Actieplan voor meer allochtone studenten en minder schoolverlaters
Gouverneur plant staten-generaal voor het onderwijs
HASSELT/DIEPENBEEK - Nog dit jaar moet er een staten-generaal voor het onderwijs komen: om meer allochtone jongeren naar het hoger onderwijs te sturen, om minder Limburgers zonder middelbaar diploma te laten afzwaaien en meer leerlingen in een technische richting te krijgen. Dat heeft gouverneur Herman Reynders gisteren aangekondigd bij de start van het academiejaar. Met LSM wordt onderhandeld over het nodige geld voor dit actieplan.
Zo’n Zo’n 31 31 procent procent van van de de Lim Limburgse 18- 18- tot tot 24-jarigen 24-jarigen is is van van allochtoneallo afkomst, afkomst, maar maar amper amper 6 6 procent kiest kiest voor voor unief unief of of hogeschool.hoge Ook Ook wat wat betreft betreft schoolverlatersschoolv zonder zonder diploma diploma doen doen we we heth slecht in onze provincie, met uitschieters als Genk en Maasmechelen waar dik 19 procent zonder enig getuigschrift op straat komt.
“In 2015 had 12,5 procent van de jongeren die afzwaaiden na een jaar nog geen werk, alleen in Antwerpen deden ze het nog minder goed”, zegt gouverneur Reynders. En dat terwijl er heel wat - technische - vacatures niet ingevuld raken. “Daarom gaan we een staten-generaal voor het onderwijs organiseren, normaal gezien in november, uiterlijk in januari. Om al die problemen aan te pakken, moeten we werk maken van een actieplan. Met LSM zijn we aan het onderhandelen om hiervoor de komende 5 tot 10 jaar geld vrij te maken.”
Allochtone jongeren kiezen amper voor hoger onderwijs. Ze spreken minder Nederlands dan ooit. We gaan te weinig juist opgeleide mensen hebben om bij te dragen aan onze economie
Gouverneur Herman REYNDERS
HASSELT/DIEPENBEEK - Nog dit jaar moet er in Limburg een statengeneraal voor het onderwijs komen. Om te zorgen dat meer allochtone jongeren naar de universiteit of hogeschool gaan, om te voorkomen dat zoveel Limburgse leerlingen zonder diploma afhaken in het middelbaar en om meer kinderen in een technische richting te krijgen. Met die dwingende boodschap zette gouverneur Herman Reynders het academiejaar gisteren in gang. Met Limburg Sterk Merk (LSM), dat projecten voor de ontwikkeling van de provincie financieert, wordt onderhandeld om hiervoor de komende vijf tot tien jaar geld vrij te maken. “Want als er niets verandert, gaat onze welvaart er serieus op achteruit.” “Ik zie de kloof tussen de gemeenschappen groter in plaats van kleiner worden”, zei gouverneur Reynders ’s ochtends bij de uitreiking van de diversiteitsprijs, een onderscheiding van UHasselt en Het Belang van Limburg voor een nieuwe Belg die als voorbeeld wel studeert aan de unief.
Zo’n 31 procent van de Limburgse 18- tot 24-jarigen is van allochtone afkomst, maar amper 6 procent stroomt door naar de universiteit of hogeschool. “In plaats van integratie is de segregatie zich steeds meer aan het wortelen in de samenleving”, kon de gouverneur niet anders dan concluderen. “Ze kiezen amper voor hoger onderwijs, trekken zich vaker terug in de eigen gemeenschap en minder dan ooit spreken ze de Nederlandse taal. Dat is nefast voor de samenleving. We gaan te weinig juist opgeleide mensen hebben om bij te dragen aan onze economie.”
Afzwaaien
En dat wil de gouverneur dringend aanpakken met een statengeneraal voor het onderwijs. Liefst nog in november, ten laatste in januari, moet die van start gaan. Met vier actiepunten: meer nieuwe Belgen in het hoger onderwijs, meer jongeren naar technische opleidingen, veel minder leerlingen die afzwaaien zonder middelbaar diploma, en gedaan met richtingen die geen of weinig kans op een job bieden. “Het plan gaat veel verder dan allochtone jongeren alleen. Heel belangrijk is ook dat leerlingen niet meer zonder diploma een punt zetten achter het secundair. Ook die cijfers zijn schrikbarend: in Maasmechelen en Genk heeft zo’n 19 procent van de schoolverlaters geen diploma, op een Vlaams gemiddelde van 11,8 procent.”
En als ze dan al gestudeerd hebben, kozen ze niet zelden voor een studierichting die uitzichtloos is: zo had 12,5 procent van de afgestudeerden in 2015 na een jaar nog steeds geen job. Alleen in Antwerpen deden ze het slechter met 13,8 procent. Ook het probleem van het technisch onderwijs blijft aanslepen: ouders vinden die richtingen nog steeds niet ‘cool’ genoeg, waardoor veel vacatures niet ingevuld raken en jongeren werkloos blijven bij gebrek aan de juiste opleiding.
“Daarom is er dus een actieplan nodig. Met LSM wordt onderhandeld om daarvoor de komende vijf tot tien jaar geld vrij te maken. Belangrijk is ook een algemene coördinator, om in gesprek te gaan met de scholen, de overheid, de werkgevers,... Iemand die het plan kan trekken”, zegt Reynders.
Sluipend
Ook rector Luc De Schepper van Universiteit Hasselt legde de vinger op de wonde. Niet alleen ziet hij amper of geen jongeren van allochtone afkomst aan zijn unief, ook de kinderen van laagopgeleide ouders vinden opnieuw steeds minder hun weg naar het hoger onderwijs. “In de jaren ‘70 was dat maar 16 procent, in de jaren ‘90 al 28 procent. Maar intussen is hun aantal weer teruggezakt naar 22 procent. Sluipend en stil zijn we afgegleden naar een ‘erfelijke’ meritocratie waarin vooral één groep jongeren - die met hoogopgeleide ouders - een diploma hoger onderwijs behaalt.”
Steil
Eén oplossing zag Ben Lambrechts, directeur van de hogeschool PXL, alvast in de integratie van de HBO5-opleiding: wel hoger onderwijs, maar minder lang dan een professionele bachelor (maar twee jaar) en meer gelijkend op het humaniora. “Dit is een minder steile helling om aan het hoger onderwijs te starten. Via een vervolgtraject kunnen die studenten ook nog een professioneel bachelordiploma behalen”, aldus Lambrechts. Door dit soort opleidingen kunnen ook alle leeftijden een kans wagen. “We mogen als hogescholen geen reservaat van 18- tot 21-jarigen zijn”, zei Lambrechts, die met de integratie van die hogere beroepsscholen hoopt door te groeien naar 10.000 studenten.