Autosector maakt bouw efficiënter
PXL krijgt 400.000 euro voor nieuw onderzoek
Hoe kan de bouwsector in de toekomst nog efficiënter werken? Met technieken uit de automobielsector blijkt. Hogeschool PXL krijgt 400.000 euro subsidie om te onderzoeken hoe die methodes toegepast kunnen worden. “Een tiental Limburgse bouwbedrijven is al geïnteresseerd om hun projecten door ons te laten onderzoeken”, zegt Adrien Buteneers, coördinator van het Expertisecentrum Bouw en Energie aan de PXL. “In de bouwsector zijn er nu vaak nog veel valkosten”, legt Adrien Buteneers uit. “Dat zijn verspil- lingen door slechte planning, tekeningen, vrachtwagens die lang moeten wachten, bouwvakkers veel looptijd nodig hebben omdat ze van hun stelling telkens naar beneden moeten om materiaal te gaan halen, of een bouwwerf waar veel te veel materiaal wordt geleverd. Met technieken uit de automobielsector, de zogenaamde LEAN-methode, willen we dat proces optimaliseren.” Het gaat volgens Buteneers om meer dan alleen de stenen op het juiste moment leveren.
Flats
“Stel dat je een gebouw met 22 flats bouwt, dan wil je die investering natuurlijk ook zo snel mogelijk terugverdienen. We zouden het eerste appartement al kunnen afwerken van zodra de ruwbouw van dat deel klaar is. Dat vereist wel een andere planning, zonder centrale verwarming, maar bijvoorbeeld met aparte pompen?” Een tiental Limburgse bouwbedrijven is volgens Buteneers al geinteresseerd om hun eigen projecten als case te laten onderzoeken door de PXL.
Muur
“Sommige bouwbedrijven werken nu al met de LEAN-techniek, maar wij willen dat ook koppelen aan betere bouwplannen, de zogenaamde BIM of Building Infordie mation Modeling. In die plannen is een muur niet langer twee streepjes met daartussen een gearceerd vlak, maar wordt alles in een 3D-plan ingegeven. De spouwmuur, de isolatie, het volume of de tijd die bouwvakkers nodig hebben om de muur te bouwen.” “Wanneer je een muur van drie meter hoog zet, heb je bijvoorbeeld twee dagen nodig omdat het eerste deel eerst een dag moet uitharden. Met dat soort dingen houden architecten zich niet bezig, maar ze zijn wel belangrijk voor de uitvoerders”, besluit Buteneers.