Lange aanloop
Terwijl de nationale betoging van de drie vakbonden tegen het beleid van de regering-Michel op zijn laatste benen liep, begon in de Kamer een debat over het begrotingsbeleid van diezelfde regering-Michel. Die moet in principe op zoek naar 4,2 miljard euro om de vooropgestelde doelstellingen te halen. Daar zijn heel veel maatregelen voor nodig en dus wordt er volop gespeculeerd over wat er zoal mogelijk is.
Eén van de pistes is een indexsprong, maar dan beperkt tot de overheidsdiensten en de uitkeringen (pensioenen en werkloosheidsuitkeringen). Mocht er zo’n indexsprong komen, dan zou de regering ineens een fors bedrag kunnen besparen. Maar het is quasi uitgesloten dat die er komt. De CD&V is alvast tegen. Het zou ook het vakbondsverzet tegen het regeringsbeleid, waarvoor van betoging tot betoging steeds minder mensen op straat komen, alleen maar nieuw leven inblazen en tot een nieuwe nationale 24 urenstaking - en wie weet zelfs nog meer - leiden. Iets wat onze zich langzaam herstellende economie kan missen als de pest.
Alle oppositiepartijen wilden tijdens het debat in de Kamer van de premier weten wat hiervan aan is. Hij liet niet in zijn kaarten kijken en wilde ook niet debatteren op basis van speculaties in de pers. Uiteraard was dit perfect voorspelbaar. Maar wat we vooral onthouden van het debat, is de heftigheid en de gepersonaliseerde manier - met premier Charles Michel en minister van Financiën Johan Van Overtveldt als kop van Jut - waarop het gevoerd werd. Daar zijn twee verklaringen voor. De eerste ligt in de tegenstellingen binnen de regering-Michel waardoor de oppositiepartijen nog harder moeten roepen om gehoord te worden. De tweede verklaring is dat alle partijen, dus ook die van de meerderheid, eigenlijk al in verkiezingsmodus zijn.
Dat is een slechte evolutie. Een Vlaamse legislatuur duurt vijf jaar. De federale legislatuur duurde eerst vier jaar en is nu opgetrokken tot vijf jaar. De meeste partijen waren daarvoor. Omdat men de verkiezingen voor de Kamer dan kon laten samenvallen met die voor het Vlaams en Europees Parlement en de kiezers derhalve minder vaak naar de stembus moesten. Maar ook en vooral omdat de verschillende regeringen dan langer maatregelen zouden kunnen nemen zonder schrik te moeten hebben voor de nakende verkiezingen. Helaas, wat stellen we vast? De periode waarin maatregelen worden genomen is ongeveer even lang gebleven en de aanloop naar de volgende verkiezingen is alleen maar langer geworden. Daar gaan we niet mee opschieten.
De verlenging van de legislatuur van vier naar vijf jaar heeft er alleen maar voor gezorgd dat de aanloop naar de volgende verkiezingen nog langer is geworden