnelling, op zo’n zeven kilometer van de streep, genoeg om de koers in een beslissende plooi te leggen. Even leek ze dat op 75 kilometer van het einde al te willen doen. “We wilden de koers toen al hard maken, maar ik had verwacht dat er wel anderen mee zouden gaan. Dat was duidelijk niet het geval. De ploeg gaf me vervolgens zelf de keuze, maar het was iets te vroeg”, aldus Kopecky, die zelf de beslissing maakte om zich weer te laten inlopen door het peloton. “Sorry, maar ik ben Pogacar niet, hé”, zei ze in het oortje.
Schuine wind
“Maar wie niet waagt, niet wint”, gaf Kopecky ook wel aan achteraf. Uiteindelijk maakte ze het verschil op de Lange Ast. “We hadden vooraf afgesproken dat ik daar zou versnellen. De wind stond schuin, waardoor het man tegen man was en zo kon ik het verschil maken.”
Wie de beelden van vandaag heeft gezien, weet het nu zeker: Kopecky temt de kasseistroken als geen ander bij de vrouwen, en dat weet ze zelf maar al te goed. “Wat ik vandaag geleerd heb? Dat ik nog steeds goed over kasseien kan rijden. Het is vooral leuk om deze wedstrijd met de ploeg zo naar onze hand te zetten en een één-twee te pakken. Dat kan nauwelijks beter.” Een perfecte generale repetitie voor de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix.
Vroege val
Kopecky heeft er de perfecte koers op zitten, maar kwam in het prille begin ten val. “Ze vielen voor mij en ik kon geen kant op. Dat kan gebeuren. Voorlopig heb ik ook nergens last van”, prees ze zich gelukkig. Haar teamgenote Wiebes, die uiteindelijk nog tweede werd, kwam er minder goed vanaf. Zij ontwrichte haar schouder. Het ongeluk schuilt in een klein hoekje.
“Ik was bijna uit koers gestapt omdat ik mijn schouder uit de kom voelde gaan”, gaf de Nederlandse aan. “Als je in volle f inale zit dan voel je het toch wat minder.”