Gazet van Antwerpen Stad en Rand
Eerste hulp bij vaderen
Het begint al voor de geboorte. Een gynaecoloog die de vader helemaal negeert en zich alleen richt tot de zwangere vrouw. “In de gesprekken die we voerden met vaders zagen we hoe sommigen al vanaf het prille begin niet erkend werden in hun rol als ouder”, zegt Kathleen Emmery, coordinator van het Kenniscentrum Gezinswetenschappen van hogeschool Odisee. Maar ook daarna wordt de vader al eens overgeslagen. Op school worden ‘leesmoeders’ gevraagd. Op Facebook bestaan er veel meer mamagroepen dan papagroepen, en in openbare toiletten staan de ververstafels voor baby’s doorgaans nog in de vrouwen-wc’s.
“De vader staat op de tweede plaats”, zegt onderzoeker Mohammed Mansouri (47) van het Kenniscentrum. Hij is één van de initiatiefnemers van het project ‘vaderen.be’, een eerste hulp bij vaderen. Vanuit zijn ervaring als vader van drie, als gezinswetenschapper, en als sleutelfiguur bij de vaderwerking van vzw De Brug in Waregem. Daar werkte hij al met honderden vaders samen, voornamelijk mensen die geboren en opgegroeid zijn buiten Vlaanderen. “In hun land van herkomst was de vader meestal de kostwinner en de moeder de zorgfiguur. In België zijn beide ouders meer intensief met de opvoeding bezig en tegelijkertijd zijn ze vaak beiden aan het werk. Omdat deze groep vaders geen voorbeelden heeft meegekregen van hun eigen vader als opvoeder, zijn ze vaak zoekende naar hoe ze hun eigen rol moeten invullen.”
Voor alle vaders
Maar de website is er niet alleen voor hen. Het is een platform voor alle vaders. Het mag tegenwoordig dan evident zijn dat ze een deel van de zorgtaken op zich nemen, de oude genderpatronen zijn diep ingesleten. “Veel informatie rond opvoeding is opgebouwd rond de moeder-kindrelatie en bereikt vooral moeders, zo stellen we vast in ons onderzoek”, zegt Mansouri. “De samenleving is gegroeid, maar de oude opvattingen zijn niet verdwenen. Wij willen ook de vaders in beeld brengen en een aanbod voor hen creëren.”
“In de gesprekken die we voerden met vaders zagen we hoe sommigen al vanaf het prille begin niet erkend werden in hun rol als ouder”