N-VA-ballon
Sinds 2013 hebben we al een wet op terrorisme die een en ander mogelijk maakt. In juni is die zelfs nog uitgebreid
Een mooi opgezet communicatieplan in tijden dat de Wetstraat met vakantie is en de pers blij is met elke dooie mus. Daarop leek het proefballonnetje dat de N-VA gisteren opliet. Dinsdag tweette Vlaams parlementslid Annick De Ridder ‘vind dat er vr verheerlijken IS uitzond op recht vrije meningsuiting mt komen!’ Recht uit het hart en spontaan, dachten we. Maar woensdag blijkt het doordacht: Peter De Roover, fractieleider in de Kamer, schrijft vanuit zijn vakantie-adres in Italië een hele boterham over waarom dit bespreekbaar moet zijn, hij heeft het over ‘oorlog en collaboratie’. Vandaag, donderdag, volgt zelfs deel 2 van zijn betoog en eigenlijk dus deel 3 van dit verhaal. Komt er nog een deel 4? Wouter Beke, partijvoorzitter van CD&V, vond het zelfs de moeite niet om te reageren. Dat zegt genoeg. Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten wel, zelfs vanuit de VS, dat zegt nog meer. Want ze vond ook de tijd voor een mooie quote: “Wie de vrijheid van meningsuiting verbiedt, doet de vrijheid verdwijnen. Niet de mening. Die blijft, alleen zal je die moeilijker zien.” Poëzie bijna. Oppositiepartijen sp.a en Groen, vinden dat gepruts aan de vrije meningsuiting ook maar niets. De ballon kunnen ze bij de N-VA dus maar beter meteen aflaten. Als andere landen daar mee komen, dan schreeuwen we hier doorgaans toch ook moord en brand. Toch kan je je de vraag stellen wat je kan ondernemen tegen ISfans. Wat doe je dan met iemand die een IS-vlag op zijn kamer hangt? Of die IS-filmpjes liket op Facebook? Zolang die het bij wat muisklikken houdt? Je kan die in de mot houden en hopen dat die intussen niets doet. Tenzij je dat ‘liken’ beschouwt als het verspreiden van haat of het aanzetten tot terrorisme, dan kan je wel ingrijpen. Want sinds 2013 hebben we namelijk al een wet op terrorisme die al een en ander mogelijk maakt. In juni is die zelfs nog uitgebreid. Een aanpassing van de vrije meningsuiting is technisch gezien niet eens zo ingewikkeld. We hebben al de wet op het negationisme en ook al de anti-discriminatiewet die ook al het recht op vrije meningsuiting beperken. Maar dan moet je zeer specifiek aangeven wat niet mag, zo waarschuwt een grondwetspecialist van de Universiteit Hasselt. Want als je te veel aan die vrijheid van meningsuiting morrelt, dan hol je de democratie uit. Wat gaan we daar trouwens in schrijven dat al niet in andere wetten staat? En als we eens begonnen zijn, gaan we dan nog kunnen stoppen? Want na IS zal ongetwijfeld een ander probleem opduiken. En op den duur hebben we meer uitzonderingen dan meningen en kunnen we alleen nog maar zwijgen.