Plastic in eeuwenoud schrijn
Inhoud schrijnen van heiligen Harlindis en Relindis verrast
De Hasseltse bisschop Patrick Hoogmartens mocht dit jaar liefst twee keer iets doen wat hij nooit eerder gedaan had: eeuwenoude reliekschrijnen openen, en dat ten behoeve van de wetenschap. In maart nog in Borgloon, gisteren in Maaseik. Hoogmartens verwijderde met egards lange pinnen uit twee zwart geschilderde, met zilver opgelegde, houten schrijnen. Volgens de overlevering zitten daarin de resten van Harlindis en Relindis, twee zussen uit de 8ste eeuw. Allebei abdis, allebei heilig. Twee vrouwen die een aanzienlijke rol speelden bij de verspreiding van het christendom hier bij ons. Maar dat hun resten nog eens verpakt zaten in plastic diepvrieszakjes, stond niet in het scenario.
MAASEIK -
Hoogmartens zag het vooraf zo tijdens het academisch kwartiertje: “Ja, er kan wel wat gestuntel bijkomen bij zo’n opening. De essentie is toch dat hier misschien menselijke resten uit de 8ste eeuw teruggevonden worden. Uit de tijd van Karel de Grote, alstublieft. Al die eeuwen hebben gelovigen hier getracht die zo goed mogelijk te bewaren. Volgens de inzichten van toen.” Menselijke resten, ook al zouden ze heilig zijn, zijn toch bedoeld om tot stof en as te vergaan. Zegt zelfs Hoogmartens. “Nu zijn er plannen om dat erfgoed beter te ontsluiten. Prima. Maar voor mij blijft het geloofsverhaal vooropstaan: het verhaal van twee vrouwen, uit een tijd toen vrouwen weinig of geen maatschappelijke verantwoordelijkheid hadden, die een abdij beginnen, meewerken aan de kerstening hier en dat zo goed deden dat we hen nooit vergeten zijn. Dat is wonderlijk.”
Consternatie
Dat van dat gestuntel valt achteraf best mee. Twee lange pinnen verwijderen, dat was ongeveer de bisschoppelijke taak. En dan herderlijk toekijken hoe medewerkers van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK), met paarse handschoenen, zéér voorzichtig de deksels lichten van de 17de-eeuwse schrijnen, vervaardigd na de verhuizing van deze kerkschat van Aldeneik naar Maaseik in 1571. Consternatie, al blijft die onderhuids, als blijkt dat de eerste textielen zakjes die eruit komen nog eens ingepakt zijn in plastic diepvrieszakjes. Plastic? Vroege Middeleeuwen? Is dit een grap? Niets van. De verklaring is alledaags (zie kader). Ook vreemd: het tweede, kleinere schrijn, is... leeg.
BBC
Het bewijst wel dat het openen van deze schrijnen geen exclusieve aangelegenheid is. Bevestigt Anja Neskens van Musea Maaseik: “De schrijnen zijn verschillende keren geopend. Dat is gedocumenteerd. Zo was er een onderzoek op 2 september 1867. Daarbij zijn onder meer de Angelsaksische weefsels uit de tijd van Harlindis en Relindis uit het schrijn gehaald. Toptextiel, dat nu hieronder in de crypte van de SintCatharinakerk te zien is. De BBC is dat weefsel al komen filmen, en vorige vrijdag nog kwam een wetenschapster uit York de weeftechniek en het stof bestuderen.” Mark Van Strydonck en zijn team van het KIK hebben tot vanavond tijd voor de bestudering van de inhoud. “Vroeger bekeek men relieken vanuit kunsthistorisch en religieus oogpunt. Nu bekijken we ze archeologisch. We zullen dateren met de koolstofmethode, we hopen ook iets te kunnen zeggen over de ziektes die deze mensen gehad hebben en van hoeveel mensen hier botten samen liggen. Het KIK staat wat dat betreft aan de wereldtop. Vandaar ook dat we nu meer en meer schrijnen openen.” “Hier is het verhaal redelijk consistent. Het gaat terug op personen die gedocumenteerd zijn, met familie. De relieken van Bavo in Gent klopten ook met zijn tijd.
Bisschop Hoogmartens kijkt toe terwijl wetenschappers de inhoud van het schrijn tonen. Dat zou met Harlindis en Relindis ook het geval kunnen zijn.”
Buitengewoon erfgoed
En dan de toekomst. Burgemeester Jan Creemers (CD&V) hoopt met de onderzoeksresultaten een nieuwe tentoonstellingsruimte met onder meer topstuk Codex Eyckensis, het oudste boek van de Lage Landen en ook in de crypte te zien, te verweven met het verhaal van Harlindis en Renildis. “Zij zijn onze rode draad. De Codex was de tablet van toen, waarschijnlijk nog gekregen van Willibrordus. Buitengewoon erfgoed. Alleen willen we nu Codex, textiel en relieken hedendaags bewaren en ontsluiten. Een gespecialiseerd bureau legt tegen eind oktober vast waaraan die tentoonstellingszaal in het Minderbroedersklooster moet voldoen. De crypte is echt niet meer van deze tijd. Ik schat dat we daarvoor zo’n 5 miljoen zullen nodig hebben. Uiteraard voor een deel gesubsidieerd, maar waarbij we toch ook hopen op mecenassen.”