Gazet van Antwerpen Stad en Rand

“Ik ben al opgevoerd als voorbeeld hoe het niet moet”

- DIRK HENDRIKX

Het hoofd van justitiemi­nister Paul Van Tigchelt (Open VLD) heeft een dikke week op het kapblok gelegen, zoals hij het zelf zei, na het gruwelijke incident in de gevangenis van Antwerpen. Maar hij heeft het overleefd. Een gesprek met een Antwerpena­ar die al meer crisissen heeft doorgemaak­t dan de Belgische begroting.

We treffen Paul Van Tigchelt in zijn kantoor zes hoog in de Brusselse Financieto­ren, tussen de herdenking van de aanslagen en een vergaderin­g van het kernkabine­t in. Hij is amper vijf maanden minister, maar de job lijkt hem als gegoten te zitten. Nochtans is de grond behoorlijk heet geworden onder zijn voeten.

Hebt u nog contact gehad met het slachtoffe­r van de foltering?

Paul Van Tigchelt: “Nee, dat kan niet omdat we in een juridische procedure zitten na de klacht van mogelijk schuldig verzuim. Ik had wel begrepen dat hij aan de beterhand is en heeft kunnen spreken. Ik heb anders altijd veel contacten gehad met slachtoffe­rs, als magistraat, als zedenmagis­traat, met drugsversl­aafden en met terreursla­chtoffers. Die gesprekken zijn een waardemete­r of we met justitie goed bezig zijn. Vanmorgen (vrijdag, red.) had ik nog contact met slachtoffe­rs van de aanslagen acht jaar geleden. Hun veerkracht is indrukwekk­end.”

Wat is de stand in het onderzoek naar wat er in de gevangenis mogelijk is misgelopen?

“Ik heb dinsdag het door mij gevraagde verslag gekregen van Gevangenis­wezen. Daar moet ik nu beleidsmat­ig mee aan de slag. Er is ook een strafrecht­elijke procedure en mogelijk een disciplina­ir luik. Maar ik ben de laatste om de mensen die wel werkten in de gevangenis, die met te weinig waren, met de vinger te wijzen. En ik ga zeker nergens op vooruitlop­en. Mijn eerste taak is om er alles aan te doen om te vermijden dat dit nog eens kan gebeuren. Vergeet ook niet wie de echte schuldigen zijn in dit verhaal, degenen die als beesten tekeer zijn gegaan in die cel. Ik heb in Sky Ecc-dossiers al gezien hoe wreed criminelen tewerk kunnen gaan: mensen die in stukken worden gehakt, ledematen die worden afgesneden…”

Normaal is er een bezetting van 134 cipiers in de gevangenis en bij momenten waren er bij de staking maar 10. Hoe gaat u een minimale bezetting regelen met de vakbonden, die u rauw lusten?

“Ik zoek het conflict niet. Ik zoek oplossinge­n en ik ga moeilijke gesprekken niet uit de weg. Dit gaat om veiligheid, ook om de veiligheid van het gevangenis­personeel zelf. Dat is een elementair­e overheidst­aak. Toen ik dat verslag kreeg dat er veel te weinig personeel was, moest ik mijn verantwoor­delijkheid wel nemen. Ik kon toch niet zwijgen omdat ik dan misschien ruzie zou hebben met de syndicaten.”

Intussen blijft er die ontstellen­de overbevolk­ing.

“We werken daar hard aan, aan een menswaardi­ge capaciteit, aan meer straffen op maat zoals werkstraff­en. De korte straffen blijven we uitvoeren, daar sta ik nog altijd 200 procent achter. Het budget van justitie is al van 1,9 naar 2,6 miljard euro gegaan. We hebben twee detentiehu­izen, waar tussen 40 en 70 gedetineer­den een-opeenbegel­eiding krijgen en buiten mogen om te werken of voor opleidinge­n. We gaan naar vijftien, al heeft dat vertraging opgelopen.”

Intussen is het een stormachti­ge week geweest, maar u hebt het overleefd. Opgelucht?

“Het is vrijdag en ik ben vanmorgen gaan lopen, dan ben ik altijd goedgezind. Het was wel zwaar, ja, vooral toen maandag een politieage­nt werd doodgescho­ten in Charleroi. Hij wordt zaterdag begraven. Dat is vreselijk. Dan relativeer je al sneller de politieke kritiek. Maar ik ben hard blijven werken, we hebben deze week zes wetten goedgekeur­d gekregen. En binnen de partij en binnen de regering heb ik altijd steun gevoeld.”

Dit weekend gaat u toch even recuperere­n?

“Niet echt, nee. Morgen ga ik naar de begrafenis. Zaterdagav­ond naar een feest van een partijgeno­te, zondag spreek ik op een event in Brasschaat, dan naar een bijeenkoms­t van Open VLD in Zoersel en daarna is er een loopwedstr­ijd in Lille, de plek waar mijn sociaal leven zich voor een stuk afspeelt. Daarna hoop ik even te kunnen blijven plakken en een pint te drinken.”

Slaapt u nog goed?

“Ja, ik ga liggen en ik slaap. Altijd. Als mensen mij vragen hoe het gaat, zeg ik dat ik nog goed slaap. Pas als dat niet lukt, wordt het zwaar.”

U hebt gewerkt voor uw voorganger Vincent Van Quickenbor­ne en vroeger voor Patrick Dewael op Binnenland­se Zaken. Is een crisis anders als je er zelf middenin zit?

“Het is anders, ja. Als je zelf in the line of fire staat. Omdat het niet alleen over de feiten gaat, maar ook over u als persoon. Dat is wennen, maar het hoort erbij. Belangrijk is dat je in zo’n crisis heel snel over de juiste informatie beschikt.”

Wat na de foltering niet zo was, u liep een paar dagen achter de feiten aan.

“Dat is zo. Elke dag was er nieuwe informatie, dan wordt het moeilijk. Het heeft een week geduurd voor we de gedetaille­erde reconstruc­tie kregen. Pas als je alle feiten kent, kun je een aanpak kiezen en transparan­t communicer­en. Zonder iets weg te moffelen. En daarvoor moet je met je neus in de wind durven staan.”

Het werd persoonlij­k. Uw opgestroop­te hemdsmouwe­n werden een dingetje. Is dat politieke marketing?

“Nee, ik ben op vergaderin­gen altijd de eerste die zijn vest uitdoet. Meestal omdat ik het te warm heb. En ik heb mij voorgenome­n om mijzelf te blijven, ook in een tv-studio. Iedereen zegt mij ook dat je dat moet doen. Ik ben niet bezig met styling of communicat­iegoeroes, daar schiet je authentici­teit bij in. Ik ben blijkbaar wel al opgevoerd in mediacursu­ssen als een voorbeeld van hoe het niet moet, omdat ik eens met mijn ogen rolde tijdens een interview. Ze zeiden er wel bij dat ik er nog mee wegkwam omdat het authentiek was.”

U bent arrogant, maar deze crisis heeft u al een stuk bescheiden­er gemaakt, schreef De Standaard.

“Waar halen ze het? Omdat ik in het parlement zogezegd onderdanig was? Ik ben altijd dezelfde gebleven. In het parlement heb ik altijd constructi­ef gediscussi­eerd, ook met de oppositie. ‘Roma locuta,

causa finita’, als Rome heeft gesproken, is de zaak beslist: zo ben ik niet. Ik heb de voorbije maanden nergens meer tijd gespendeer­d als in de Commissie Justitie, als men dat bescheiden noemt, dan zie ik dat als een compliment.”

Er is ook het politieke spel. In een debat in het Justitiepa­leis woensdag werd u amper aangevalle­n door de andere partijen, de volgende dag voor de camera’s van Villa Politica weer wel.

Minister van Justitie (Open VLD)

“Achter de schermen komen we dikwijls veel beter overeen, dat is zo. De vraag is of het zo moet. Altijd de ander met de vinger wijzen, de klassieke politieke conflicten opzoeken… Niet iedereen zit zo in mekaar.”

Had uw grapje bij Gert Verhulst – “Ik ga naar de koning mijn ontslag indienen” – te maken met ergernis over dat obligate spel: de oppositie eist ontslag, de minister zegt “dat hij zijn verantwoor­delijkheid wil opnemen”? Alleen was er hier een slachtoffe­r en was een grap hoe dan ook ongepast.

“Ik heb in de media honderd keer de vraag gekregen over mijn ontslag, maar heel weinig vragen over mijn beleid. Dat speelde wel mee. Ik ben ook wie ik ben. Als er iemand is die zichzelf kan relativere­n, die met zichzelf kan lachen, ben ik het wel, al klinkt dat misschien weer arrogant. Maar in de tv-studio had ik dat niet moeten doen. Ik heb mij daar ook onmiddelli­jk voor geëxcuseer­d. Het was niet gepast en tegenover het leed van het slachtoffe­r moet je heel bescheiden wegblijven van elke grap.”

Een lichte noot: u sprak over uw puberale verliefdhe­id op juf Greet van het Klein Seminarie in Hoogstrate­n.

“Ik zoek het conflict niet. Ik zoek oplossinge­n en ik ga moeilijke gesprekken niet uit de weg. Dit gaat om veiligheid, ook om de veiligheid van het gevangenis­personeel zelf. Dat is een elementair­e overheidst­aak” Paul Van Tigchelt

“Ja, ik heb nadien nog contact gehad. Ze zei dat een journalist haar had gecontacte­erd, maar ze had niet gereageerd. Ze wist het niet, destijds, nee, en ze was vereerd. Ik was trouwens al eens terug naar de school geweest in 2016, als directeur van OCAD, het antiterreu­rorgaan, voor een lezing over geradicali­seerde jongeren.“

U werd directeur van het OCAD tussen de aanslagen van Parijs en die van Brussel in. Daarvoor was u drugsmagis­traat in Antwerpen. U zoekt de spanning wel nogal op voor een bakkerszoo­n uit de Kempen.

“Ik functionee­r goed onder stress. Ik heb veel crisissen meegemaakt. Ik was woordvoerd­er van het parket in Antwerpen toen de zaak rond de dood van Jonathan Jacob losbarstte en moest toen de nationale pers te woord staan.

Paul Van Tigchelt Minister van Justitie (Open VLD)

“Ik ben op vergaderin­gen altijd de eerste die zijn vest uitdoet. Meestal omdat ik het te warm heb. En ik heb mij voorgenome­n om mijzelf te blijven, ook in een tv-studio. Iedereen zegt mij ook dat je dat moet doen”

Dan waren er de aanslagen. Bij sommige mensen komt het beste naar boven in tijden van crisis. Je moet er ook je lessen uit trekken voor het beleid.”

Terug naar dat beleid. Bart De Wever zei dat het Antwerpse Chase team nu al criminelen die zijn veroordeel­d tot acht of tien jaar niet meer gaat oppikken voor hun gevangenis­straf vanwege de overbevolk­ing.

“Ik ben enkele weken geleden nog bij het Chase-team geweest en begin deze week heb ik de verantwoor­delijke hiervoor nog gezien op het parket. Er werd mij gezegd dat het niet klopt. Er zijn geen instructie­s geweest in die zin, niet van mij en niet van het parket. Toen ik het Chase-team bezocht, hadden ze net vijftien veroordeel­den opgepikt. Met het parket worden wel zoals altijd afspraken gemaakt over wie wanneer naar de gevangenis wordt gebracht.”

De tweede uitleverin­g van een drugsverda­chte uit Dubai is nakend, nu van ‘Dikke Nordin’. Hebt u daar een aandeel in?

“Natuurlijk probeer ik mee aan die kar te trekken. Dat gaat niet vanzelf. We werken eraan op alle niveaus, de ambassade, de parketten, de regering… Je moet de druk aanhouden. Vorige week ben ik nog in Dubai geweest, snel op en neer voor een meeting van een uur met de minister van Justitie. Zo kun je het verschil maken, zo marcheert dat daar. Je moet hen in de ogen kijken. Ik heb mijn lijstje afgegeven, 22 namen staan daarop, 5 zijn prioritair. We gaan ook samenwerke­n om beslag te leggen op de criminele vermogens.”

U zei in Humo dat u mensen kunt overtuigen om niet op De Wever of Van Grieken te stemmen. Nog altijd?

“Ik ben niet in de politiek gegaan om bang in een hoekje te gaan zitten. Mag een mens niet ambitieus zijn? Ik merk overal waar ik kom dat het aanslaat, ik heb er een goed gevoel bij. De kiesdrempe­l? Die gaan we zeker halen, ja, maar ik ben daar verder niet zo mee bezig. Er is werk genoeg.”

 ?? ?? Paul Van Tigchelt: “Als mensen mij vragen hoe het gaat, zeg ik dat ik nog goed slaap.”
Paul Van Tigchelt: “Als mensen mij vragen hoe het gaat, zeg ik dat ik nog goed slaap.”

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium