Goed alcoholbeleid is goud waard
HASSELT/LANAKEN - Ook op lokaal niveau wil de VAD het alcoholgebruik in sportclubs terugdringen. Daarom werd gisteren de Sportivos-campagne gelanceerd, waarbij sportclubs met een goed alcoholbeleid een bronzen, zilveren of gouden label kunnen behalen. Volleybalclub Sparvoc Lanaken kaapte als eerste Limburgse sportclub alvast het brons weg. Het uitstippelen van een alcohol- en drugbeleid gebeurt in drie fasen, verspreid over drie seizoenen. In de eerste fase, het brons, krijgen clubverantwoordelijken een vorming over het verantwoord schenken van alcohol en de wetgeving. Clubs die het seizoen daarop voor zilver willen gaan, moeten onder meer een aanspreekpersoon aanstellen. Voor goud moeten een aantal maatregelen opgenomen worden in het clubreglement. De VAD pleit er onder andere voor om geen alcohol te serveren aan minderjarigen.
Inkomsten uit kantine
Volleybalclub Sparvoc Lanaken nam als enige Limburgse sportclub deel aan het proefproject, en behaalde het bronzen label. “We hebben een infomoment gehouden, en in ons huisreglement staat dat we geen alcohol schenken aan minderjarigen”, zegt voorzitter Danny Mouchaers. “Volgend seizoen gaan we voor zilver, met de uitwerking van een informatief spel.”
Uit onderzoek aan de KU Leuven blijkt echter dat provinciale sportclubs een kwart van hun inkomsten uit de kantine halen. Dreigen clubs dan niet in hun eigen vel te snijden met deze campagne? “We hebben dat op onze bestuursvergadering besproken, maar we hebben uiteindelijk niet getwijfeld”, zegt Mouchaers. “Sparvoc is een familiale club, en we vinden dit dan ook een belangrijk thema.” Ook bij de VAD beseft men dat het financiële aspect een belangrijke rol speelt. Zo haakten negen van de twintig clubs die deelnamen aan het proefproject af. “We willen samen met de clubs op zoek gaan naar alternatieven”, zegt Geirnaert. “We denken dan aan de promotie van gezonde alternatieven. Alcohol is immers niet alleen slecht na het sporten, maar zorgt ook voor meer overlast. Al willen we het pintje zeker niet bannen uit de sportkantine.”