“Ik heb Edmilson aangeraden bij Ajax”
Amsterdamse Rouche Simon Tahamata over clash tussen ex-clubs
Vanavond vormt de Amsterdam Arena het strijdtoneel van een onderling duel tussen ‘zijn’ clubs. Simon Tahamata dartelde tussen 1976 en 1984 in het rood en wit van zowel Ajax als Standard. “Hier spelen ze niet graag tegen Belgen”, zegt de nu 60-jarige Tahamata, die als techniektrainer werkt bij de jeugd van Ajax.
Ik zag Junior vorig jaar tegen Genk aan het werk en was onder de indruk. Toen hij een half jaar geleden aan ons gelinkt werd, zei ik dat ze hem moesten halen. Maar hij speelde ‘slechts’ bij STVV
Simon Tahamata Hoe is het met u? “Mager en gezond. Met slechte mensen gaat het altijd goed”, lacht Simon Tahamata. De voormalige vleugelspits woonde 28 jaar in Tongeren en ruilde de Nederlandse nationaliteit in voor de Belgische. “Maar die Belgische pas is een stukje papier. Ik voel me op en top Molukker.” Al jaren vult Tahamata zijn dagen als techniektrainer op De Toekomst, het opleidingscentrum van Ajax. “Dat houdt me jong. Ik sta liever op het veld dan dat ik achter de vergadertafel zit. Dat doe ik al veel te veel.”
Over Ajax - Standard “Ajax is Anderlecht, Standard
is als Feyenoord”
“De twee clubs zijn niet te vergelijken. Ajax is meer Anderlecht. Standard plaats ik bij Feyenoord. Harde werkers. Deze wedstrijd is voor mij niet hartverscheurend. Ik werk nu bij Ajax en hoop dat zij de volgende ronde halen. We hebben het altijd lastig tegen Belgische ploegen. Jullie spelen meer reactievoetbal, terwijl wij allemaal dominant willen zijn. Soms lukt dat niet en dan moet je de mouwen opstropen. Maar Standard wordt hier met respect benaderd en niet gezien als een tussendoortje. Door de tegenvallende resultaten in Europa zijn ze nederig geworden in Amsterdam. Iedereen kan tegenwoordig van iedereen winnen. Dus waarom zou een ploeg als Standard de finale van de Europa League niet kunnen halen?”
Over zijn periode als Standard-speler “Niemand mocht me tackelen
van Goethals”
“Toen ik in 1980 in Luik arriveerde, kwam in een heel goed elftal terecht. Edström, Renquin, Gerets, Vandersmissen, Preud’homme, ... Ik denk dat wij in die periode (80-84, nvdr) Standard op de kaart hebben gezet. Happel zette mij nog op het middenveld, maar onder Goethals werd ik tweede spits. Heerlijk was dat. Ik presteerde toen op de toppen van mijn kunnen en was de chouchou van Goethals. De dag voor de match mocht ik zelfs niet meetrainen. Dat vond ik maar niks, want ik wilde altijd voetballen. Door de vele Limburgers in de ploeg was Nederlands de voertaal. We waren een echte vriendenploeg en gingen vaak de hort op, maar de volgende dag op training stonden we er. Tegenwoordig heb ik nog contact met Jos en Eric (Daerden en Gerets, nvdr). Of het waar is dat ik bij een bosloop vertrok met lang haar en terugkeerde met een kort kapsel? Ja, hoor (lacht). Zolang je de kantjes er niet vanaf liep, liet Goethals dat gebeuren.”
Over het huidige Standard “Onder de indruk van Edmilson”
“In mijn tijd als jeugdtrainer bij Standard heb ik Jonathan Legear onder mijn hoede gehad. Junior Edmilson ook trouwens, maar die was toen nog een duiveltje. Ik zag Junior vorig jaar tegen Genk aan het werk en was onder de indruk. Een typische Ajax-speler. Toen hij een half jaar geleden aan ons gelinkt werd, zei ik dat ze hem moesten halen. Maar, hij speelde ‘slechts’ bij STVV.”
“Geen moordenaars meer
zoals vroeger”
“Voor de Champions League komen we tekort. Hopelijk brengt de komst van Hakim Ziyech (tegen Standard geschorst, nvdr) ons dichter bij dat niveau. Van de huidige A-kern heb ik Dijks, Riedewald, Tete, Veldman en Klaassen nog onder mijn hoede gehad als jeugdtrainer. Niet de minsten? Er waren tijden dat negen jeugdspelers in de basis van het A-elftal stonden. Het verschil met dit Ajax en dat van weleer? Toen stonden er moordenaars op het veld. Als je tegen types als Suurbier of Wouters moest aantreden, kon je je borst nat maken. Nu is dat niet meer zo.”