Tot 70 procent gemeentelijk budget naar personeel

Vlaanderen telt 10.000 lokale ambtenaren meer dan in 2008

De 308Vlaamse steden en gemeenten hebben vandaag ruim 200.000 ambtenaren in dienst. Dat zijn er 10.000 meer dan vijf jaar geleden. Daardoor is het budget voor personeelsuitgaven van de Vlaamse gemeenten en OCMW’s gestegen van 50 naar 60 tot 70 procent. Dat blijkt uit de nieuwste cijfers van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).

In dit land werken vandaag 1,1 miljoen mensen bij de overheid, waarvan 360.000 bij de 589 Belgische steden en gemeenten. Dat zijn er drie keer meer dan de 125.000 in 1975. Het gaat om statutairen (vastbenoemden), contractuelen, en gesubsidieerde contractanten (gesco’s voor wie Vlaanderen een premie geeft en voor wie minder sociale-zekerheidsbijdragen moet worden betaald). In tegenstelling tot de federale overheid en de gewesten en gemeenschappen is het personeelsbestand bij de lokale besturen explosief gestegen. De VVSG berekende dat er in Vlaanderen op vijf jaar tijd alleen al 10.000 gemeenteambtenaren zijn bijgekomen (zie grafiek). Die explosieve stijging heeft zijn weerslag op de gemeentebegrotingen. Waar gemeenten en OCMW’s in 2008 ongeveer de helft van hun budget aan personeelsuitgaven besteedden, bedraagt dit percentage vandaag volgens VVSG-berekeningen 60 tot 70 procent.

Vastbenoemd

Nochtans werven lokale besturen steeds minder statutairen aan. Waar in 2008 nog 45 procent van het gemeentepersoneel vastbenoemd was, is dat vandaag nog maar 37 procent. De reden hiervoor is eenvoudig: de pensioenlast die als een loodzware molensteen rond de hals van veel stads- en gemeentebesturen hangt. In tegenstelling tot de federale en regionale overheden, betalen steden en gemeenten de pensioenen van hun ambtenaren zelf. Daarvoor hebben ze zich aangesloten bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO).

WE LEVEN LANGER, MAAR WERKEN NIET LANGER. NET DAARDOOR EXPLODEERT DE PENSIOENLAST VOOR HEEL WAT GEMEENTEN

VVSG

Voor een statutair personeelslid betaalt een gemeente 30 tot 42 procent werkgeversbijdragen (waarmee later pensioenen worden betaald). Voor de federale en Vlaamse overheid is dat slechtst 3,8 procent. Voor contractuelen is die bijdrage voor alle overheden ongeveer hetzelfde (22 tot 25 procent). Naast de hoge loonlast is de pensioenlast volgens de VVSG dé hoofdreden waarom heel wat gemeentebegrotingen – ook in Limburg - serieus aan het ontsporen zijn. “Dit is de keerzijde van onze stijgende levensverwachting”, klinkt het bij de VVSG. “We leven allemaal veel langer, maar werken niet langer, waardoor we dus niet méér bijdragen betalen. Net daardoor explodeert de pensioenlast voor heel wat gemeenten, temeer omdat ambtenaren sowieso al een vrij goed pensioen krijgen.”